De Oosters-Orthodoxe Kerk kent geen aanbidding van heiligen. Ze vereren die alleen met aanraking en kussen.
Het RD wijdde twee artikelen aan Sergio Posad (2-1 en 3-1). Uit het tweede artikel over het klooster van de stad ten noorden van Moskou spreekt onkunde over de Russisch-Orthodoxe Kerk in het algemeen en het bezochte klooster in het bijzonder.
Zo stelt de auteur dat relieken worden aanbeden. Oosters-orthodoxen aanbidden relieken niet, maar vereren die. Aanbidding komt alleen God toe, verering ook de heiligen. De auteur beschrijft de verering van de relieken van de heilige Sergius. God laat zelf in de Heilige Schrift zien dat zelfs het gebeente van zijn heiligen, of voorwerpen die zij bij zich droegen, wonderdadige werking kunnen hebben, zoals het gebeente van Elisa of de kleding van Paulus. Vanaf de Vroege Kerk wordt daarom het gebeente van de gestorven heiligen zorgvuldig bewaard en op verschillende manieren vereerd. De verering vindt hier plaats in de vorm van aanraking en kussen. In de oosterse orthodoxie gelooft men met hele lichaam en niet alleen maar met het hoofd.
Iconen
Dit geloof met het hele lichaam maakt dat religieuze objecten binnen de Oosters-Orthodoxe Kerk een veel grotere rol spelen dan binnen de kerken van de Reformatie. Zo zijn iconen te vergelijken met het Evangelie, als een tastbare openbaring van God. Iconen zijn nageschilderde prototypen, die voor gelovigen een goddelijke herkomst hebben. Zo zijn er bijvoorbeeld de ”niet door mensenhanden gemaakte” afbeeldingen van Christus, die teruggaan op de overlevering van de afdruk van het gezicht van Christus in een stoffen doek.
Daarbij speelt ook de algemeen menselijke notie dat het heilige moet worden versierd. Het materiaal dat gebruikt wordt, hangt meestal samen met de functie. Hoe belangrijker de functie, hoe kostbaarder het materiaal.
Dat er bij het klooster van Sergio Pad een bron ontspringt, geeft het water dat daaruit voortkomt voor gelovigen natuurlijk een grote waarde. Dat het ”heilig” wordt genoemd, is dan net zo evident als het gebruik van water uit de Jordaan voor de doop van bijvoorbeeld onze prinsessen.
Gezegend brood
Het brood dat in de kerkzaal van het klooster wordt verkocht, noemt de auteur „heilig brood”. Dat is onjuist. Het gaat om gezegend brood, het zogenaamde ”prosphoron”. Hiervan wordt een klein deel tijdens de liturgie, waarin het maaltijdkarakter van de eucharistie veel centraler staat dan in de westerse kerken, geconsacreerd. Voor het klooster is de verkoop van de rest van dit brood een bron van inkomsten.
Hetzelfde geldt voor de gebedsintenties. Op briefjes worden namen geschreven, die dan samen met een donatie in een kist worden gestopt. Een gedeelte van het geld dat hiervoor gegeven wordt, gaat op aan het gebruik van kaarsen, wierook en dergelijke, noodzakelijk voor het op een goede manier vieren van de orthodoxe liturgie. Het gegeven geld moet eerder gezien worden als een donatie, als een offer, binnen de pelgrimage die veel mensen naar dit klooster maken. Het artikel vergelijkt deze praktijk met de verkoop van aflaten door de monnik Tetzel. Aflaten zijn verklaringen over het geestelijk heil van degene die ze kocht. Deze simonie is niet te vergelijken met het gebruik om monniken geld te geven (oorspronkelijk voor hun levensonderhoud, en in de loop der tijden ook voor het onderhoud aan de kloostergebouwen, sinds 1993 Unesco Werelderfgoed) voor brood, kaarsen en andere zaken die in het klooster geproduceerd worden.
De auteur is algemeen cultuurwetenschapper en godsdienstdocent.