Emotionele vergadering PKN over zegening homo’s
Een besluit werd er niet genomen, maar de emoties op de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) liepen vrijdag in Doorn hoog op. Moet de kerk ruimte geven aan het inzegenen van homorelaties?
Het moderamen (synodebestuur) had weinig trek in een inhoudelijke discussie over de vraag of de zegening van homorelaties kerkordelijk gelijkgeschakeld moet worden met de inzegening van een huwelijk. Zo’n gesprek leidt alleen maar tot polarisatie in de kerk, zei scriba dr. R. de Reuver vrijdag.
In de Protestantse Kerkorde wordt in ordinantie 5.3 bewust de term ”inzegening” gereserveerd voor het huwelijk tussen een man en een vrouw. In ordinantie 5.4 wordt voor niet-huwelijkse relaties, zoals tussen twee personen van hetzelfde geslacht, het woord ”zegening” gebruikt. Dat is om het onderscheid tussen huwelijk en niet-huwelijkse relaties aan te geven. Maar organisaties die zich inzetten voor de emancipatie van onder anderen homo’s, vroegen de kerk dit onderscheid op te heffen.
Het moderamen denkt echter dat een gemeenschappelijke visie binnen de Protestantse Kerk niet mogelijk is. Omdat de gemeenten de vrijheid hebben in hoe ze met deze ordinanties omgaan, is het volgens het moderamen niet „wenselijk” om de tekst hiervan te wijzigen. In de praktijk wordt er bovendien weinig onderscheid gemaakt tussen zegenen en inzegenen.
„Als we nu een kerkordetraject starten, zet je het gesprek weer op scherp”, aldus dr. De Reuver. „Het moderamen wil het gesprek juist koesteren en bevorderen.”
Om dit gesprek op gang te brengen, vertelden Herman van Wijngaarden en ds. A. M. van Briemen (Boskoop) hun persoonlijk verhaal. Van Wijngaarden, werkzaam bij de HGJB en actief in de organisatie Hart van Homo’s, zei dat hij er bewust voor heeft gekozen om geen relatie aan te gaan. „Dat heeft vooral te maken met het onderwijs van Jezus over huwelijk en seksualiteit.”
Ds. Van Briemen heeft een „Gereformeerde Bondsachtergrond.” Ze koos na „veel strijd” voor „de weg van de liefde” en ging een relatie aan. „De veroordeling die ik vreesde, kwam er inderdaad. Lege plekken in de kerk, preekbeurten die werden afgezegd, mensen die me in de winkel de rug toekeerden.”
Volgens haar staan er in de kerk letterlijk levens op het spel. „Ik gun niemand de weg die ik ben gegaan. Maar God heeft me vastgehouden. Liefde drijft de angst uit.”
De synodeleden gingen in groepjes uiteen om over kerk, homoseksualiteit en zegen te spreken. Op tafel lagen inmiddels drie tegenvoorstellen om het onderscheid tussen huwelijk en andere relaties op te heffen. Zo wil ouderling P. Goudkamp (Abcoude) een „volledig inclusieve kerk” waarin „elk naar burgerlijk recht tot stand gekomen huwelijk kan worden ingezegend.” Wel moet er ruimte blijven bestaan voor gemeenten om hieraan plaatselijk een andere invulling te geven.
Terug in de vergaderzaal blijkt het moderamen een ommezwaai te hebben gemaakt. „Er hebben bijzondere gesprekken plaatsgevonden”, verklaarde dr. De Reuver. Het synodebestuur trok het besluitvoorstel in om eerst het gesprek te kunnen voeren. Binnen een jaar komt het moderamen op het thema terug.
Een groot aantal synodeleden vroeg daarop het woord. Ds. C. K. J. Pronk (Boornbergum) vertelde een persoonlijk verhaal. „Hoe kun je je dochter uitleggen dat God van iedereen evenveel houdt, maar dat ze niet in de kerk mag trouwen? Dat is een emotioneel dilemma.”
Ds. M. J. Tekelenburg (Reeuwijk) was blij met het voorstel van het moderamen. „We zouden het gesprek aangaan; dan moet je niet op een vrijdagmiddag laat nog even een besluit nemen.”
„Ik kan me niet veel synodevergaderingen herinneren waarop zoveel emoties naar boven kwamen”, concludeerde dr. De Reuver. „Wat is het mooi om samen kerk te zijn. En wat is het lastig.”
Wat hem betreft staat de PKN voor een „inclusieve” kerk. „Voor die ene tafel, waar we brood en wijn met elkaar delen. God ziet beide zonen aan, uit liefde, zowel homo’s als hetero’s. En ook degenen die innerlijk geen ruimte vinden om homohuwelijken in te zegenen. Het is een uitdaging voor het moderamen en de synode om dit kerkordelijk te verwoorden.”