Meditatie: Toepassing
„Wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Die Ik u zenden zal van de Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van de Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen.”
Johannes 15:26
Wanneer is het nu, en hoe gaat het, dat zij de taal van onze tekst („Mijn Liefste is mijn en ik ben Zijn, Die weidt onder leliën”) van harte kunnen toepassen? Dat moet zijn, mijn vrienden, door niets meer en niets minder dan een met het hart ondervonden werkelijkheid. En het is het ambt van God de Heilige Geest, de derde Persoon in de Heilige Drie-eenheid, om Christus in het hart te openbaren. Alle openbaringen die iemand mag voorwenden, maar niet door Hem gegeven zijn en niet voortgebracht zijn door de gezegende werking en toepassing van de Geest des Heeren Die Christus in het hart openbaart, zijn geen kwart penning waard.
Hoor wat onze Heere zegt: „Wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Die Ik u zenden zal van de Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van de Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen” (Johannes 15:26) en „Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en zal het u verkondigen” (Johannes 16:14). De geliefde kinderen van de Heere kunnen zeggen dat al de zegeningen van de God des verbonds zijn, dat alles wat ze weten, alles wat ze geloven, alles wat ze zien en alles wat ze geestelijk gevoelen, ondervonden moet worden tussen God en hun ziel en dat is het werk en de toepassing van de Geest van de levende God.
John Warburton,
predikant te Trowbridge
(”Preek over Hooglied 2:16a”, uitgave 1976)