Justitie moet Coöperatie Laatste Wil blijven volgen
De Coöperatie Laatste Wil maakt voorlopig een pas op de plaats. Nadat het openbaar ministerie zijn tanden liet zien en de organisatie aanschreef en aansprak zijn haar bizarre plannen voor het aanprijzen en beschikbaar stellen van zelfmoordpoeder aan geïnteresseerde coöperatieleden gelukkig van de baan.
Dat is goed nieuws, zeker na de aangrijpende suïcide van een jonge vrouw uit Brabant, enkele weken geleden. Zij werd op de laagdrempelige beschikbaarheid van het poeder geattendeerd door de luidruchtige manier waarop de coöperatie het nieuws zocht, met haar dood als gevolg.
Dat de coöperatie ongegeneerd met haar plannen naar buiten trad en al volop voorbereidingen trof om deze uit te voeren, liet opnieuw zien dat de bravoure en de macht van de levenseindelobby in Nederland vrijwel onbegrensd zijn. En dat de tactiek waarmee zij in het verleden al de nodige wissels wist om te zetten nog altijd doeltreffend blijkt.
Een van de pijlers onder die tactiek is het provoceren van justitie. De coöperatie claimde eerst triomfantelijk het nieuwe, effectieve zelfdodingsmiddel te hebben ontdekt. Vervolgens tuigde zij een omslachtige en ondoorzichtige bestel-, inkoop- en verspreidingsprocedure op. Leden die belangstelling hadden voor het poeder konden het via Laatste Wil in hun bezit krijgen, maar dan zo dat de coöperatie niet rechtstreeks kon worden beschuldigd van hulp bij zelfdoding.
Die opzet had effect. Maandenlang moest justitie behoedzaamheid betrachten en toekijken. Pas toen de coöperatie op 14 maart aankondigde dat inkopers het middel gingen bestellen, trok het openbaar ministerie een streep. Intussen registreerden de media nauwgezet en stipt hoe de coöperatie het ene na het andere recordaantal leden brak.
Door voortdurend cijfers over die ledengroei naar buiten te brengen, slaagde de coöperatie er meesterlijk in het beeld te creëren dat de overgrote meerderheid van alle burgers in Nederland, jong én oud, op het punt staat ruimte op te gaan eisen voor het kunnen sterven in eigen regie.
Die voorstelling van zaken is absoluut misleidend. Zelfs na een uitbundige, vijftien jaar lange euthanasiemarketing sterft anno 2018 nog steeds 95 procent van alle Nederlanders zonder actieve levensbeëindiging door of met behulp van een arts. Het overlijden van de Brabantse vrouw liet bovendien zien dat er burgers zijn die niet behoren tot de doelgroep van Laatste Wil, maar voor wie haar onbesuisde optreden letterlijk levensbedreigend is.
De toezegging van het OM om de Coöperatie Laatste Wil de komende tijd nauwlettend te blijven volgen, is behalve een aankondiging dan ook zeker een verplichting. Kwetsbare mensen zoals deze vrouw moeten worden beschermd tegen organisaties die anderen de weg wijzen naar de dood en dat hoe dan ook opvatten als een daad van barmhartigheid.