De coronacrisis ontziet geen aspect van het leven, ook het einde ervan niet. Rouwen, condoleren, begraven, alles gaat anders. „Ook dat zal verwerkt moeten worden.”
„Je wilt huilen, elkaar aanraken. Maar het is niet verstandig”
„Wonderlijke week om je vader te moeten begraven”, twitterde Nienke Westerbeek-de Wit, directeur van hulporganisatie Compassion, maandag. „Vanavond besloten om zelfs het familie-overleg van morgenavond maar online te doen. Onwerkelijk. En heel verdrietig, in het bijzonder voor m’n moeder.”
Vrijdagavond overleed vader De Wit, 82 jaar oud. Komende vrijdag wordt hij begraven. „Maar alles loopt anders dan normaal. En anders dan je eigenlijk wilt.”
Dat was in het ziekenhuis in Nieuwegein al zo. „Mijn moeder was bij hem. De kinderen mochten elkaar eens in de vier uur afwisselen. Het was daardoor spannend of we alle vijf gelegenheid zouden krijgen afscheid te nemen.”
Dat gebeurde uiteindelijk wel. „Het waren kostbare uren. In het ziekenhuis was het heel rustig, want veel geplande opnamen waren afgezegd. Stilte voor de storm, maar daardoor hadden de verpleegkundigen alle tijd voor ons.
Nadat vader overleed, heb ik moeder één keer omarmd. Verder houden we deze week afstand. Af en toe gaat een van de kinderen bij haar op bezoek, maar zonder dichtbij haar te komen. En we komen ook niet bij elkaar. Dat is zo tegenstrijdig met wat je wilt. Je wilt huilen, verhalen delen, elkaar aanraken. Maar het is niet verstandig. We houden elkaar superscherp: zodra iemand zich minder goed voelt, mag hij niet naar moeder toe.”
Onwerkelijk
Intussen zijn er veel herinneringen. „Drie weken geleden hebben we –vijf kinderen, zonder de aangetrouwden– mijn ouders verhuisd van het ouderlijk huis waar we opgroeiden naar een seniorenappartement naast de nieuwe kerk van de gereformeerde gemeente in Utrecht. Toen hebben we nog chinees gehaald, omdat dat voor vader altijd het hoogtepunt was. We vreesden al dat hij dit jaar zou overlijden, omdat zijn buikslagader zo zwak was. Dat moment is snel gekomen.”
Nu is er rouw. „Maar door de omstandigheden is het ook onwerkelijk. Soms moet ik tegen mezelf zeggen: Het is echt, het is realiteit.”
Hechte gemeenschap
De Amersfoortse, oud-hoofdredacteur van vrouwenblad Eva, werkt momenteel thuis. „De collega’s leven erg mee, maar ook dat verloopt nu anders dan het normaal zou gebeuren.”
Het condoleren ook. „Alleen de broers en zussen van mijn ouders en enkele naaste vrienden zijn geweest, in kleine groepjes, en ze moesten op afstand van moeder blijven. Dat is allemaal heel verdrietig. Ook de dominee komt minder vaak langs dan normaal.”
Vader De Wit was jarenlang ambtsdrager in de vrijgemaakt gereformeerde kerk van Vleuten-De Meern. „Een hechte gemeenschap waarin hij van kindsaf had geleefd. En die gemeente kon nu niet komen condoleren en kan de begrafenis alleen via livestream volgen. En dat laatste geldt ook voor mijn ooms en tantes. Alleen de kinderen en kleinkinderen zullen op de begrafenis zijn en daarmee blijven we onder de dertig personen. Als gezinnen blijven we in de kerk en op de begraafplaats op afstand van elkaar. En na afloop gaan we direct naar huis, juist om te voorkomen dat er een soort ontlading komt en we minder voorzichtig zijn.”
„Je wilt betrokken zijn. Nu moet je op afstand blijven”
„Veel gaat anders dan anders, toch probeer je het afscheid van een overledene zo waardig mogelijk te laten verlopen”, zegt de Rhenense begrafenisondernemer P. H. van der Leer. „Het geeft je wel spanning.”
In de achterliggende week begroef hij een vrouw die in een zorgcentrum woonde. „Onze medewerker ging naar binnen om de overledene af te leggen. De familie stond buiten en mocht er niet in. De kinderen zagen hun moeder pas nadat ze was overgebracht naar een rouwcentrum.”
Ook de dagen erna verlopen anders dan gebruikelijk. „Je gevoel wil anders dan je verstand”, zegt Van der Leer. „Als uitvaartverzorger wil je meeleven en betrokken zijn. Nu moet je op afstand blijven en kun je mensen geen hand geven. Dat voelt heel vreemd, ingrijpend.”
Geen aanraking
Als iemand aan coronabesmetting is overleden, is het zaak dat niemand de overledene aanraakt. „Het virus kan nog drie dagen actief zijn.” Toch is thuis opbaren mogelijk. „We bedekken de kist met een glasplaat. Maar ik kan me voorstellen dat een familie nu eerder kiest voor opbaren in een rouwcentrum. Nabestaanden zijn zelf ook beducht voor besmetting.”
Het afleggen van een coronapatiënt vereist extra zorgvuldigheid. „Handschoenen dragen we altijd al tijdens het verzorgen van een overledene. We zijn nu extra voorzichtig en raken in de woning of het tehuis niets aan. Je moet dus constant alert zijn. Bij een coronapatiënt hult de verzorger zich volledig in een beschermend pak.”
Maximum
De condoleance verloopt nu veelal schriftelijk. „Ook dat is ingrijpend, zowel voor de nabestaanden als voor mensen die willen meeleven. Een knuffel, een schouder om uit te huilen, het kan nu allemaal niet.”
Een rouwdienst mag door maximaal dertig mensen worden bijgewoond. „Dat betekent nogal eens dat zelfs niet alle kleinkinderen erbij kunnen zijn”, zegt Van der Leer. „Tijdens de rouwdienst in het rouwcentrum of de kerk zitten mensen op afstand van elkaar, zeker als ze niet tot hetzelfde gezin behoren. Datzelfde gebeurt bij het graf: niet meer dan dertig mensen, en die staan ook nog verspreid. Koffiedrinken na afloop gebeurt niet; meestal gaat iedereen direct zijns weegs. Het zijn heel aparte omstandigheden, maar we moeten ons verstand gebruiken.”
Dragers
Een volwassene wordt normaliter door zes personen gedragen. „Als we onze dragers inzetten, proberen we het met vier man te doen, zodat ze op voldoende afstand van elkaar lopen. Vaak dragen familieleden echter zelf. Dan kunnen het er wel zes zijn, want zij leven vaak toch al dicht bij elkaar.”
Degenen die niet kunnen komen, luisteren meestal thuis mee, al dan niet met beeld. „Niet elk rouwcentrum is daar al op ingesteld, dus we moeten snel dingen regelen. En het leveren van spullen verloopt nu trager dan normaal.”
De bijzondere omstandigheden verzwaren de rouw, zegt de Rhenense begrafenisondernemer. „Het zal achteraf ook allemaal verwerkt moeten worden.”
„Je zou het graag zo anders doen, maar we moeten echt voorzichtig zijn”
Pastoraal medeleven via de telefoon, een rouwdienst met slechts dertig mensen. Ook voor predikanten gaat het na een sterfgeval in hun gemeente anders dan normaal.
Ds. C. van Ruitenburg leidde woensdag in de gereformeerde gemeente van Krimpen aan den IJssel de begrafenis van een oudere vrouw. „Ik ben een paar keer bij haar sterfbed geweest, maar in voorzichtigheid: afstand houden, geen handen geven en bij het vertrek gelijk je handen ontsmetten.”
De ouderlingen die beurtelings de avondsluitingen in het rouwende gezin verzorgden, namen dezelfde voorzorgsmaatregelen in acht. „Er waren steeds ook maar enkele familieleden aanwezig. Als predikant had ik telefonisch contact met de weduwnaar. Je zou het graag zo anders doen, maar we moeten echt voorzichtig zijn.”
Meeleven via de post
De grote gemeente in Krimpen kon haar oud-ouderling niet gaan condoleren met het verlies van zijn vrouw. Ze leefde op een andere wijze mee: „De familie kreeg een overweldigende hoeveelheid post.”
De begrafenis had in kleine kring plaats. „Naast de oude weduwnaar waren er alleen de kinderen en kleinkinderen die aanwezig konden zijn. Tezamen precies dertig personen. Ik heb enkele telefoontjes gekregen van mensen die vroegen of ze toch echt niet naar de kerk of de begraafplaats konden komen. We moeten ons echter aan de richtlijnen van de overheid houden. Dat begrepen de mensen ook wel. Ze konden thuis meeluisteren, en dat is ook veel gebeurd.”
Nazorg
De gebruikelijke afsluiting met een broodmaaltijd bleef achterwege. „Ik heb het slotgebed op de begraafplaats gedaan en daarna ging iedereen naar huis. Zo’n slot van de plechtigheid voelt niet goed, maar het kan niet anders. Het maakt nazorg des te meer nodig: pastoraal medeleven, voorlopig vooral via de telefoon.”
De omstandigheden zijn ingrijpend, zegt ds. Van Ruitenburg. „We zien dat we kleine, nietige, zondige mensen zijn, in alles van God afhankelijk. Het zou groot zijn als de huidige gebeurtenissen tot verootmoediging mogen leiden.”