„Blanken eten zwarte kinderen”
Op visitatiereis voor de zending bezocht ik vorige week Malawi. Op weg naar een classisvergadering maakten we een stop voor een portie Malawiaanse ‘patat’: stukjes in olie gekookte aardappel, geserveerd met snippers groenten en tomaat, aangeboden in een plastic zakje. Hierop wachtend, wilde ik een foto maken van een jongen, die met argusogen stond te kijken naar de witte mannen in hun (bijna) zwarte pakken.
Dat ging niet vanzelf. Hij geloofde namelijk dat blanken erop uit zijn zwarte kinderen op te eten. Pas nadat een plaatselijke predikant hem verzekerd had dat dit niet waar was, ontdooide hij. Uiteindelijk lachte hij breeduit, toen hij zichzelf terugzag op het schermpje van de camera. Toen we verder trokken, hield hij zijn hand op: „Give me money, please…”
Deze ontmoeting geeft een rake typering van de echte verhouding tussen blank en zwart in Afrika. In de koloniale tijd zijn de blanken over het continent heen gelopen. Ze hebben het verdeeld onder de grootmachten en vervolgens leeggeroofd. Veel arbeidskrachten werden weggevoerd naar plantages. Veel grondstoffen zijn gebruikt voor de opbouw van westerse welvaart. Ten slotte is de plaatselijke economie vernietigd door producten uit de rijke landen.
Eten blanken zwarte kindertjes? Natuurlijk niet, hoe komt zo’n jongen op het idee. En toch heeft hij gelijk, al is het niet in letterlijke zin. De blanken hébben Afrika opgegeten. Het toch al niet zo rijke continent van zijn hulpbronnen beroofd. De bevolking het brood uit de mond gestoten en (door het verstoren van natuurlijke evenwichten) de mensen in diepe armoede gestort. Blanken hebben inderdaad zwarten opgegeten. De vraag is of de maaltijd al is afgelopen of nog steeds aan de gang is.
Ook Europa kende armoede. De crisis van de jaren dertig en vervolgens de Tweede Wereldoorlog eisten hun tol. De Verenigde Staten hebben het continent er weer bovenop geholpen door middel van de Marshallhulp, een soort ontwikkelingshulp voor Europa.
Met dit voorbeeld voor ogen is het Westen aan de slag gegaan om ook Afrika op te stuwen in de vaart der volkeren. Sinds de jaren zeventig zijn miljarden in het continent gestopt, teneinde ontwikkeling op gang te brengen. Het resultaat?
Terugkijkend op vijftig jaar ontwikkelingshulp moet je vaststellen dat dit bijna nihil geweest is. Hoe komt dat toch? Misschien was de hulp te veel op westerse leest geschoeid en werd er onvoldoende rekening gehouden met de Afrikaanse cultuur. Het kan ook zijn dat de positieve effecten van de hulp vooral aan het Westen zelf ten goede kwamen. Maar het belangrijkste is toch dat de bevolking ten gevolge van de hulp nog meer in een positie van afhankelijkheid gemanoeuvreerd werd. Hulp aanvaarden betekende alle initiatief uit handen geven en jezelf uitleveren aan de goodwill van de donor. De belangrijkste les die Afrikanen leerden was: je handen ophouden als er een blanke langskomt.
Tijdens mijn verblijf bladerde ik in het boek ”Het gat in ons Evangelie”. Voor westerse christenen is er ook een les te leren: Het accepteren van armoede waar dan ook past niet bij de navolging van Christus. Het oplossen ervan is een zaak van bidden en offeren. Bij het maken en uitvoeren van plannen kun je niet meer zijn dan medewerker. Het echte werk moet gebeuren onder eigenaarschap van de lokale bevolking. Hopelijk wordt deze les snel toegepast.
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl