De Statenvertaling heeft eeuwenlang „een groot stempel gedrukt op onze cultuur”, zei Kamervoorzitter Arib dinsdagmiddag.
Arib opende –in de centrale hal van het Tweede Kamergebouw– een tentoonstelling over de uit 1637 stammende Bijbelvertaling, die geïnitieerd en opgezet is door SGP-Kamerlid Bisschop.
„Ik zou nu, in de taal van de Statenvertaling, kunnen verhalen over hoe Roelof de achterliggende tijd ‘bergen heeft verzet’ om deze tentoonstelling te realiseren, dat andere fracties hem ‘zonder aanzien des persoons’ gesteund hebben omdat zijn idee bij hen ‘in goede aarde viel’, waarna hij uiteindelijk ‘loon naar werken’ kreeg. Maar daar zie ik toch maar vanaf”, aldus Arib.
„Voor mij was het vaak een verrassing”, aldus de Kamervoorzitter, „hoeveel woorden en uitdrukkingen –die ook in debatten gebruikt worden– afkomstig zijn uit de Statenvertaling.”
Dat deze tentoonstelling ín het Kamergebouw te bezichtigen valt, is volgens haar niet vreemd, gezien „de verwevenheid van de geschiedenis van de Staten-Generaal met de geschiedenis van de kerk.” En niet voor niets maakt de Statenvertaling, „naast Rembrandt en Hugo de Groot deel uit van de canon van de Nederlandse geschiedenis”, aldus de Kamervoorzitter.
De expositie, die aan de hand van 23 objecten informatie biedt over de Dordtse synode, over het ontstaan van de Statenvertaling en over de doorwerking van die vertaling in de Nederlandse cultuur, is op werkdagen gratig te bezichtigen tot en met februari 2020.