Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) moest in het dichtbevolkte Nederland de belangen van natuur en economische ontwikkeling tegen elkaar afwegen. Maar de rechter oordeelt dat het PAS strijdt met Europese natuurwetgeving. Vier reacties.
MOB-oprichter dringt aan op rentmeesterschap
„De tel ben ik een beetje kwijtgeraakt, maar het zit in die richting.” Honderden onder het Programma Aanpak Stikstof (PAS) afgegeven vergunningen sneuvelden al door Johan Vollenbroek uit Nijmegen. Sinds de uitspraak van de Raad van State krijgen de zeventigjarige schei- en natuurkundige en zijn organisatie, Mobilisation for the Environment (kortweg MOB), tal van mediaverzoeken.
Schade aan natuur en gezondheid zijn de kern van de zorgen van MOB, zoals ook bleek uit een brief die de organisatie naar premier Rutte stuurde. Vollenbroek, een van de oprichters van MOB, begon in 2015 samen met de Vereniging Leefmilieu en Stichting Werkgroep Behoud de Peel met „de PAS-aanval.” Nog steeds windt hij zich op over het PAS. „Wat ons zo dwarszit is dat een regering bewust wetgeving opzij schuift voor economische ontwikkeling. Economische ontwikkeling is prima hoor, daar hebben we niks tegen. Maar het kan niet zo zijn dat alles daarvoor moet wijken en ook de natuur eigenlijk kan opzouten. Want daar komt het eigenlijk op neer.”
Volgens Vollenbroek zet de regering „de bijl aan de voet van de rechtsstaat.” Dat MOB en twee andere kleine groepen en niet grote organisaties de procedure aanspanden, komt volgens hem doordat die „grotendeels geïnstitutionaliseerd” zijn.
Vollenbroek noemt het onzin als wordt gezegd dat ook verduurzamingsprojecten, zoals de bouw van windmolenparken, in de knel komen door de rechterlijke uitspraak. „Ik noem dat een stuk demagogie van het ministerie.” Volgens hem is er „als je een beetje creatief bent” best een oplossing te vinden, bijvoorbeeld door boeren in de omgeving een geldbedrag te geven om een bepaalde tijd geen nieuwe kippen of varkens te houden. Zo kan de stikstofuitstoot van bouwers worden gecompenseerd.
„Waarom mag Schiphol doorbouwen, en de woningbouw niet? Daar zie je het weer, die rechtsongelijkheid, waar deze regering in grossiert. Het is lak hebben aan eigen wetgeving.”
Bouwprojecten kunnen volgens Vollenbroek gemakkelijk worden vlot getrokken, bijvoorbeeld door de maximumsnelheid op snelwegen te verlagen.
De stikstofcrisis is volgens Vollenbroek, zelf afkomstig van een boerderij, te wijten aan de intensieve veehouderij, het wegverkeer, het vliegverkeer en de huishoudens. Hoewel hij het „inhoudelijk min of meer eens” is met het D66-plan om de veestapel te halveren, vindt hij dat ongelukkig gebracht, door de eenzijdige aandacht voor boeren. Een forse inkrimping van de veestapel vindt hij noodzakelijk. Boeren moeten wel „fatsoenlijk” worden uitgekocht.
Vollenbroek hekelt het ingewikkelde systeem rond ammoniak, fosfaat en nitraat, en pleit in plaats daarvan voor het veel eenvoudigere concept van grondgebonden veehouderij: een maximumaantal dieren op een bepaald stuk grond.
Vollenbroek heeft een oproep aan de christelijke partijen: „Maak werk van je rentmeesterschap! Want dat is helemaal ondergesneeuwd, ook in dit kabinet. Laat zien dat het niet slechts een regel is uit een boek van bijna 2000 jaar oud.”
„In veel natuurgebieden is het kritieke punt bereikt”
Het is vijf voor twaalf voor veel kwetsbare natuur in Nederland, vindt bioloog Wim Geraedts. Hij is specialist flora en fauna bij Geldersch Landschap & Kastelen. Deze organisatie beheert bijna 12.000 hectare natuurgebieden en landgoederen.
„Het is goed dat er na de uitspraak van de Raad van State duidelijkheid is over het PAS. Dat programma kwam erop neer dat de natuur moest samengaan met economische ontwikkeling. Daarin zijn we in Nederland veel te ver gegaan”, zegt Geraedts.
Volgens hem is Nederland in Europa kampioen in de uitstoot van stikstof naar de atmosfeer. Stikstof die neerslaat in de natuur leidt tot vermesting –een teveel aan voedingsstoffen waar bepaalde planten niet tegen kunnen– en verzuring van de grond. Stoffen als calcium en magnesium, die van nature in de bodem zitten, kunnen verzuring een tijdje tegenhouden. Maar deze zogeheten buffercapaciteit is eindig. In verzuurde grond kunnen planten moeilijker noodzakelijke voedingsstoffen opnemen, terwijl er uiteindelijk ook het giftige aluminium in vrijkomt.
De gevolgen van vermesting en verzuring zijn volgens Geraedts op de Veluwe overal zichtbaar. „Op droge graslanden en op de heide is het kritieke punt overschreden. Planten als het rozenkransje en wolverlei vind je bijna niet meer. Aan de oostkant van landgoed Staverden gaan zelfs bomen dood.” Indirect raakt het verdwijnen van planten ook de fauna. „Dagvlinders kwamen vroeger algemeen voor. Maar vandaag raken we de ene na de andere soort kwijt.”
Dat proces gaat door, ook al wordt de stikstofuitstoot fors verminderd. „De grote golf ellende moet nog komen. Er zit een overmaat aan stikstofverbindingen in de grond en ook in het grondwater. De klimaatverandering versterkt de problemen, dat is de afgelopen twee zomers duidelijk gebleken. Verdroging, verzuring en vermesting, het hangt allemaal met elkaar samen.”
Geraedts is somber gestemd. Hij verwijst naar het geruchtmakende boek Silent Spring, waarin de Amerikaanse biologe Rachel Carson in 1962 een ”dode lente” voorspelde als gevolg van de milieuverontreiniging. „Dat gaan we in Nederland nu beleven”, vreest hij.
Natuurbeheerders proberen de schade te herstellen, bijvoorbeeld door gebieden te vernatten, droge gronden te bekalken of af te plaggen. Dat heeft effect, zegt Geraedts: „Ten westen van Epe hebben we de vermeste toplaag afgegraven. Daar groeien nu weer orchideeën. Maar bijvoorbeeld in de Staverdense beek komt voortdurend smerig grondwater terecht, dat vol zit met voedingsstoffen en zwavel. Met dat water kunnen we niets.”
De bioloog vindt dat het stikstofprobleem bij de bron moet worden aangepakt: de uitstoot moet omlaag. Hij denkt daarbij vooral aan het verkeer en de veehouderij. „Die laatste veroorzaakt bijna de helft van het probleem. En dat wordt in verhouding nog meer als de elektrificering van het autoverkeer doorzet. De meest effectieve oplossing is volgens mij inkrimping van de veehouderij, bijvoorbeeld door warme sanering. De stikstofruimte die dat oplevert, moet vervolgens niet worden verhandeld, want dan bereiken we per saldo niets.”
Veehouder vestigt hoop op commissie-Remkes
Chiel Markus uit het Utrechtse Papekop is net als honderden andere veehouders door het onderuithalen van het PAS zijn natuurvergunning kwijtgeraakt. Ook zijn aanvraag was aangevochten door de activistische milieuorganisatie MOB uit Nijmegen. Tot aan de Raad van State.
Markus (71), die met zijn vrouw en zoon –eveneens Chiel geheten– het bedrijf runt: „We molken in 2015 zestig koeien. Dat jaar hebben we een nieuwe stal gebouwd voor honderd melkkoeien plus bijbehorend jongvee. We zitten hier niet zo ver van twee Natura 2000-natuurgebieden, de Nieuwkoopse plassen en de Reeuwijkse plassen. Daarom moesten we een natuurvergunning aanvragen.”
De nieuwe stal heeft smallere spleten in de roostervloer, waardoor er minder ammoniak vervluchtigt dan in de oude stal. Een vloer met dichtklappende rubberflappen in de spleten, die nog meer ammoniak tegenhoudt, durfde de familie Markus niet aan. „Dan krijg je ophoping van gassen onder de vloer. Dat kan gevaarlijk zijn.”
Markus had er niet op gerekend dat de vergunning vier jaar later alsnog zou worden vernietigd. „Wij dachten dat we veilig waren. Het is toch onvoorstelbaar dat dit gebeurt. Vergelijk het met de bouw van een nieuw huis, dat je een vergunning hebt en halverwege de bouw opeens te horen krijgt: Stoppen maar.”
Het is voor het veehoudersgezin de tweede tegenslag in korte tijd. „Door de invoering van fosfaatrechten in 2018 moesten we al dertig koeien opruimen, iets waar we nog een bezwaarprocedure tegen hebben lopen. Nu moeten we misschien nog verder inkrimpen.”
De Raad van State vernietigde tot nu toe ongeveer 140 vergunningen van veehouders. Volgens een inventarisatie van vakblad Boerderij deden lagere rechtbanken hetzelfde met zo’n 250 andere vergunningen en vrezen nog eens 150 veehouders dat het hen ook te wachten staat.
Markus is verontwaardigd. „Dit voelt als boeren wegpesten.” Voorlopig denkt de familie er niet over om nog meer koeien te verkopen. „Minister Schouten van Landbouw is aan zet. Zij heeft de commissie-Remkes gevraagd een oplossing te zoeken. Wij wachten eerst af waar die mee komt.”
Markus hoopt dat hij onder een vervanger voor het PAS alsnog een nieuwe vergunning kan krijgen. Lukt dat niet, dan ziet hij het somber in. „Dan is het voor ons voorbij, want we hebben de investeringen al gedaan. De stal heeft tonnen gekost. Zonder voldoende koeien kunnen we de financieringslasten niet opbrengen.”
De veehouder vindt het niet terecht dat de landbouw in het stikstofdossier de zwarte Piet krijgt toegespeeld. „Wij worden weggezet als vervuilers, terwijl weiland ook natuur is. Het gras dat onze koeien eten, legt 20.000 kilo CO2 per hectare vast.”
Een paar kilometer van de boerderij raast 24 uur per dag het verkeer over de snelweg A12. Markus: „Al die auto’s stoten stikstof uit, en dat gaat gewoon door.”
Ede kan met 66 projecten voorlopig niet verder
De gemeente Ede spant met 66 bouwprojecten in de wacht, de kroon bij het geruchtmakende ‘stikstofslot’. Vier vragen aan CDA-wethouder Willemien Vreugdenhil, die zowel economische ontwikkeling als natuurbeheer in haar portefeuille heeft.
Hoe is de stemming op uw gemeentehuis?
„Goed. Als gemeentebestuur zijn we hoopvol. Niet zozeer vanwege de landelijke ontwikkelingen. Maar omdat Ede al zo’n vijf jaar oefent met beleid waarmee natuur en biodiversiteit wordt hersteld en versterkt, juist in combinatie met woningbouw en andere projecten. De gemeente Ede ligt grotendeels in het hoogwaardige natuurgebied van de Hoge Veluwe. Het spanningsveld tussen landbouw, natuur en economische ontwikkeling kennen wij goed. We moeten die niet tegen elkaar uitspelen. Mijn indruk is dat dit beleid de nieuwe standaard wordt. We moeten de schepping goed benutten en bewaren.”
Kunt u dat toelichten?
„Onze gemeente heeft een grote agrarische sector. Wij hebben onszelf de norm opgelegd om de uitstoot van fijnstof bij stallen substantieel te verlagen. Om dit te bereiken verplichten we boeren om bij uitbreiding van hun bedrijf de best beschikbare technieken toe te passen, mits haalbaar en betaalbaar. Deze aanpak kunnen we nu kopiëren naar de toetsing van uitstoot van stikstof én andere stoffen. Bescherming van bodem, water en insecten staat voorop. Dat noemen wij natuurinclusief bouwen. Ecologen, bodem-, lucht- en waterdeskundigen kijken mee bij het ontwerp van een project naar de mate van verstoring van allerlei diersoorten. De stem van ecologen en deskundigen klinkt dus luider dan als ze pas in een laat stadium van de toets hun visie geven.”
Welke projecten liggen stil?
„Het gaat om woningbouw, uitbreiding van bedrijventerreinen, infrastructuur en veel agrarische bedrijvigheid. Ik denk aan de ontwikkeling van zo’n 65 woningen plus dorpshuis en sportzaal, in Otterlo, is daarvan een voorbeeld. Projecten die in de kern van de Veluwe liggen, lopen het grootste risico niet door te gaan. Aanvragen voor vergunningen blijven op de plank liggen, de aanvrager wachten nog op een besluit.
Voor kleine projecten, zoals de bouw van één woning, hebben we deze week de vergunningverlening weer hervat. Voor de grote projecten wachten we de adviezen van de commissie-Remkes af. Maar we bereiden die al wel voor. We kijken of we intern kunnen salderen: of klimaatneutraal en natuurinclusief bouwen de uitstoot van stikstof voldoende kan compenseren.”
Wat zijn de gevolgen?
„Wij moeten die bouwprojecten voor een deel afboeken, het kost ons dus geld. Ten slotte: we moeten ons niet blindstaren op stikstof. Alle vormen van uitstoot moeten integraal meegewogen worden.”