Column: Wat heeft Jeruzalem met Londen van doen?
Niet al het nieuws haalt de krant. Zo werd een paar weken geleden een instituut voor economie en theologie gelanceerd, maar daarvan werd in het RD geen verslag gedaan. Wel verscheen op Forum een ingekorte versie van een bijbehorende dubbeloratie van twee hoogleraren van dit instituut. Twee hoogleraren die in een en dezelfde bijeenkomst een openbare toespraak houden, is al nieuwswaardig. Maar een ”Erasmus Economics and Theology Institute” aan, jawel, de Erasmus Universiteit Rotterdam is dat helemaal. De Maasstad mag dan tegen de Biblebelt aanschuren, een theologisch instituut zou je elders verwachten.
Niet dat de Erasmus Universiteit een antireligieuze instelling is. Eerder areligieus of levensbeschouwelijk neutraal – tenminste, zo afficheert ze zichzelf graag. Een probleem hierbij is natuurlijk dat de naamgever, de priester Desiderius Erasmus, nogal gelovig was. De Rotterdammer was zonder twijfel minder streng in de leer dan Luther, maar nam het geloof hoe dan ook zeer serieus. De Erasmus Universiteit voerde hem nog wel eens op als ”filosoof”, bijvoorbeeld op haar website. In werkelijkheid studeerde Erasmus godgeleerdheid in Parijs en promoveerde hij tot doctor in de theologie in Turijn. Een filosofische graad had hij niet en de enige filosofie waar hij echt warm voor liep, was de ”philosophia Christi”, de filosofie van Christus.
Over economie had Erasmus geen mening, want die wetenschap bestond toen nog niet. Men studeerde geneeskunde, rechten of theologie, vaak voorafgegaan door filosofie. Op de eerste, de geneeskunde, schreef hij een lofrede: ”Lof der geneeskunst”. Voor een ”Lof der economie” was men bij hem aan het verkeerde adres. Over economische thema’s had hij sowieso weinig te melden, ook niet in zijn theologische en politieke geschriften. Luther was veel meer econoom dan Erasmus.
Van de koophandel moest Erasmus niet veel hebben. ”Viri Mercurialium”, mannen van de handelsgod Mercurius, noemt hij kooplieden spottend. Hij correspondeerde met enkelen van hen, maar bij voorkeur over beschaafde onderwerpen. In een van zijn brieven verwijt hij de koopman Christian Northoff dat deze zijn broer Heinrich heeft verleid tot hetzelfde beroep. Zal hij, weggetrokken bij de Muzen, ook Mercurius en de god van de ondernemersgeest, Janus, gaan vereren? „Het meest dwaze en vulgaire mensensoort”, schrijft Erasmus elders, „is de handelaar, die zich op de meest vulgaire manieren bezighoudt met het allervulgairste: terwijl ze links en rechts liegen, meineed plegen, stelen, frauderen en bedriegen, voelen ze zich nog boven iedereen verheven omdat ze aan al hun vingers gouden ringen dragen.” Het is een citaat uit de ”Lof der zotheid”, waarin vrijwel alle beroepsgroepen op de korrel worden genomen. En toch zal het niet veel afwijken van hoe hij er echt over dacht.
Maar goed, een nieuw economie en theologie-instituut aan de Erasmus dus. Al even merkwaardig als de combinatie van Desiderius Erasmus en economie, is die van economie en theologie. Wat heeft Jeruzalem met Athene te maken? sneerde een kerkvader waar het ging over de relatie tussen het Evangelie en de klassieke filosofie. Met een variant daarop kunnen we ons afvragen: Wat heeft het theologische Jeruzalem met economiesteden als Londen, Chicago of Cambridge (Massachusetts) van doen? Gaat theologie niet over hemelse en economie over aardse zaken?
Met enige creativiteit kunnen alle wetenschappen wel gecombineerd worden. En toch ligt de combinatie economie en theologie meer voor de hand dan andere. Historisch gezien heeft de economische wetenschap namelijk theologische wortels. Veel van haar beoefenaars in de 19e eeuw – toen begon de economie zelfstandig te worden – waren geestelijken. Maar ook qua thematiek is er overlap. Zowel economen als theologen doordenken begrippen als schuld, hoop, vertrouwen en geluk en bestuderen de mens als een relationeel wezen. Dat zij elkaar iets kunnen leren, en van elkaar betere wetenschappers kunnen maken, is daarom zeer aannemelijk. Ook tussen Londen en Jeruzalem lopen wegen.
De auteur is werkzaam aan de Tilburg School of Catholic Theology. Zijn onderzoek richt zich op de verhouding tussen theologie en economie.