Pas op in de supermarktjungle
Ik was deze week net te laat met het bestellen van mijn boodschappen. Wie vaak online winkelt, weet wat dat betekent: je moet een –veel– later bezorgtijdstip kiezen of zelf naar de winkel gaan.
_Mariska Dijkstra-Wolters schrijft over het dagelijks leven.
En meer. Soms met een knipoog. _
Omdat ik diezelfde avond nog een maaltijd op tafel moet zien te krijgen, kies ik voor een bezoek aan de supermarkt. Een lastig punt is dat het assortiment erop is ingericht om je zo veel mogelijk te laten kopen. En bedrijfsleiders weten dat een mens nu eenmaal makkelijker is te verleiden met zoete, vette producten dan met groente en fruit. Ik zet me dus mentaal schrap vóórdat ik de supermarktjungle binnenstap. Bijna hardop zeg ik tegen mezelf: „Pas op! Geen snoep en koek.”
Ik kom binnen bij de groente. Broccoli, ijsbergsla en een zak appels verhuizen van hun plek in een krat naar m’n kar. Dat gaat goed. Daarna is de broodafdeling aan de beurt. Daar ruikt het lekker. Niet naar bruine pistoletjes met zonnebloempitten, maar naar croissants en puddingbroodjes. Ik merk opeens dat ik trek heb. Maar nee, mijn innerlijke stemmetje klinkt duidelijk: „Geen koek, dus ook geen zoete broodjes.” En volkorenbrood? Dat mag gelukkig wel.
Ik heb gelezen dat granola een gezond alternatief voor cruesli is. Dus pak ik wat zakken om de voedingswaarde te checken. Het blijkt niet alles granola wat er blinkt. Sommige soorten bestaan voor minstens een kwart uit suikers. Dan maar havermout en noten kopen, om zelf een gezond ontbijt te kunnen samenstellen.
In de buitenste ring van de supermarkt blijken de gezondste producten te liggen. In het centrum moet je extra oppassen, want daar liggen de grootste verleidingen. Pindakaas, hagelslag, het lukt me om deze belegsoorten te laten liggen. Maar daar gaat opeens een ontbijtkoek mijn karretje in. Er staat groot ”Zero” op. Of het echt een gezond alternatief is? Dat bekijk ik thuis wel.
Oei, de chocolade is in de aanbieding. Tony’s Chocolonely voor minder dan 3 euro, is dat niet extreem goedkoop? Had ik nu toch thuis maar iets gegeten; dat had het allemaal wat makkelijker gemaakt. Maar zelfs de chocolade kan ik links laten liggen.
Als ik bij de kassa aankom, vind ik dat ik het best goed gedaan heb. Terwijl ik het denk, leg ik een zak paaseitjes bij m’n spullen. Ik heb het pas door als ik afreken en de kar richting de uitgang duw.