„Veel mensen op Curaçao hebben het financieel heel moeilijk en zijn boos. Ze zien de politici in de media eindeloos praten en hebben het gevoel dat ze niets voor hen, voor het volk, doen. Dat is de reden waarom mensen de straat op gaan.” Dat zegt Amado ‘Broertje’ Rojer, leider van politieke partij PAN en een van de woordvoerders van de demonstranten die woensdag op Curaçao de straat op gingen.
Een manifestatie van vuilnismannen liep woensdag uit de hand toen de oproerpolitie werd ingezet en honderden boze demonstranten vernielingen aanrichtten en winkels plunderden in de binnenstad van Willemstad. Minister van Justitie Quincy Girigorie sprak van „bendes die zich bij de manifestatie aansloten om misbruik van de onrust te maken”.
Rojer betreurt het dat de situatie uit de hand is gelopen met plunderingen en vernielingen. „Maar we moeten erkennen dat heel veel mensen het financieel moeilijk hebben. Dat is al jaren zo, maar door de coronacrisis heeft de oom of tante die normaal een handje kon helpen nu ook geen geld meer.”
Volgens Rojer speelt er bij sommige mensen ook onwetendheid mee. „Ze zien de politici in net pak praten op tv en vinden dat die hen direct moeten helpen. Zo werkt het natuurlijk niet. Maar aan de andere kant laat de huidige regering wel te weinig daadkracht zien. Daarom willen zoveel mensen dat ze opstappen.”
PAN is een kleine beweging, de partij is niet vertegenwoordigd in het parlement. Maar Rojer zegt goed te weten wat er „onder het volk” leeft. „De financiële situatie van veel mensen is schrijnend. Dat is de kern van het probleem.”