Kerken waar duizend man in pasten werden plotseling gelijk aan het eenvoudigste dorpskerkje. Vaak maar dertig man erin, of helemaal niemand. Op zingen kwam een ban. Preken over de enige troost bereikten digitaal de verste hoekjes, de onzichtbaren en vergetenen. Ondanks alles.
De predikant: Bemoedigd door eerdere preken
Ds. J. van Vulpen (43) belandde in november 2020 met corona in het ziekenhuis. De predikant van de christelijke gereformeerde kerk Urk-Maranatha is nog aan het revalideren.
„Het is griezelig hoe snel je lichaam door corona kan worden afgebroken. Op een maandag in november werd ik ziek. Dinsdag kon ik nog iets doen, woensdag was ik niet meer in staat om te douchen en donderdag was een bezoek aan het toilet al te veel voor me. Uiteindelijk werd ik opgenomen in het Antonius Ziekenhuis in Sneek, waar ik bijna een week flink ziek op een verpleegafdeling heb gelegen.
Ons gezin –we hebben zes kinderen in de leeftijd van 5 maanden tot en met 17 jaar– kreeg onverwachts met corona te maken. Toen ik op een zondagochtend begin november terugkwam uit de kerk, was mijn vrouw niet fit. Ze voelde aan dat het geen gewone verkoudheid was. Uit een sneltest bleek dat ze besmet was.
Ik moest meteen mijn preekbeurt voor die middag afzeggen en ons hele gezin ging in quarantaine. ’s Avonds kreeg ik dezelfde klachten als mijn vrouw. De volgende dag wees een test uit dat ik eveneens corona had. Achteraf gezien is een van onze dochters waarschijnlijk als eerste besmet geraakt. Op de donderdag voordat mijn vrouw ziek werd, klaagde zij over een rare hoofdpijn.
Voordat corona ons gezin trof, had ik al op allerlei manieren te maken met de crisis. Ik herinner me nog goed de eerste persconferentie op donderdag 12 maart 2020. Met de kerkenraad algemene zaken –een deel van de voltallige raad– maakten we diezelfde avond een plan om toch iedereen op zondag naar de kerk te kunnen laten gaan.
Een dag later werden we enigszins overvallen door een noodverordening van de veiligheidsregio Flevoland, waarin stond dat er maximaal honderd kerkgangers per gebouw werden toegestaan. Onze gemeente telt 2600 tot 2700 kerkgangers, verdeeld over drie kerken. Om halftien vrijdagavond besloten we over te gaan op een livestream. De zondag erna hielden we enkel diensten in de Immanuëlkerk; de andere twee kerken bleven dicht. Alleen de kerkenraad was aanwezig, de gemeenteleden konden de diensten thuis volgen via onder meer kerkradio en YouTube. Het was een enorm contrast met de week ervoor, toen we het heilig avondmaal nog hadden gevierd.
De zondagochtend nadat de maatregelen waren ingegaan, hield ds. H. Korving een indrukwekkende preek over Mattheüs 24. Hij legde nadrukkelijk de vinger bij het vers waarin staat dat het oordeel begint bij het huis van God. Als Urker collega’s zeiden we al snel tegen elkaar: Deze coronacrisis heeft het karakter van een oordeel, maar hoe precies? Dat durfden we niet heel stellig in te vullen.
In mijn wijk werden tijdens de eerste golf twee veertigers heel erg ziek. In totaal bleef het aantal gemeenteleden dat besmet raakte of dat aan of met corona overleed, relatief beperkt.
In de week dat ik zelf in het ziekenhuis lag, heb ik heel sterk de nabijheid van de Heere ervaren. Ik vond het bijzonder dat in die tijd preken die ik eerder aan de gemeente had voorgehouden in mijn gedachten terugkwamen. Dat gaf me troost en moed. Maar er waren in alle eerlijkheid ook weleens momenten van moedeloosheid, waarin ik dacht: Komt dit ooit nog goed?
In het ziekenhuis heb ik heel sterk de nabijheid van de Heere ervaren
Nog steeds ben ik snel moe en heb ik last van concentratieproblemen, dat merk ik ook tijdens dit gesprek. Twee keer per week krijg ik fysiotherapie om m’n ademhalingsspieren te trainen. Ik ga langzaam vooruit en werk nu ongeveer 50 procent. In januari heb ik voor het eerst één keer op een zondag gepreekt, terwijl een ouderling de andere onderdelen van de dienst leidde. Zondag 14 februari kon ik weer de hele dienst voorgaan.
In het kerkelijk leven kan nog steeds veel niet, maar de Heere gaat door met Zijn werk. Daar ben ik dankbaar voor. Hopelijk kunnen we straks weer gewoon naar de kerk, weer avondmaal vieren. Maar vroeg of laat komt er een nieuwe crisis, op wereldniveau of in ons persoonlijk leven, zo heb ik recent in een preek tegen de gemeente gezegd. De coronacrisis is een aansporing om het niet te zoeken in het hier en nu, maar om zoals Hebreeën 11 het zegt de stad te zoeken die fundamenten heeft.”
De pastoor: Je pastorale hart wil anders
John van de Laar (56), als pastoor verbonden aan de parochie Sint-Petrus (met kerkgebouwen in de dorpen Uden, Zeeland, Boekel, Volkel, Venhorst en Odiliapeel). Die regio was in het voorjaar van 2020 een coronabrandhaard
„Het was een angstwekkend beeld in het voorjaar van 2020. Boven mijn woning in Uden kwam meer dan eens een helikopter overvliegen. Die was dan op weg naar ziekenhuis Bernhoven in Uden, even verderop. Het ziekenhuis kon de toestroom van coronapatiënten niet aan. Daarom moesten patiënten naar ziekenhuizen in bijvoorbeeld Groningen en Rotterdam worden gevlogen.
In het coronajaar 2020 overleden er in onze parochie 160 mensen. Ter vergelijking: in 2019 stierven zo’n honderd parochianen.
Samen met diaken Henk van Thiel verzorgde ik in coronatijd de uitvaarten. Als tijdens de rouwdienst eucharistie werd gevierd, leidde ik de samenkomst. Normaal gesproken reik ik als pastoor zelf de hostie uit. Nu moeten kerkgangers dat platte stukje brood, dat verpakt is in een doosje, zelf van de communietafel pakken. Om coronabesmetting te voorkomen.
Rouwen loopt in coronatijd zó uit de pas. Bij een uitvaart van een aan corona overleden man van rond de tachtig zaten slechts vier familieleden in de kerk. Zoon, schoondochter en twee kleinkinderen. De grote familie van de overledene had vanwege de coronabeperkingen besloten dat maar een klein groepje de rouwdienst zou volgen. Het was allemaal zo confronterend. Ik proefde de machteloosheid, de intense droefheid. De geliefden van de man zaten zo te huilen.
Op paaszaterdag vorig jaar moesten we vier parochianen begraven. Van die vier verzorgde ik bij drie de uitvaart. Waaronder die van mijn tante Jo van 82, ook aan corona overleden. Bijzonder die dag was de uitvaart van een in Uden bekende grondlegger van een aannemersbedrijf. Zijn kist stond op de aanhanger achter een bedrijfsbus. Mensen langs de weg strooiden bloemen op de voorbijrijdende aanhanger.
Op paaszaterdag in 2020 moesten we vier parochianen begraven
Aan tal van stervenden heb ik het sacrament van de ziekenzalving toegediend. Helemaal ingepakt, met spatbril en mondkapje op, sprengde ik met een wattenstaafje de heilige olie op het voorhoofd van de zieke. Nabijheid op afstand. De liturgie, die ik normaal voorlees uit een boek, stond nu op een geplastificeerd A4’tje. Zodat dat telkens makkelijk kon worden gedesinfecteerd.
Op 1 november, de dag voor Allerzielen, zijn in de Sint-Petruskerk in Uden alle namen van de aan corona overleden parochianen voorgelezen. De NOS was erbij. Die plechtigheid was heel troostrijk. Het afgelopen jaar heb ik vaak Psalm 73 geciteerd, ik ken de tekst uit mijn hoofd. Er staat onder meer: „Al wordt mijn lichaam ook afgebroken, al sterft mijn hart, Gij zijt mijn Rots Mijn God, de toekomst die op mij wacht. Bij U, mijn hoogste goed Mijn God, bij U ben ik geborgen!”
Tijdens de eerste golf in het voorjaar van 2020 preekte ik voor vrijwel een lege kerk. Mensen volgden de dienst thuis, op afstand. Dat doet zeer. Je pastorale hart wil anders. Maar de pandemie noodzaakt ons om het aantal bezoekers te beperken. Wij houden ons aan de dringende adviezen van de overheid.
Het frustreerde me wel dat in februari mensen massaal gingen schaatsen, terwijl wij ons nog altijd dienen te beperken tot dertig kerkgangers.
Ik zie de pandemie zeker niet als een oordeel van God. God is de Meelevende, de Meelijdende. De coronapandemie maakt wel duidelijk dat wij als mensen niks in de hand hebben. Maar dat besef ik al sterk sinds 2016. Toen raakte ik zwaargewond bij een ernstig verkeersongeval. Een vriend, die bij mij in de auto zat, stierf.
Ik geloof niet dat de pandemie leidt tot minder betrokkenheid op de kerk. Toen we afgelopen zomer weer meer mensen konden toelaten, kwamen de parochianen weer als vanouds. De kerk biedt een hoopvolle boodschap in droeve tijden. Zelf weet ik me gedragen. Door engelen en door engelen van mensen.”
De scriba: Twee, drie graven per week in Grafhorst
Arjan van Ommeren (45) uit Grafhorst, directeur regio noord bij zorgorganisatie Eleos en scriba van de oud gereformeerde gemeente in Nederland in Grafhorst
„Vooral de eerste dagen van de coronacrisis staan in mijn geheugen gegrift. Op vrijdag 13 maart stonden mijn vrouw en ik aan het graf van het zoontje van vrienden. Het was, achteraf bezien, de laatste begrafenis die we bijwoonden zonder veelomvattende coronamaatregelen.
Zondagochtend 15 maart hielden we de eerste kerkdienst met slechts honderd mensen. Als diaken van dienst las ik de Tien Geboden voor. Hierbij bepaalde de Heere mij sterk bij Wie Hij is: „Ik ben de Heere uw God.” Hij is een ijverig, een jaloers God Die recht heeft op ons leven en Hij is tegelijkertijd ook barmhartig. Dat maakte indruk.
Na de dienst kreeg ik te horen dat de scholen de volgende dag zouden sluiten. Dat betekende dat ook de dagbesteding van Adullam gehandicaptenzorg, de organisatie waar ik destijds werkte, niet door kon gaan. Dat was ingrijpend voor de cliënten. Hun dagelijkse structuur zou doorbroken worden. Om de sluiting voor te bereiden moest ik tussen de diensten veel mailen, appen en telefoneren met collega’s. Het was een onwerkelijke zondag. In de weken daarna kreeg ongeveer een kwart van de gezinnen in onze gemeente, de oud gereformeerde gemeente in Nederland in Grafhorst, te maken met corona. De meeste gemeenteleden hadden milde klachten, enkelen werden opgenomen in het ziekenhuis. Drie van de zeven kerkenraadsleden raakten besmet. Ook mijn vrouw en ik werden ziek. Ik had een paar dagen koorts en langere tijd geen reuk en smaak. Een ouder gemeentelid overleed aan het virus. Hij was op bezoek geweest bij zijn zieke buurman om hulp aan te bieden. Binnen een week lag het gemeentelid zelf in het ziekenhuis. Dit voorval maakte indruk in de gemeente. Het was extra moeilijk dat mensen niet op de gebruikelijke manier afscheid konden nemen. Vanwege de maatregelen was er geen condoleance en konden ze alleen via de kerktelefoon de rouwdienst beluisteren. Als kerkenraad speelden we elke week in op de actuele situatie en moesten we veel beslissingen nemen. Besluiten lazen wij voorheen vanaf de kansel af en publiceerden wij in het kerkblad. Om gemeenteleden sneller op de hoogte te houden, maakten we een WhatsAppgroep aan. Deze manier van communiceren was voor de coronacrisis ondenkbaar, maar hij werkt goed.
We maakten een WhatsAppgroep aan voor de gemeente
De tweede golf heb ik als minder ingrijpend ervaren dan de eerste. Er waren opnieuw verschillende zieken in de gemeente, maar zij hadden over het algemeen mildere klachten. Wel is er in het najaar een ouder gemeentelid overleden aan corona.
Omdat we ervaring hadden, verliep het terugbrengen van het aantal gemeenteleden in de dienst en de communicatie daarover redelijk soepel. We werken met vaste zitplaatsen, monitoren besmettingsgevallen en hanteren de maatregelen van het RIVM. Tot nog toe hebben we geen enkele besmetting kunnen herleiden naar de kerkdienst, anders zullen we verder afschalen.
De coronacrisis heeft beslag gelegd in Grafhorst. Een wandelroute langs het dorp loopt over de begraafplaats, dus mensen worden er steeds aan herinnerd. Tijdens de eerste golf werden er soms wel twee of drie graven per week gedolven. Dat zijn grote aantallen voor ons dorp.
De vraag is: wat laat deze crisis na? We zijn geconfronteerd met een klein virus dat wereldwijd veel impact heeft op onze samenleving. Niemand had kunnen vermoeden dat dat na de Spaanse griep nog zou kunnen gebeuren.
Ik denk dat het besef is gegroeid dat we afhankelijke en kwetsbare mensenkinderen zijn en onze samenleving niet zo maakbaar is als wij dachten. Laat iedereen zichzelf de vraag stellen: waar zet ik mijn vertrouwen op? Willen we niet te gemakkelijk terug naar het oude normaal en vergeten we niet te snel dat God heeft gesproken?
De Heere houdt ons met deze crisis een spiegel voor. Wij zijn afhankelijke mensenkinderen. Hij roept ons toe: „Ik ben de Heere uw God en niemand meer.” Psalm 2:12 zegt het heel treffend: „Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne en u op de weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden.””
De technicus: Koster aan de knoppen
Henk van Tilburg (l.) en Johan Koornneef, kosters en bedieners van het digitale geluids- en camerasysteem in het kerkgebouw van de hervormde gemeente in Moordrecht
„De aandacht moet gericht zijn op de prediking, niet op de beelden. Wij als kosters stellen ons dienend op.
We zitten op zondag aan de knoppen van het nieuwe digitale geluids- en camerasysteem in onze kerk. Zo’n complete uitrusting had de gemeente niet voor de coronacrisis uitbrak. De geldende maatregelen zorgden ervoor dat de gemeente versneld nieuwe apparatuur aanschafte, zodat de gemeenteleden die thuis meeluisteren de diensten zo goed mogelijk zouden kunnen volgen.”
Ons kerkgebouw –de hervormde Beth-El-gemeente– ligt tussen de Ringvaart en de Hollandsche IJssel en behoort tot de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland.
Al jaren bieden we audio-uitzendingen van de diensten aan. Maar tijdens de eerste lockdownperiode startten we al snel ook met beelduitzendingen. Zes jongeren namen de diensten op en zetten die op het YouTubekanaal van de gemeente. Tijdens iedere dienst waren steeds drie jongeren aanwezig voor de techniek.
Het zestal heeft tot januari –totdat de nieuwe apparatuur kwam– de opnames van de erediensten keurig verzorgd. Echt klasse.
De gemeente was al langer toe aan een nieuwe geluidsinstallatie. Door de coronamaatregelen kwam de aanschaf ervan in een stroomversnelling.
In januari installeerde Wesotronic uit Barendrecht, een bedrijf actief op het gebied van beveiligingstechniek, audiovisuele apparatuur en telecommunicatie, de nieuwe apparatuur in het kerkgebouw. De coronapandemie zorgde voor meer vraag vanuit kerken naar eenvoudige door kosters of gemeenteleden te bedienen video-installaties.
We waren in de tijd dat het team van Wesotronic bezig was met de installatie dagenlang in de kerk aanwezig. We hadden die eerste week van het jaar haast ons bed wel hier kunnen neerzetten.
De nieuwe apparatuur kreeg voor in de kerk een plekje. Bij onze zitplek zijn nu de nodige schermen opgesteld. Twee tablets fungeren als bedieningspaneel en een laptop toont een PowerPointpresentatie.
We hadden die eerste week van het jaar haast ons bed wel hier kunnen neerzetten
Wij regelen vanaf ons scherm dat het beeld op de kansel gericht staat. Als de predikant de Schriftlezing houdt, kunnen we de tekst over het beeld projecteren. Tijdens het zingen staan de psalmen in beeld en gedurende het gebed is een afbeelding te zien van de drie kruizen die in het kerkgebouw aan de muur hangen.
Alle beelden staan in de presentatie klaar en we kunnen ze met één druk op de knop op de schermen van de thuis meekijkende gemeente tonen.
Het was wel even wennen; we zijn nu veel drukker met de regie. Bij het oude systeem hadden we twee knoppen: één voor de microfoon van de dominee en één voor die van de ouderling van dienst. Dat was alles. Nu moeten we veel meer doen. Je bent eigenlijk de hele kerkdienst bezig. Je moet bijvoorbeeld goed opletten wat er voor kijkers zichtbaar moet zijn. De ene predikant houdt namelijk eerst de Schriftlezing, een ander doet die na het gebed.
Thuis luisteren is veel ontspannener. In de kerk houd je alles in de gaten. Behalve voor het geluidssysteem ben je als koster ook verantwoordelijk voor de registratie bij binnenkomst en voor het welbevinden van de mensen in de kerk tijdens de diensten.
De reacties van de gemeenteleden op de beelduitzendingen zijn positief. De Beth-El-gemeente koos bewust voor een rustig beeldgebruik met een enkele camera tijdens de eredienst. We merken dat de leden dit waarderen. De aandacht moet namelijk gericht zijn op de prediking, en niet op de beelden.”
De ouderling: Zinvol bezig op de orgelzolder
Frits Elshout (69), oud-directeur van Flentrop Orgelbouw, ouderling van de gereformeerde gemeente in Apeldoorn
„Toen ik afscheid nam van Flentrop, was dat met de gedachte meer in de kerkelijke gemeente te kunnen doen. Het ambtelijke werk heeft altijd mijn hart gehad, maar ik had er soms onvoldoende tijd voor, omdat ik vaak op reis was. De berekeningen werden doorkruist door de coronapandemie. Het moeilijkste vind ik dat je tot iedereen afstand moet bewaren. Persoonlijk contact heb ik altijd heel belangrijk gevonden. Juist in het meeleven met mensen kun je de boodschap van Gods Woord doorgeven in al zijn consequenties. Dogmatische beschouwingen zijn soms interessant, maar in tijden van zorg kun je er niet zo veel mee. Ik probeer liever het hart van mensen te bereiken.
Om toch contact te houden, bel ik de leden van mijn wijk met enige regelmaat op. Niet als alternatief huisbezoek, maar om te laten merken dat ik aan ze denk. Soms leidt dat spontaan tot een mooi inhoudelijk gesprek. Een klein aantal mensen bleef ik in overleg met de familie fysiek bezoeken. De verbondenheid aan de gemeente zie ik gelukkig niet afnemen. Het lezen van het Bijbelgedeelte of in leesdiensten een preek voor een handjevol mensen is voor mij niet vreemd, omdat ik vele jaren ouderling ben geweest in de gereformeerde gemeente van Zaandam. Daar waren we standaard met dertig, veertig mensen. Bovendien voel je op een bepaalde manier dat mensen op afstand meeluisteren en -kijken.
Het wegvallen van een deel van het ambtelijke werk betekent gelukkig niet dat ik me verveel. Ik lees meer dan voorheen, luister naar lezingen en probeer op de hoogte te blijven van wat er speelt in de wereld en de kerk. Ik was ook heel blij met het feit dat er wat werk verricht moest worden aan het pijporgel in onze kerk. Van half maart tot september zat ik doordeweeks elke morgen op de orgelzolder, met als enige andere aanwezige in het kerkgebouw onze nieuwe koster. Die viel door corona op een rare manier in zijn nieuwe functie. Elke ochtend dronken we gezellig samen koffie. Rond lunchtijd ging ik weer naar huis. Het gaf de weken structuur. Belangrijk is dat we die structuur ook proberen te handhaven in de dingen van Gods Koninkrijk. Mijn moeder had in huis een bordje hangen met de spreuk: „Tijd voor de Heere krijg je niet, die moet je maken.”
Tijd voor de Heere krijg je niet, die moet je maken
Het contact als broeders van de kerkenraad is door de afschaling op zondag een stuk minder intensief. De kerkenraadsvergaderingen lieten we zo lang mogelijk doorgaan, maar door de strikte lockdown vervielen ook die, hopelijk voor beperkte tijd. Catechiseren doen we langs de digitale weg. Het is belangrijk dat je met jongeren in die levensfase in gesprek blijft. Ik heb een groep met oudere catechisanten, een aantal zit met vragen over belijdenis doen. Dankzij de pandemie had ik tijd om me eens goed in dit onderwerp te verdiepen en een inleiding te maken. Die diende als basis voor een gezamenlijk gesprek erover via Zoom. Ook via de mail heb ik contact met die jongelui.
Voor ons allen is de vraag waar de pandemie ons brengt. Iemand attendeerde me op de geschiedenis van de ark, die door de Filistijnen wordt meegenomen naar de tempel van Dagon. Het beeld valt dan om. In plaats dat de Filistijnen daar de hand van God in zien, zetten ze het weer overeind. De volgende dag opnieuw. Zo gebeurt er in onze tijd steeds iets waardoor het afgodsbeeld van onze economie valt. We horen daarin niet de roepstem van God, maar zijn voortdurend bezig met het lijmen van de scherven. Echte bezinning vindt weinig plaats, ook in de kerk. We zouden eens eerlijk na moeten denken over onze omgang met de schepping en het laten groeien van de kloof tussen rijk en arm. Ook als gereformeerde gezindte zijn we weggegroeid van de eenvoud die past bij een leven naar het Woord van God.
Laten we ons bekeren en er alles aan doen om elkaar vast te houden, in het besef dat we door de Heere vastgehouden moeten worden. Het mooiste zou zijn als deze crisis ertoe leidt dat we voor het eerst of opnieuw met onze zonden en ellenden, tot Hem ons ter genezing wenden. In het toevlucht nemen tot Jezus en het volgen van Hem vinden we rust en vrede. In alle omstandigheden.”