Hoe haalbaar is anderhalve meter afstand in de klas?
Scholen zitten in spanning. Mogen ze na de meivakantie weer open of niet? En hoe dan? Drie schoolleiders blikken vooruit op het scenario van de anderhalvemeterschool.
„Als ik schoolhoofd was, zou ik alvast gaan nadenken”, zei premier Rutte anderhalve week geleden op zijn persconferentie. „Hoe zou de anderhalvemeterschool eruit kunnen zien?” Dinsdag hakt het kabinet een knoop door over een heropening van scholen.
Het onderwijs op afstand moet niet veel langer meer gaan duren, merkte directeur Lies de Korte van de Ds. G. H. Kerstenschool in Yerseke vorige week. „Goed dat het nu vakantie is. Dan is de druk er thuis even af.” Hij verwacht dat ouders en kinderen vanaf 6 mei weer „een frisse start” kunnen maken met het thuisonderwijs. „Na drie of vier weken hebben zij weer een periode van rust nodig. Met nog acht weken te gaan tot de zomervakantie, zal dat zwaar worden.”
Toch is hij er niet zonder meer voorstander van dat de scholen weer open gaan. De Korte wil eerst „gedegen onderzoek” naar de risico’s. Het kabinet zou volgens hem moeten wachten op de uitkomsten van RIVM-onderzoek naar de besmetting door en voor kinderen. Hij ziet nog niet gebeuren dat op 6 mei alle 400 leerlingen weer naar school komen, maar bekijkt wel opties voor een heropening. Afstand houden in de school wordt lastig, denkt de directeur. „We kunnen wel zeggen dat ouders niet naar binnen mogen komen, maar in de straat kunnen we die 1,5 meter niet garanderen. Wij hebben 125 kleuters, dus er komen hier elke dag 125 moeders aanfietsen.” Behalve in de kleuterklassen ziet hij het binnen de school beter zitten om afstand te bewaren. „Zet tafeltjes uit elkaar en gebruik ruimte elders, van bijvoorbeeld de gemeente of een kerk.”
In dat geval zouden halve klassen in dagdelen moeten draaien. „Onze kleinste groep –een klas van 20– opsplitsen past net. Maar met 15 leerlingen in een lokaal haal je de 1,5 meter afstand al niet. En dan nog zijn er de momenten van binnenkomen, naar huis gaan en spelen.”
Van een kortere zomervakantie is hij geen voorstander. „Leerkrachten hebben een heftige periode achter de rug waarin veel van hen is gevraagd. Ook voor de kinderen is het fijn om straks gewoon zes weken vrij te hebben.”
Opsplitsen
De anderhalvemeterschool is onhaalbaar, vindt Riny van der Mark, algemeen directeur van Stichting Scholen met de Bijbel in de Betuwe, waaronder vijf basisscholen vallen. „Wij zien dat niet zitten. Qua ruimte kan het niet met groepen van 25 tot 32 leerlingen. Roostertechnisch wordt het ook erg ingewikkeld. Je moet een grote klas dan opsplitsen in vier groepen en even zo vaak je les afdraaien. Dat zou alleen maar achterstanden opleveren.”
Hij wijst erop dat kinderen ondanks de strenge maatregelen wel samen in de speeltuin mogen spelen. „Ik zou het vreemd vinden als de afstandseis dan wel geldt in de klas. Het lijkt me ook praktisch onuitvoerbaar. Je moet de 1,5 meter dan de hele dag door waarborgen, ook op het plein in de pauze. Het middel moet niet erger zijn dan de kwaal.”
Thuisonderwijs is voor de overgrote meerderheid van de gezinnen goed te doen, zegt Van der Mark. „Voor zorgleerlingen en kinderen in complexe thuissituaties en uit gebroken gezinnen bieden we al opvang. Ik zie wel dat die groep groter wordt.”
Speelruimte
Arie Visser van de Augustinusschool in Papendrecht hoopt dat de scholen stapsgewijs open mogen. Thuisonderwijs wordt in sommige gezinnen lastiger, merkt de directeur. „Wel maak ik me ook zorgen over de gevolgen voor de gezondheid van leerkrachten en ouders.” Daarom wil hij graag eerst meer duidelijkheid over hoe makkelijk kinderen het virus overdragen. Visser hoopt op richtlijnen van de overheid. Hij heeft wel nagedacht over scenario’s, zoals lessen in dagdelen, maar die hangen volgens hem erg af van de speelruimte die scholen krijgen.