Beleggen voor goede doelen? Zet vermogen passender in
Sommige kerkenraden en goededoelenstichtingen overwegen te beleggen, nu het rendement op spaarrekeningen negatief dreigt te worden. Het is Bijbelser deze bedragen ten dienste van het Koninkrijk van God uit te lenen en elkaar zo te helpen via een nieuw op te richten onlineplatform.
Inmiddels hebben we alweer enkele jaren te maken met een voorheen onbekend en eigenlijk ook ondenkbaar verschijnsel: negatieve rente. Speelde dit eerst alleen voor de banken die geld moesten aanhouden bij de Europese Centrale Bank, later werd ook de rente waartegen de Nederlandse Staat kon lenen negatief. En nu dreigt ook de spaarrente negatief te worden. Bij ABN Amro is dat vanaf € 500.000 het geval, bij ING en RABO sinds 1 januari al vanaf € 250.000.
Nu zal dat de meeste lezers, als nazaten van de ”kleine luyden” van zo’n anderhalve eeuw geleden, niet direct raken. Nederland is in de coronacrisis wel meer gaan sparen: vorig jaar een toename van maar liefst 20 miljard euro. Tegelijk is er een recordtoename van het aantal beleggende huishoudens, een stijging van 17 procent tot 1,75 miljoen huishoudens.
Vanuit Bijbels perspectief valt er het nodige te zeggen over ons omgaan met geld, waarbij Mattheüs 6:19-21; Lukas 16:1-13 en 1 Timotheus 6 belangrijke kaders aanreiken. Dat valt echter buiten het bestek van dit artikel.
Kerkelijk beleggen
Op meerdere agenda’s van besturen, kerkenraden en raden van toezicht kwam dit onderwerp inmiddels ook aan de orde. Men denkt na over alternatieven om het betalen van rente over tegoeden te vermijden. We willen de bezinning hierop een impuls geven.
Veel kerken, stichtingen voor goede doelen, schoolverenigingen en instellingen hebben immers behoorlijke financiële vermogens. Hetzij tijdelijk, door een begrotingsoverschot (bijvoorbeeld als gevolg van het niet kunnen uitvoeren van activiteiten door coronabeperkingen) of bestemd voor meerjarenprojecten, hetzij als reserves voor onderhoud, continuïteit of anderszins. Soms gaat het zelfs om enkele miljoenen euro’s – een omvang waarbij de nodige vragen zijn te stellen. Aan de ANBI-status zijn immers ook (bestedings)verplichtingen verbonden. In totaal betreft het financieel vermogen van deze organisaties vele tientallen miljoenen.
In veruit de meeste statuten is beleggen uitgesloten, als zijnde investeringen met een onzeker rendement en dus ook kans op verlies. Maar door eerdergenoemde ontwikkelingen denken sommige bestuurders na over aanpassing ervan.
Dat statutaire verbod heeft uiteraard een achtergrond. Niet het minst betreft dat de aloude regel dat rendement een beloning is van risico. Voor het realiseren van een hoger rendement moet je in het algemeen bereid zijn meer risico te lopen, waarbij risico de kans op winst én de kans op verlies omvat. Advertenties met ronkende teksten als ”een gegarandeerd rendement” zijn dan ook hoogst twijfelachtig en duiden meer op een piramidespel (waarbij de uitkering aan de ene deelnemer alleen betaald kan worden door de inleg van de ander) dan een solide belegging. Bijvoorbeeld bij vastgoedinvesteringen is, ondanks de verwachte huurinkomsten, de waarde van het vastgoed zelf onzeker. Het is niet voor niets dat deze beleggers vrijwel altijd een inleg van minimaal honderdduizend euro vragen, omdat ze daarmee buiten AFM-toezicht vallen. Dat voorkomt heel veel papieren rompslomp én bescherming van de deelnemer…
Het lijkt ons in elk geval lastig uit te leggen dat een kerkelijke gemeente of een organisatie voor goede doelen in haar jaarverslag moet melden dat er tien-, twintig- of honderdduizend euro verlies is geleden door een tegenvallend beleggingsresultaat.
Alternatieven?
Ons ideaal zou zijn om reserves van kerken, schoolverenigingen en stichtingen op een bepaalde manier te verbinden, waardoor ze meer en beter dienstbaar kunnen worden gemaakt in Gods Koninkrijk. Om zo, in navolging van de opdracht van de grote Bouwmeester en Eigenaar, Jezus Christus, vrienden te maken uit de onrechtvaardige mammon (Lukas 16:9). Enkele willekeurige voorbeelden kunnen dit verduidelijken:
- Stichting De Hoop wil extra investeren in onlinehulp, die door corona urgenter is geworden. Deze hulpverlening wordt wel via reguliere vergoedingen vanuit de gezondheidszorg terugbetaald, maar moet voorgefinancierd worden. Nu is dat in 2020 via crowdfunding ingevuld (tegen 2,5 procent rente), maar dit had ook uit reserves van bijvoorbeeld diaconieën gefinancierd kunnen worden. Renteloos of tegen een lage(re) rente.
- Een groeiende hersteld hervormde gemeente wil investeren in de bouw van een nieuwe kerk. De leden dragen hun steentje bij, maar er resteert een behoorlijk bedrag, dat geleend moet worden. Dat zou ook bij enkele stichtingen of kerken kunnen worden gedaan.
Verbindingskanaal
De vraag is: valt dit op een verantwoorde manier te organiseren? Uiteraard zitten hier de nodige haken en ogen aan. Om er een paar te noemen: We moeten geen alternatieve bank willen opzetten. Veel kerkverbanden hebben al een centraal orgaan (soort kerkelijk grootboek). Wie gaat aanvragen beoordelen? Hoe los je acute liquiditeitsbehoefte op als een stichting onverwachts geld terug moet hebben? Welke garanties kun je bieden als het onverhoopt toch eens mis gaat? Enzovoort.
Voor zulke problemen zijn wel oplossingen en kaders te bedenken. Nodig is een goede en transparante organisatie (”good governance”). Het starten van een nieuwe stichting of coöperatieve vereniging vraagt de nodige expertise op financieel, juridisch en bestuurlijk terrein.
In het huidige digitale tijdperk lijkt een onlineplatform ons een beter alternatief. Er is in de achterban genoeg ICT-kennis om dat op te zetten. Een naam hebben we ook al: Money4More, waarbij More staat voor Met Onderling REntmeesterschap. Met een bescheiden start als verbindingskanaal tussen goededoelenorganisaties die elkaar op financieel verantwoorde wijze tijdelijk kunnen helpen, met vooraf afgesproken en beheerste risico’s. We zijn benieuwd of dit digitale kwartje valt!
De auteurs zijn beiden werkzaam in de financiële sector en bestuurlijk betrokken bij diverse stichtingen.