Terug naar Iran kan bekeerling Kavian Fallah-Mohammadi niet meer. Daar wacht hem tien jaar cel. Maar ook in Turkije leeft hij „nog steeds in volledige onzekerheid.”
Na zijn arrestatie in 2014 lijkt het er niet op dat Fallah-Mohammadi de Iraanse gevangenis ooit nog zal verlaten. „Je blijft hier net zo lang totdat je haar even wit is geworden als je tanden”, dreigen agenten hem.
Op het moment van zijn arrestatie enkele weken eerder is de bekeerling met andere christenen samengekomen in het huis van de Iraans-Assyrische predikant Victor Bet-Tamraz. Ze zijn genoodzaakt om in huizen af te spreken omdat bijna alle Perzischtalige kerken in Iran zijn gesloten. Het regime verbiedt diensten in het Farsi, de officiële taal in Iran.
„We zaten bijeen in het huis van predikant Victor om de geboorte van Christus te vieren”, vertelt Fallah-Mohammadi in een recent interview met mensenrechtenorganisatie Article 18. „We waren in gebed en aanbidding toen plotseling de deurbel ging en ongeveer vijftien agenten van het ministerie van Inlichtingen het huis binnenvielen en ons filmden. Plotseling heerste er een gevoel van paniek.”
Zwaarste straf
Een arrestatie volgt –terwijl de agenten geen arrestatiebevel voor hem hebben– en Fallah-Mohammadi belandt in sectie 209, de meest afschrikwekkende afdeling van de beruchte Evin-gevangenis in Teheran. „Ik heb 23 dagen in eenzame opsluiting gezeten, in een omgeving waar je nergens toegang toe hebt”, zegt Fallah-Mohammadi. „Zelfs mijn bril werd van me afgenomen.”
In de isoleercel knaagt de onzekerheid. „Je wist niet of je een dag of een week later zou worden ondervraagd, en ook niet hoe lang je op die plaats zou moeten blijven: een dag, een week, een maand, een jaar, een heel leven?” De momenten dat hij uit de cel mag –alleen voor ondervragingen– wordt hij geblinddoekt.
De rechter veroordeelt de bekeerling uiteindelijk in juli 2017 tot tien jaar gevangenisstraf wegens „handelen in strijd met de nationale veiligheid door het organiseren en leiden van een illegale huiskerk.” Deze gevangenisstraf is de zwaarste sanctie die de wet voorschrijft voor het leiden van een zogenaamde „illegale” bijeenkomst, legt Fallah-Mohammadi uit.
De Iraniër ziet in 2016 de bui echter al hangen en grijpt zijn kans terwijl hij op borgtocht vrij is. Net als veel andere Iraanse christenen en kerkleiders vlucht hij naar Turkije. Daar hoorde hij afgelopen zomer dat zijn hoger beroep tegen de celstraf is verworpen. Terug naar Iran kan hij niet meer.
Asiel
Tientallen andere Iraanse christenen bevinden zich in dezelfde situatie. Hoewel ze in Turkije niet vervolgd worden om hun geloof, leven ze onder zeer moeilijke omstandigheden. Zo mogen ze, ondanks hun asielaanvraag, niet werken. Velen willen Turkije dan ook graag verruilen voor de Verenigde Staten of Europa. Maar lang niet altijd krijgen ze asiel.
Ook de toekomst van Fallah-Mohammadi lijkt weinig rooskleurig. Hij heeft zich als asielzoeker bij de VN aangemeld, maar zijn zaak is na vier jaar nog steeds niet behandeld, zegt hij. Zijn aanvraag voor een humanitair visum in Australië wordt tot zijn grote ontsteltenis afgewezen. „Sinds ik Iran heb verlaten, leef ik nog steeds in volledige onzekerheid.”