Energietransitie niet gebaat bij schijnbaar goedkope oplossingen
In het RD (9-12) werd melding gemaakt van de Locoheat als eenvoudige en goedkope mogelijkheid om huizen gasloos te maken. Omdat een energietransitie eigenlijk altijd moeite kost, is het bij elke ‘makkelijke’ oplossing raadzaam om waakzaam te zijn.
De vorige energietransities die de samenleving meemaakte, hadden vaak direct zichtbare voordelen voor de gebruikers. Met de komst van steenkolen ontstond er distributie van energie, waardoor gebruikers niet meer zelf op pad hoefden om hun hout te kappen. Met de komst van aardgas werd het verwarmen van het huis vooral veel schoner.
De huidige energietransitie heeft onzekere voordelen op de lange termijn. Waar fossiele brandstoffen nagenoeg gratis uit de grond komen, gaat het veel geld kosten om ons hele energiesysteem om te bouwen en al die duurzame energie op te wekken en op te slaan.
De energietransitie is gebaat bij innovatie, maar het is funest voor het draagvlak van de energietransitie dat er regelmatig schijnoplossingen worden gepresenteerd. Hierbij wordt gesuggereerd dat de bestaande oplossingen ingewikkeld en duur zijn, terwijl er niet echt een alternatief geboden wordt.
Lager stroomverbruik
Om een nieuwe oplossing te kunnen beoordelen, is het allereerst raadzaam om de simpele natuurkundige wetten toe te passen. Daarbij is het altijd zo dat het verwarmen van een materiaal, zoals een compleet huis of een vat met tapwater, een vaste hoeveelheid energie kost. Deze energie kan worden toegevoegd door het verbranden van gas of door elektriciteit om te zetten in warmte.
Een hulpmiddel dat een hogere efficiëntie heeft, heeft minder energie nodig om hetzelfde huis te verwarmen. Een warmtepomp zal dus altijd aanzienlijk minder stroom verbruiken dan de Locoheat, omdat de warmtepomp gratis warmte uit de buitenlucht haalt. Op jaarbasis zal het stroomverbruik circa twee tot drie keer lager zijn vergeleken met de Locoheat. En de energie die je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken of te kopen.
Dynamische energiemarkt
De uitvinders van de Locoheat claimen verder dat hun middel op de dynamische elektriciteitsmarkten kan handelen, terwijl dit met een warmtepomp onmogelijk is, omdat deze de hele dag draait. Dat is onjuist. Warmtepompen hebben een hogere efficiëntie en hoeven daardoor minder uren te draaien om dezelfde warmte in het huis te pompen. Ze kunnen dus vaker stilstaan. Daarmee zijn ze, mits verstandig ingezet, juist geschikter om op de dynamische energiemarkten te handelen. Ook op dagen dat het huis niet verwarmd hoeft te worden, maar waarop er wel warm tapwater gemaakt moet worden, hebben ze de mogelijkheid om op de dynamische energiemarkt ingezet te worden.
Vier installaties
Ten slotte gebruikt een gemiddelde woning op een gemiddelde winterdag ongeveer 6,5 kuub aardgas. Om dezelfde energie te kunnen opwekken met de Locoheat zijn er niet twee maar (na een snelle rekensom) minimaal vier installaties nodig. Daarmee verdwijnt het kostenvoordeel van de aanschaf van de Locoheat ten opzichte van een warmtepomp. Tel daarbij op dat met deze vier installaties aan het einde van deze gemiddelde winterdag circa 65 kWh aan elektriciteit is verbruikt. Dit kost met de huidige dynamische prijzen zo’n 20 euro per dag. Uw douchewater is dan nog niet eens verwarmd. Bezint eer ge begint.
De auteur is als projectmanager werkzaam in de energietransitie.