Wereldwijde kerk krijgt body door christenmigranten
Christenen beseffen steeds meer dat ze binnen de wereldwijde kerk voor dezelfde uitdagingen staan. En dat betekent dat westerse en niet-westerse christenen in toenemende mate van elkaar kunnen leren. „We zijn aan elkaar gegeven.”
De ChristenUnie (CU) presenteerde maandag het boek ”Beelddragen. De wereldkerk en haar politieke opdracht”, onder redactie van Madelon Grant. Het boek is samengesteld in samenwerking met de Amerikaanse theoloog Philip Jenkins, die woensdag zou spreken op een symposium in Amsterdam maar zijn reis cancelde vanwege het coronavirus.
Bijdrage
In Nederland wonen christenen uit alle continenten. Zo’n één miljoen christenen met een migratieachtergrond komen in zo’n duizend kerken samen, van Leeuwarden tot Maastricht. „Het christelijke geloof groeit in deze gemeenschappen, terwijl het in autochtoon Nederland afneemt”, aldus Grant, projectonderzoeker bij het Wetenschappelijke Instituut van de CU. Dat geldt ook wereldwijd: de schatting is dat in 2050 westerse christenen slechts 20 procent van de drie miljard christenen zullen vormen.
De Nederlandse politiek wordt steeds meer geconfronteerd met religie terwijl ze daar steeds minder van begrijpt, aldus Grant. Christenmigranten leveren volgens haar een belangrijke maatschappelijke bijdrage aan het welzijn van hun leden, waarvan de overheid gebruik kan maken. En er zijn oecumenische kansen. „Het besef dat christenen in Nederland ook in politiek opzicht een minderheid zijn geworden, kan ruimte creëren voor groeiend bondgenootschap over culturele en kerkelijke muren heen.”
Pinksterkerken
De bundel belicht de wereldkerk vanuit het perspectief van de Oosters-Orthodoxe Kerk, de Koptisch-Orthodoxe Kerk en de kerk in Afrika en Latijns-Amerika. Thandi Soko-de Jong en Klaas Bom, beiden verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), schrijven over de „veranderende kracht van het pentecostalisme.” Zij stellen dat het neopentecostalisme niet eenduidig te beschrijven is met de term ”welvaartsevangelie”.
Deze pinksterstroming richt zich op het overwinnen van het kwaad, waaronder ook fysieke en materiële ellende wordt verstaan. Christenen worden opgeroepen om de duivel te bestrijden in plaats van te streven naar radicale hervormingen. Neopentecostalen zijn vaak conservatief; ze volgen de leiders en worden vaak aangemoedigd om met hun materiële ‘zegeningen’ en politieke macht te pronken als bewijs van hun geestelijk succes. Maar, zo waarschuwen de schrijvers, als de beweging de aansluiting met de armen en kanslozen kwijtraakt, verliest zij haar unieke positie.
Tinyuko Maluleke (Pretoria) en Wietske de Jong-Kumru (Flensburg) stellen dat de westerse theologie de zuidelijke christenheid niet heeft geïntegreerd. „Christelijke theologie in Afrika is een volwassen theologie.”