SGP moet blijven getuigen
Politieke partijen zijn een verschijnsel uit de 19e eeuw. In de 20e eeuw kwamen ze tot bloei, maar hoe kunnen ze in de 21e eeuw overleven? Individualisering en ontideologisering maken hun positie wankel. En hoe verhoudt een christelijke partij zich tot de kerk?
De SGP bestond onlangs honderd jaar, maar daarmee is zij bepaald nog niet de oudste partij ter wereld. De Duitse SPD (Sozialdemokratische Partei Deutschlands) werd in 1891 opgericht. In de VS wordt het politieke landschap sinds de tweede helft van de 19e eeuw bepaald door de Democraten en de Republikeinen.
De meeste partijen hebben het tegenwoordig niet gemakkelijk. De groep trouwe kiezers op wie men voorheen in goede en slechte tijden staat kon maken, wordt steeds kleiner. Ook onder politici is de partijtrouw niet meer zo groot als vroeger. In het geval van een conflict begint men gemakkelijk voor zichzelf of loopt men over naar een andere partij.
Ook het teruglopende en vergrijzende ledenbestand zegt veel. Het CDA, qua ledental de grootste partij van Nederland, heeft 47.000 leden. Maar vergelijk dat eens met de voorlopers van die partij. De KVP had vroeger meer dan 400.000 leden en de ARP 100.000. Een teken aan de wand is ook dat zelfs de grotere partijen in toenemende mate moeite hebben om geschikte kandidaten voor de gemeenteraad te vinden.
De christendemocraten in Europa zijn duidelijk op hun retour en hetzelfde geldt van de sociaaldemocratische familie. De jongste verkiezingsuitslagen voor de PvdA en voor de Franse socialisten waren dramatisch.
Volkspartij
Daarbij vergeleken is de SGP een ‘ouderwetse’ partij, die duidelijk minder last heeft van de kwalen van deze tijd. Met een ledental van ruim 30.000 streeft zij partijen als D66 en GroenLinks voorbij. En daarbij moet je bedenken dat het aantal vrouwelijke leden van de partij minimaal is. Iets van 5 procent. De partij kan ook rekenen op een stabiel kiezerskorps, zeker vergeleken met dat van andere partijen.
Qua maatschappelijke positie vormen de leden een dwarsdoorsnede van de bevolking. De SGP is wat dat betreft een volkspartij. Meer dan andere partijen. De godsdienstige achtergrond van de leden geeft uiteraard een heel ander beeld. De SGP is nu eenmaal een gereformeerde partij. Allochtonen kom je er zelden tegen.
Uit onderzoek blijkt dat SGP-leden een opvallend sterke binding hebben aan hun partij. Bijna 40 procent kan zich niet voorstellen ooit als lid te zullen bedanken en van zo’n 60 procent van de leden geldt dat ze momenteel geen enkele behoefte hebben om dat te doen.
Dat alles wil niet zeggen dat ontwikkelingen als individualisering en ontideologisering aan een partij als de SGP voorbijgaan. Wel is het zo dat dergelijke tendensen bij die partij tot op heden veel minder sterk zijn dan elders het geval is.
Individualisering
De huidige individualisering betekent dat mensen erg gesteld zijn op hun vrijheid. Ze beschouwen zichzelf al gauw als een unieke persoonlijkheid die niet in een hokje past. Ze laten hun opstelling niet bepalen door hun afkomst (familie, kerk). Ze maken zelf hun keuzes, en die zijn lang niet altijd blijvend.
Dat betekent dat mensen zich niet meer zo gemakkelijk binden (zowel qua lidmaatschap als mentaal) aan een organisatie. En de bindingen die men heeft, gelden meestal maar zolang als het duurt. Het zijn geen principiële keuzes voor de rest van het leven. In speciale gevallen wil men zich nog wel ergens voor inzetten, het liefst voor een concreet doel dat actueel is en aanspreekt. Meer moet je niet verwachten.
Ontideologisering betekent dat men geen behoefte heeft aan een alomvattende levensbeschouwing. Politieke ideologieën en theologische stelsels hebben voor velen hun aantrekkingskracht verloren. Men kiest eerder voor pragmatische oplossingen die geen diepere fundering behoeven.
Iets dergelijks zien we ook op het kerkelijk erf. De leer, waar vorige generaties zich druk over maakten, is niet meer zo in tel. Men kiest eerder voor een kerkelijke gemeente vanwege de sfeer dan op grond van de leer.
Bij elkaar betekent dit dat de betrokkenheid bij grote maatschappelijke problemen en politieke strijdvragen afneemt. In ieder geval de betrokkenheid bij organisaties zoals politieke partijen, die zich structureel met deze vragen willen bezighouden. De vraag ”hoe word ik gelukkig?” is in veler oog een stuk urgenter en relevanter dan de vraag ”hoe moet het in de samenleving toe gaan?”.
Teruglopende betrokkenheid
Het mag dan zo zijn dat, vergeleken met andere partijen, de SGP een tamelijk vitale en solide indruk maakt, als je het met vroeger vergelijkt, is wel duidelijk dat de betrokkenheid van de achterban bij en de principiële binding aan de partij teruglopen. Zeker bij de jongere generatie. Het is al vaker geconstateerd dat ontwikkelingen in de brede maatschappij zich pas na verloop van tijd ook voordoen in de gereformeerde gezindte.
De keuze voor de SGP bij de stembus is minder vanzelfsprekend geworden, de opkomst op vergaderingen van plaatselijke kiesverenigingen en afdelingen is vaak teleurstellend en het vinden van bestuursleden is soms een hele opgave.
Hierbij is ook van betekenis dat het aantal organisaties in de SGP-kring de laatste decennia behoorlijk is toegenomen. Die doen ook allemaal een beroep op de inzet van mensen. Nu kun je wel een groot aantal organisaties en verbanden financieel steunen, maar je kunt je maar voor een beperkt aantal inzetten.
Aan kerken overlaten?
Bij de presentatie eind april van de bundel ”Mannen van Gods Woord” poneerde een van de medewerkers, dr. H. Vollaard (verbonden aan de Universiteit Utrecht), dat SGP’ers hun getuigende boodschap beter aan de kerken zouden kunnen overlaten. In de politiek zou men zich slechts moeten richten op wat haalbaar is. Is dat een zinvolle gedachte?
Ongetwijfeld heeft de kerk tot taak om een publiek getuigenis te geven. Dat gebeurt ook. Maar de primaire taak van de kerk ligt toch elders. Een kerk die zich sterk richt op allerlei maatschappelijke vragen en problemen, verliest gemakkelijk de fundamentele vraag naar een genadige God uit het oog. Daar zijn helaas genoeg voorbeelden van te geven.
Een christelijke politieke partij is te zien als het gevolg van een maatschappelijk proces waarin allerlei taken die vroeger door de kerk vervuld werden (ziekenverpleging, armenzorg, onderwijs enzovoort) in de loop der jaren zijn uitgebouwd en verzelfstandigd. Van belang is daarbij uiteraard dat de principiële uitgangspunten dezelfde blijven.
Nationaal forum
Wanneer een christelijke partij zich (vooral) richt op wat in de politieke situatie haalbaar is, laat zij echter een wezenlijk deel van haar opdracht liggen. Ze zwijgt wanneer ze moet spreken. Zo’n partij kan net zo goed opgeheven worden.
De staatsburger die zich gebonden weet aan Gods Woord kan moeilijk politiek actief worden binnen een seculiere partij. Zo’n partij heeft immers allerlei standpunten die hij niet kan onderschrijven. Standpunten die hem in gewetensproblemen zouden moeten brengen.
Wie daar geen oog voor heeft, loopt het risico dat hij een program en een beleid gaat verdedigen die principieel niet door de beugel kunnen. De opstelling van veel evangelicals ten aanzien van de Amerikaanse president Trump is daar een duidelijk voorbeeld van.
Daarbij komt dat een christelijke partij meer gedetailleerd kan ingaan op principieel gevoelige kwesties dan een kerk. Zij brengt haar boodschap in het parlement, het nationale forum bij uitstek. En dat op een moment dat die zaak daar actueel is. Bovendien kan men in het parlement zaken agenderen die anders wellicht niet aan de orde zouden komen. Ook dat is van groot belang.