Er moet snel een oplossing komen voor de „acute nood” van vluchtelingenkinderen op de Griekse eilanden. Meer dan 700 predikanten en voorgangers roepen de Tweede Kamerfracties van CDA en ChristenUnie in een petitie op daar werk van te maken.
Op het Griekse vasteland zullen „op korte termijn” 48 alleenstaande minderjarige asielzoekers „veilige opvang” krijgen, bekostigd door Nederland. Dat schreef staatssecretaris Ankie Broekers-Knol op 7 mei aan de Tweede Kamer. Dat die opvang nog niet gerealiseerd is, baart veel predikanten en voorgangers zorgen.
Ze willen van de regeringspartijen CDA en ChristenUnie weten welke garanties zij hebben dat het plan van de grond komt. Ook vragen ze of beide partijen de regering willen verzoeken kinderen in Nederland op te vangen als opvang in Griekenland niet lukt of als andere kinderen „onvoldoende hulp ontvangen.”
Initiatiefnemer is Jan de Beer uit Zwolle, opvangouder van een minderjarige Afghaanse vluchteling. Hij was teleurgesteld toen de Tweede Kamer begin juli een motie verwierp om vijftig kinderen uit Lesbos in Nederland op te vangen, mede doordat CDA en CU vanwege afspraken binnen de coalitie tegenstemden.
De Beer riep Zwolse voorgangers op hun zorgen over de „erbarmelijke omstandigheden” van kinderen op Lesbos bij de Tweede Kamerfracties van CDA en CU onder de aandacht te brengen. Uiteindelijk ging de oproep het hele land door en zetten voorgangers uit protestantse, rooms-katholieke en evangelische kring hun handtekening eronder. De brief wordt komende woensdag overhandigd, waarna een delegatie erover in gesprek gaat met de Kamerleden Madeleine van Toorenburg (CDA) en Joël Voordewind (CU).
Onder de –tot deze vrijdagochtend– 719 ondertekenaars zijn ruim 50 predikanten uit de Christelijke Gereformeerde Kerken. Ook prof. H. G. L. Peels, hoogleraar aan de TUA, steunt de oproep. „Ik zet bijna nooit mijn naam onder een politiek manifest, maar dit is een cri de coeur naar aanleiding van concrete nood. De politiek heeft soms mooie voornemens, maar als het gaat om opvang van vluchtelingenkinderen komt er weinig van terecht. Het is goed dat christelijk Nederland oproept om echt werk te maken van de opvang van de allerzwaksten naar wie niemand omziet.”
Ook ondertekenaar dr. M. Klaassen, hervormd predikant in Arnemuiden, wijst op de kwetsbaarheid van de weeskinderen in de Griekse kampen. „Ik volg de lijn van de SGP, waarvan ik hoofdbestuurslid ben. Het gaat om een afgebakende, kwetsbare groep van honderden kinderen die niets hebben. Vanuit de Bijbelse notie van barmhartigheid verdient die onze steun. Daarom sta ik van harte achter dit appel. Ik hoop dat dit het CDA en de ChristenUnie aan het denken zet.”
De protestantse predikant ds. A. A. Wijlhuizen uit Apeldoorn zag de nood van de kinderen vorige maand met eigen ogen, toen hij als vrijwilliger op Lesbos was. In een afgesloten deel van kamp Moria, achter hoge hekken, deed hij spelletjes met alleenstaande minderjarige vluchtelingen. Hij probeerde contact te maken met een meisje met verband om haar armen en benen dat zat te tekenen. „De blik in haar ogen vergeet ik nooit. Ze keek naar me, maar het was alsof ze me niet zag. Een oudere broer van haar stond tegen het hek geleund. Ik dacht: Wat hebben jullie allemaal al meegemaakt?”
Ds. Wijlhuizen gaat samen met twee initiatiefnemers van de brief het gesprek met CDA en CU aan. „Ik neem de kinderen op Lesbos in gedachten mee en wil de Kamerleden duidelijk maken dat zij een appel op ons doen. Ik hoop dat er echt een oplossing voor deze groep komt.”
Zie ook pagina 2