Hij zal die eerste augustusweek van het jaar 2000 niet snel vergeten. Ds. J. M. D. de Heer, nu predikant van de gereformeerde gemeente te Middelburg-Centrum, struinde toen als kerkredacteur van het Reformatorisch Dagblad door de Amsterdamse RAI, tussen 11.000 evangelisten uit ruim 200 landen.
„Billy Graham wilde met dit congres de fakkel van zijn evangelisatiewerk overdragen aan een nieuwe generatie. Dat pakte hij groots aan, echt op z’n Amerikaans. Maar, hij deed het wel. Uit bewogenheid met een verloren wereld.”
Het was niet mogelijk om Billy Graham zelf te ontmoeten. „De ziekte van Parkinson belette hem om het congres te bezoeken.”
Ds. De Heer ‘ontmoette’ hem wel in diens ruim 600 pagina’s tellende autobiografie ”Just as I am”. „Ook daarin proef je een Amerikaanse methodistische sfeer, met grote aantallen mensen die onder zijn opwekkingsboodschap de „keuze voor Jezus” maakten. Dat gaf een gevoel van afstand. Toch, als ik de boeken van Graham –vooral die uit de jaren vijftig van de vorige eeuw– vergelijk met de doorsneeboodschap van de hedendaagse evangelische wereld, dan kies ik met overtuiging voor Graham. Want diep in zijn hart geloofde hij dat wedergeboorte een werk van God is.”
En, zegt de predikant, zou er nu nog een markt zijn voor een boek als ”De zonde onder ons”, met zeven hoofdstukken over hoogmoed, toorn, naijver, onzedelijkheid, gulzigheid, luiheid en gierigheid? „Juist die kant van Billy Graham heeft me aangesproken. Hij wilde de Bijbel naspreken en ging daarom ernstige onderwerpen niet uit de weg. Ik zou zeggen: ook reformatorisch Nederland kan daarvan leren.”