Ierse premier biedt excuses aan voor misstanden in kerktehuizen
De Ierse premier Micheal Martin heeft woensdag formeel excuses aangeboden voor de foute behandeling van ongetrouwde moeders en hun baby’s in door de Rooms-Katholieke Kerk gerunde tehuizen gedurende een groot deel van de vorige eeuw.
In een vuistdik rapport is vastgesteld dat er in de tehuizen een „verstikkende, onderdrukkende en vrouwonvriendelijke cultuur” heerste. Zeker 9000 kinderen zijn overleden, ongeveer 15 procent van het totaal dat er verbleef. De onderzoekers spreken in het rapport van „babysterfte op een verschrikkelijk niveau.” Een precieze doodsoorzaak is door hen niet achterhaald.
„Namens de regering, de staat en haar burgers bied ik excuses aan voor de generatielange misstanden waar Ierse moeders en hun kinderen” in de tehuizen slachtoffer van zijn geworden, zei Martin in het parlement. Slachtoffers kunnen een financiële tegemoetkoming tegemoetzien, werd eerder al bekend. Daarnaast zal worden gewerkt aan wetgeving om het doorzoeken, opgraven en waar mogelijk identificeren van menselijke resten in Ierse massagraven te ondersteunen. Duizenden lichaampjes van overleden kinderen, onder wie pasgeboren baby’s, werden in zulke graven begraven. In 2014 kwam de zaak aan het licht toen honderden lijkjes werden ontdekt op een erf waar tot 1961 een rooms-katholiek tehuis voor ongehuwde moeders was gevestigd.
Voor gedwongen buitenlandse adopties zijn geen bewijzen gevonden. Ierse adoptiebureaus zouden volgens eerdere beschuldigen hoge bedragen hebben ontvangen om de adopties van 1638 kinderen te organiseren. Het merendeel van deze kinderen kwam in de Verenigde Staten terecht.
Het hoofd van de Ierse Rooms-Katholieke Kerk bood dinsdagavond al zonder voorbehoud zijn verontschuldigingen aan aan de overlevenden van de door de kerk gerunde tehuizen. „Ik bied mijn onvoorwaardelijke excuses aan aan de overlevenden en aan al degenen die persoonlijk zijn betrokken bij deze realiteit die aan het licht is gekomen”, zei aartsbisschop Eamon Martin in een verklaring.