In de kerk is het zondag oudejaarsdag
In veel protestantse kerken is het zondag oudejaarsdag. Dat klinkt een beetje wonderlijk, een maand voor Kerst. Maar toch staat zondag de jaarwisseling al op de kerkelijke kalender omdat het op die dag eeuwigheidszondag is, de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Traditioneel worden dan in tal van gemeenten de overledenen herdacht. De laatste jaren gebeurt dat ook steeds vaker in orthodoxe gemeenten, al zijn er ook veel kerken waar de overledenen op 31 december worden herdacht.
Dat kerken feitelijk al oud en nieuw vieren –ruim een maand voor er in de maatschappij aan oudejaarsdag wordt gedacht– is niet zonder reden. Bestaat er bij veel mensen buiten de kerk nog steeds het gevoel dat de kerk ouderwets is en achter de feiten aan loopt, de praktijk is een totaal andere. De christelijke gemeente plaatst oudejaarsdag vóór de eerste adventszondag. Met het uitzien naar de geboorte van Jezus begint er iets nieuws. Een nieuwe pagina wordt opgeslagen en feitelijk begint op de eerste adventszondag het nieuwe jaar 2019 al.
Oudejaarsdag heet in het kerkelijke jargon eeuwigheidszondag. Ook dat is tekenend. Waar in de maatschappij op oudejaarsdag vooral teruggekeken wordt naar het oude jaar, wordt in de kerk vooruitgekeken. De blik is op de toekomst gericht. Niet op het nieuwe jaar of op de komende jaren, maar op de eeuwigheid. Meerjarenplannen kent de kerk in theologisch opzicht niet. Het gaat bij haar om tijd en eeuwigheid. Iets anders is er niet.
Alleen met de blik op de eeuwigheid kunnen zij die uit de tijd zijn, worden herdacht. Dat is trouwens een emotioneel moment, zeker voor mensen die de namen van hun dierbaren genoemd horen worden. Dat geeft verdriet en het doet de pijn van het gemis weer extra voelen. In sommige kerken worden juist daarom ook familieleden van overledenen uitgenodigd in de dienst aanwezig te zijn. Om samen te zijn, rondom de geopende Bijbel. De namen worden genoemd, er is een moment stilte en niet zelden wordt er aansluitend een psalm gezongen. Gods trouw, van eeuwigheid tot eeuwigheid voor degenen die Hem vrezen, is het contragewicht voor onze ontrouw en vergankelijkheid.
Calvinisten zijn niet zo van de rituelen, wordt soms wel waarderend gezegd. Orthodoxe protestanten doen het ritueel al snel af als „roomse poespas.” En er zijn zeker rituelen die de mens of het ritueel zelf in het middelpunt zetten. Maar ook is waar dat het ritueel een helende vorm kan zijn waarin verdriet uitgezegd wordt, terwijl er tegelijk ruimte is voor verwerking ervan. Geen plaats is daarvoor meer geschikt dan die waar de Bijbel letterlijk open ligt. Daar mogen de wonden getoond worden, daar worden ze ook verzorgd. Door te horen dat er bij al het vergankelijke Eén is Die blijft. „Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid”, zegt de schrijver van de Hebreeënbrief. Bij Hem zijn degenen die in Hem geloven veilig. Voor tijd en eeuwigheid.