Segers (CU) wil nog weleens meeregeren: Ik wil geen Jona zijn
Nee, hij popelt niet om straks opnieuw te gaan meeregeren. Ook al telt hij de zegeningen van de ChristenUnie in de huidige coalitie. Wel wil partijleider Gert-Jan Segers zich altijd door God laten gebruiken op de plek waar Hij hem plaatst. „Ik mag geen Jona zijn.”
Veel peilingen zien winst voor de ChristenUnie, nu vijf Kamerleden sterk. Worden het er straks misschien zes? Of zeven? Natuurlijk hoopt lijsttrekker Gert-Jan Segers (51) dat dit laatste aantal op 17 maart uit de bus komt. Niet alleen omdat zeven „een mooi, Bijbels getal” is, maar ook omdat het hem veel waard zou zijn als kiezers meeregeren niet afstraffen, maar juist waarderen.
Waarop bent u, terugblikkend op vier jaar Rutte III, vooral trots?
„Ha, dat is geen calvinistische vraag. Maar goed, in mijn vak móét ik nu eenmaal regelmatig onze prestaties uitventen.
Terugblikkend op deze regeerperiode zou ik veel dingen kunnen noemen. Denk aan de miljarden euro’s die er extra naar gezinnen gingen. Of aan de onderwijsvrijheid die in deze vier jaar niet kleiner maar groter werd.
Maar het meest emotionele voor mezelf waren de excuses die premier Rutte ruim een jaar geleden maakte aan de Joodse gemeenschap in Nederland, vanwege het leed dat deze bevolkingsgroep is aangedaan in de Tweede Wereldoorlog. Ik was daarbij en ik kan jullie zeggen: ik hield het op dat moment niet droog. Mede omdat ik bij de voorgeschiedenis van die excuses nauw betrokken was.
Het thema is bij mij gaan leven na een ontmoeting tussen joden en christenen, in juni 2019 in de Ridderzaal, waarin verzoening en het belijden van schuld centraal stonden. En na een reis die ik met Christenen voor Israël maakte naar de Baltische staten om vergeving te vragen. Ik ben toen naar Mark Rutte gestapt om de kwestie aan te kaarten. Het vervolg is bekend.
Nog steeds ben ik er verwonderd over hoe het daarna is gelopen. Dat ik blijkbaar gebruikt ben voor iets groters dan mijzelf; dat ontroert me nog steeds.”
Wat was de grootste ‘meloen’ die uw partij in deze coalitie moest doorslikken?
„Als ik er met voorrang één moet noemen, kies ik voor de wietexperimenten. Daar ben ik búítengewoon sceptisch over. Door een soort van staatswiet te creëren, zet je op drugsgebruik eigenlijk het stempel van: dit is wel oké. En het ís niet oké Het staat haaks op vrijheid; het staat haaks op de gaven en talenten die we van onze Schepper kregen. Maar het was onderdeel van de afspraak om tegelijkertijd de strijd tegen mensenhandel en gedwongen prostitutie flink op te schroeven. Dat telde voor mij zwaar.”
In 2016 schreef u het boek ”Hoop voor een verdeeld land.” Het was uw ambitie om, ook in deze coalitie, kloven te dichten. Tussen oud en jong, gelovig en ongelovig, rijk en arm, stad en platteland. Toch is de polarisatie in Nederland in deze vier jaar alleen maar toegenomen.
„Die opdracht is een heel zware in deze tijd. Er waren veel tegenkrachten. Neem slechts de Covid-19-pandemie. Als er ergens een kloofvergroter was, dan corona wel. In gezinnen waar het al goed ging, zitten kinderen op tijd met gekamde haartjes achter de laptop. Maar op de Beatrixschool in de Schilderswijk, waar mijn zus werkt, moeten ze alle zeilen bijzetten om kinderen überhaupt in het vizier te houden.
Toch gebeurde er op dit punt wel iets. De wet Arbeidsmarkt in balans verkleinde de kloof tussen vaste contracten en flexwerkers. En aan de maatschappelijke diensttijd geven tienduizenden jongeren invulling.
Pas was ik in Veenendaal, waar op een wekelijks koffiepunt jongeren in contact komen met ouderen. Daar zetten ze koffie, doen ze spelletjes, wisselen ze levensverhalen uit en ontstaan vriendschappen. Van dat soort proefplekken zijn er in het land inmiddels honderden.”
Polarisatie werd vorig jaar ook aangewakkerd toen er ophef ontstond over identiteitsverklaringen van reformatorische scholen. Waarom stemde uw fractie voor een SP-motie die uitsprak dat scholen niet van ouders mogen vragen een verklaring te onderteken waarin homoseksualiteit wordt afgewezen?
„Dat valt eenvoudig uit te leggen. Ik ken reformatorische scholen als plekken waar homo’s niet worden afgeschreven of afgewezen. De Driestar, de school waar mijn oudste zus werkt, heeft dat expliciet als doel opgeschreven: een veilige plaats willen zijn voor iedereen, ook voor homo’s die uit de kast komen.
Het punt is dat in diverse Kameroverleggen de indruk werd gewekt dat er verklaringen circuleerden die homo’s als persoon afwezen. Laat dat een foute perceptie zijn, voor ons christenen komt het er toch op aan te laten zien dat wij dát niet willen.
Homo’s moeten in zo’n situatie één ding van ons horen: jij bent geschapen naar het beeld van God. God kijkt naar jou zoals Hij naar ons allemaal kijkt en Hij is met ontferming over ons bewogen.
Dat bracht ons tot ons stemgedrag over deze motie. We wilden op dat moment niet aan het verkeerde front staan.”
Eigenlijk vindt de SP dat elke school moet uitdragen dat heteroseksualiteit en homoseksualiteit volledig gelijkwaardig zijn. Sta je dan toch niet aan het verkeerde front als je een motie steunt die als een eerste stap gezien kan worden in die richting?
„Dat was niet de tekst van de motie. Bovendien is van belang dat je als reformatorische christenen bij zo’n thema ook even in de spiegel kijkt. Er zijn jongeren die op een reformatorische school hebben gezeten en zich daar nooit veilig hebben gevoeld. Ook dat moet je op je laten inwerken.
Blijft staan dat het in Nederland heel eng zou worden als wordt voorgeschreven wat je moet geloven. In dit land mag je geloven wat eeuwenlang door miljoenen mensen is geloofd en wat wereldwijd nog op veel plaatsen gemeengoed is, dat het huwelijk een verbintenis is tussen één man en één vrouw. Dat moet je mogen uitspreken, ook als je als ouders een school begint. Dat is iets anders dan iemand afwijzen vanwege wie hij of zij is – daar ligt een grens.”
Een opmerkelijk punt in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie is dat er een totaal nieuw belastingstelsel moet komen. Is dat wel haalbaar? De Belastingdienst ís al volledig overbelast.
„Juist daarom moeten we iets doen. In ons voorstel wordt de uitvoering eenvoudiger doordat de toeslagen worden afgeschaft. Verder denken wij dat het binnen het huidige systeem eenvoudigweg niet lukt om tot een rechtvaardiger verdeling van lasten te komen.
Neem het vraagstuk van de eenverdiener. Die betaalt nu tot zes keer meer belasting dan een tweeverdiener. Dat is zeer onrechtvaardig. Wij hebben geprobeerd daar binnen het huidige stelsel iets tegen te ondernemen. Dat is in zoverre gelukt dat de kloof tussen beide groepen belastingbetalers niet nóg sneller is gegroeid.
Meer doen voor de eenverdiener is haast niet mogelijk zolang je blijft rommelen in een oud motorblok. Dan kun je hier of daar een boutje aandraaien, maar in feite moet je een nieuwe motor kopen. Daarom willen wij een heel ander stelsel, eenvoudiger en rechtvaardiger. Geen groep gaat er in ons plan zo op vooruit als eenverdieners.”
Rond het laatste partijcongres twitterde CU-lid Antonie Fountain dat „de eenzijdigheid over Israël en de EU” binnen de ChristenUnie gelukkig „zijn beste tijd lijkt te hebben gehad.” En inderdaad vroeg een aanzienlijke minderheid om een kritischer opstelling tegenover Israël. Had Fountain een punt?
„Ik zie maar één vorm van eenzijdigheid als het om Israël gaat. Neem bijvoorbeeld de bejegening door de VN, die wel steeds Israël veroordeelt, maar nooit Jemen, Saudi-Arabië of Iran. Binnen de ChristenUnie zie ik op dit punt geen zwartwitdenken.
Wel kent de partij verschillen tussen de RPF- en GPV-traditie. Sommige kerkelijke stromingen geven vanouds meer aandacht aan de innige verbondenheid met Israël en het Joodse volk dan andere. Zelf heb ik die band altijd sterk gevoeld. Mijn vader, evangelist in Leeuwarden, had dat ook.
Wat niet betekent dat we alles wat Israël doet fantastisch vinden. Of dat we eigenhandig moeten gaan pogen Bijbelse profetieën te gaan inlossen. Onze taak is het om te werken aan vrede, recht en verzoening. Dat doen we als partij ook, met sympathie voor het volk dat in de ogen van veel andere naties geen bestaansrecht heeft.”
En dan de Europese Unie?
„Wij zijn altijd kritisch geweest over het overdragen van soevereiniteit aan de EU. Tegelijkertijd zijn we steeds meer gaan inzien dat we Europa gewoon nodig hebben op het gebied van klimaat, schone lucht en migratie. Ook om belastingontwijking tegen te gaan of om techreuzen zoals Google, Microsoft of Facebook te reguleren.
<InlineImage imgUrl=“https://images.rd.nl/fill/w:2500/h:2500/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2FANP_422850067_4a1c024de7.jpg” caption=“„Wij zijn altijd kritisch geweest over het overdragen van soevereiniteit aan de EU.” beeld ANP, Remko de Waal" alt=“ANP-422850067.jpg” />
Veel vaker moeten wij Europa echter temmen: als de EU zich te veel wil bemoeien met ons onderwijs, met onze sociale zekerheid of pensioenen.”
Groeien ChristenUnie en SGP in hun visie op de EU en in hun samenwerking in Brussel uit elkaar?
„Ik zie de SGP als een bondgenoot als het gaat om het temmen van te sterke aspiraties van de EU. Maar ik hoop dat die partij niet té negatief over Europa gaat spreken. Ik zie een ECR-fractie waarin Europa alleen maar de vijand lijkt te zijn. Die opstelling klinkt ook wel wat door in de houding van de SGP-Eurofractie. Dat vind ik jammer.
Dat we in Brussel in verschillende fracties opereren, draagt ook niet bij aan toenadering. Wat mij betreft praten we daar inhoudelijk nog eens goed met elkaar over door.”
Hét thema van deze tijd, ook van de Kamerverkiezingen, is corona. De slogan van het kabinet is al bijna een jaar lang: ”Samen krijgen we corona eronder.” Dat straalt, zei u in een Kamerdebat, te veel maakbaarheidsdenken uit. Wat zou uw alternatief zijn?
„Samen strompelen we naar het einde. Zoiets. Wij mensen, zelfs de knapste politici en bestuurders, zijn maar krabbelaars. Feilbare mensen die met gebrekkige informatie het beste voor dit land zoeken.
Dat doen ook Mark Rutte en Hugo de Jonge. Ze maken fouten, maar ik vind het pijnlijk dat op hen, soms ook vanuit christelijke kring, ongekend harde kritiek klinkt. Laten we hen geen kwaadaardige motieven toeschrijven. Voor zover er in hen kwaad schuilt, schuilt dat ook in ons hart. Mag ik die bevindelijke notie eens inbrengen?”
<InlineImage imgUrl=“https://images.rd.nl/fill/w:2500/h:2500/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2FANP_428586087_4c5c9dcc8e.jpg” caption=“„Meeregeren is voor ons, een kleine Gideonsbende, zeker zwaar.” beeld ANP, Bart Maat" alt=“ANP-428586087.jpg” />
Regeren is voor een kleine partij afzien. Je hebt maar weinig mensen om al het werk te verdelen. Zou het voor de ChristenUnie niet goed zijn om, na een periode van meeregeren, weer een tijdje in de oppositie te zitten? Om bij te komen en bij te tanken?
„Meeregeren is voor ons, een kleine Gideonsbende, zeker zwaar. Het is keihard knokken en regelmatig butsen oplopen. Voor een van ons betekende het met een bacteriële infectie in het ziekenhuis terecht komen, vanwege verlaagde weerstanden te hard werken. Toch ken ik onder mijn partijgenoten niemand die zegt: dit hadden we eigenlijk niet moeten doen.
En als ik het even persoonlijk mag maken: ik sta echt niet te popelen om, mocht die situatie zich voordoen, opnieuw in een coalitie te stappen. Anderzijds: ik ben de politiek ingegaan vanuit gehoorzaamheid en vanuit geloof. Met de bereidheid me door God te laten gebruiken op de plek waar Hij me zou plaatsen, waar dat ook is. Zou ik ooit tegen Hem zeggen: ik wil het niet meer, het is te moeilijk? Nee, dat kan ik niet doen. Ik mag geen Jona zijn.”
Dit is het tweede deel van een serie interviews met de lijsttrekkers van de drie christelijke partijen.