Omwonenden van de Westerschelde en de chemische fabriek Chemours in Dordrecht willen door onderzoek meer duidelijkheid krijgen over hoeveel PFAS in de leefomgeving en mogelijk ook in hun lichaam zitten. Ook willen ze weten wat de mogelijke gevolgen daarvan zijn voor de gezondheid en welke effecten PFAS op het milieu hebben.
Dat komt naar voren uit een peiling van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onder ruim 4300 bewoners. Veel van die omwonenden vinden ook dat de overheid en bedrijven hun verantwoordelijkheid moeten nemen en ervoor moeten zorgen dat de uitstoot en de lozingen van PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen) stoppen. Ook vragen ze om meer en begrijpelijke informatie over PFAS.
Het RIVM doet een aantal aanbevelingen om bewoners meer informatie over PFAS te kunnen geven. Daarbij gaat het onder meer om het meten en monitoren van de concentraties PFAS in de leefomgeving. Ook stelt het RIVM voor met data in kaart te brengen in hoeverre aandoeningen en ziektes die mogelijk samenhangen met PFAS vaker voorkomen in de omgeving van Chemours en het gebied van de Westerschelde. Een andere aanbeveling is een pilotonderzoek om een idee te krijgen van het aandeel van Chemours in de totale hoeveelheid PFAS in de omgeving van de fabriek.
Het RIVM heeft de verkenning uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het is aan de ministeries om te bepalen hoe ze de adviezen opvolgen.
Uit eerdere onderzoeken is onder meer naar voren gekomen dat een aantal vissoorten, schaal- en schelpdieren in de Westerschelde PFAS-concentraties hebben die boven de wettelijke limieten uitkomen. Ook over de vervuiling door Chemours bestaan al jarenlang zorgen.