De openbare bibliotheek is bezig zichzelf opnieuw uit te vinden
De bibliotheek moet zichzelf opnieuw uitvinden, adviseerde de Amsterdamse oud-burgemeester Job Cohen in 2013 in het rapport ”Bibliotheek van de toekomst”. De jongste cijfers van Stichting Lezen onderstrepen de noodzaak nog maar weer eens. De openbare bibliotheek kampt met een imagoprobleem.
De bibliotheek is al lang geen plek meer waar mensen alleen maar boeken komen lenen of een krant gaan zitten lezen. Op veel plekken in het land worden verwoede pogingen gedaan om mensen te verleiden binnen te stappen. Zomaar een greep uit het aanbod van activiteiten. Knutselen met computers voor kinderen. Leren koken met een beperkt budet voor laaggeletterden. Ontsnappen uit een escaperoom. Minecraft spelen. Debatteren over het thema van de Boekenweek. Koffiedrinken. Belastingspapieren invullen. Luisteren naar pianospel. Studeren.
Zo op het oog lijkt de openbare bibliotheek al aardig voorgesorteerd op de toekomst. Maar er is nog veel werk aan de winkel.
In opdracht van het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) formuleerde de commissie-Cohen in 2013 een toekomstvisie voor het jaar 2025. Tanende populariteit en financiële problemen maakten ingrijpen noodzakelijk.
Het perspectief dat Cohen schetste is fraai genoeg: „Het is januari 2025... De bibliotheek heeft de activiteiten van die week geprojecteerd op de buitenmuur. Je gaat naar binnen omdat je nieuwsgierig bent. Of omdat je lid bent van de bieb en een bericht op je bril je prikkelt om naar binnen te gaan. Zodra je binnenstapt zijn je eigen apparaten meteen verbonden met het biebsysteem. Je wordt vanzelf onderdeel van een digitale wereld van verhalen en een rijkdom aan kennis in databanken en elektronische boeken, op papier en in de hoofden van mensen. Je kunt er zelf of samen met anderen activiteiten ondernemen, of je juist ontspannen met een boek.”
Kort samengevat moet de openbare bibliotheek een „knooppunt voor kennis, contact en cultuur” worden, een centrale, dynamische ontmoetingsplaats in een stad of dorp.
De kansen liggen ogenschijnlijk voor het grijpen. Bijna de helft van de Nederlanders brengt met enige regelmaat een bezoek aan de bibliotheek. Dat percentage is in de loop van de tijd nagenoeg stabiel gebleven. Bibliotheken telden in 2017 in totaal 60 miljoen bezoeken. Dit is beduidend meer dan bijvoorbeeld bioscopen (36 miljoen) en musea (31 miljoen), becijfert de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Het moet toch mogelijk zijn in te spelen op de behoeften van deze mensen?
De onderliggende cijfers laten toch een wat ongunstiger beeld zien. Openbare bibliotheken kampen met een stevige krimp van het aantal leden en er worden steeds minder gedrukte boeken uitgeleend. Het e-book compenseert de neergang niet. Een paar getallen. Het absolute piekjaar was 1994. Toen bezat een recordaantal Nederlanders een bibliotheekpas: 4,59 miljoen mensen, zo’n 30 procent van de bevolking. In 2000 was het aantal leden gedaald tot 4,31 miljoen (27 procent van de bevolking), om in 2017 uit te komen op 3,71 miljoen (22 procent van de bevolking).
Deze krimp komt volledig voor rekening van de volwassen leden. Sinds 2005 neemt (dankzij allerlei stimuleringsmaatregelen) het aantal jeugdleden weer toe. In 2017 was 69 procent van de Nederlanders van 17 jaar en jonger lid van de bibliotheek, een record.
Heropleving
Leden zijn echter niet per definitie leners, laat staan lezers. „De uitleningen van gedrukte boeken krimpen harder dan de ledenaantallen”, meldt Stichting Lezen in de Leesmonitor van november. „De absolute top lag in 1983, toen Nederlanders 174 miljoen boeken uit de bibliotheek mee naar huis namen. In de tien jaar die volgden, schommelde het aantal uitleningen constant rond de 170 miljoen, om vanaf halverwege de jaren 90 structureel te gaan dalen. In 2017 werden er 67,3 miljoen boeken uitgeleend, een ruime halvering ten opzichte van het jaar 2000. Een bibliotheeklid neemt gemiddeld achttien boeken per jaar mee naar huis, tegen 33 in 2000.”
Opmerkelijk is dat het aantal uitleningen ook harder daalt dan de verkoop van boeken. De verkopen blijven, in verhouding tot de uitleningen, beter op peil, aldus Stichting Lezen, die in dit verband spreekt van een „heropleving.” De oorzaak van het verschil is onduidelijk. „Mogelijk neemt de noodzaak om boeken te lenen af door het stijgende welvaartsniveau. Een groeiende groep mensen kan het zich permitteren om boeken in bezit te krijgen in plaats van ze in bruikleen te hebben.”
De tijd die Nederlanders besteden aan lezen daalt ook nog steeds, met name als het om tijdschriften gaat. Bij boeken en dag- en nieuwsbladen lijkt sprake van stabilisatie. De totale leestijd per persoon liep tussen 2006 en 2016 terug van 4,7 naar 3,4 uur per week. Dit komt doordat steeds minder Nederlanders lezen. In 2006 las nog 90 procent van de bevolking op een gemiddelde dag, in 2016 was dit 72 procent. De mensen die wel lezen, ruimen hier ongeveer evenveel tijd voor in als voorheen. De groei in het digitale lezen –zowel van online nieuws als van digitale boeken, kranten en tijdschriften– compenseert de krimp bij gedrukte media niet.
Bij dit alles komt dat ook bibliotheken te maken hebben met de negatieve effecten van de steeds verdergaande digitalisering van de samenleving en van een terugtredende (lees: bezuinigende) overheid.
Conservatief
De bibliotheekbezoeker blijkt intussen opmerkelijk conservatief. Hij doet wat hij al sinds mensenheugenis doet: boeken lenen (in meer dan 80 procent van de gevallen). Andere redenen voor een bezoek zijn het lezen van kranten en tijdschriften (39 procent) en het lezen van boeken (38 procent). Van de digitale voorzieningen maken beduidend minder mensen gebruik. Kennelijk slagen de bibliotheken er nog niet heel goed in om een breder geïnteresseerd publiek aan te spreken. Het zijn met name vrouwen, kinderen tussen de 6 en 19 jaar, hogeropgeleiden en Nederlanders met een migratieachtergrond die de bibliotheek bezoeken.
Nederlanders beschouwen de bibliotheek eerder als een nuttige dan als een plezierige plek, contstateert Stichting Lezen. „Er is een hoop informatie te vinden, maar tegelijkertijd is het er weinig sfeervol en uitnodigend. Vooral onder studenten en mensen die weinig lezen heeft de bibliotheek een negatief imago. Opvoeders van kinderen en mensen die lezen ter ontspanning vinden het er over het algemeen wel plezierig.”
Op dit punt moet er nog wel het nodig gebeuren. „Het imago van de bibliotheek is sterk bepalend voor de bezoekers- en ledenaantallen. Mensen met een positief beeld van de bibliotheek brengen vaker een bezoek, zijn vaker lid, en zijn bereid om meer te betalen voor een lidmaatschap. Bibliotheken doen er daarom goed aan om aan hun imago te werken”, aldus Stichting Lezen. „Met name opvoeders van kinderen, studenten en zogenaamde serieuze lezers (mensen die voornamelijk literatuur, biografieën en non-fictie ter hand nemen) hebben behoefte aan een gezelligere, hippere, modernere en sfeervollere bibliotheek. Dat kan door faciliteiten zoals leesruimtes en horeca uit te breiden en meer activiteiten te organiseren.” Een koffieautomaat alleen volstaat niet.
Educatie
Bibliotheken doen zeker hun best. Volgens de Koninklijke Bibliotheek organiseerden ze in 2017 ongeveer 145.000 activiteiten, een stijging van 50 procent ten opzichte van het jaar ervoor (al moet er bij worden gezegd dat deze groei deels is veroorzaakt door een meer nauwkeurige registratie). Vier op de tien activiteiten waren gericht op leesbevordering en kennismaking met literatuur: voorleesevenementen, optredens van schrijvers, literaire schrijfcursussen en bijeenkomsten van leesclubs. Een nagenoeg even groot deel heeft betrekking op educatie en ontwikkeling, zoals cursussen lezen en schrijven voor laaggeletterden en trainingen van digitale vaardigheden.
Daarnaast zoeken bibliotheken naar partners die hen kunnen helpen om het beoogde knooppunt van kennis, contact en cultuur te worden. In veel bibliotheken is bijvoorbeeld een Taalhuis gevestigd, waar volwassenen beter kunnen leren lezen, schrijven, rekenen en omgaan met de computer. Ook kunnen mensen er in veel gevallen terecht voor een juridisch spreekuur.
De bibliotheek heeft nog even tijd nodig om zichzelf opnieuw uit te vinden.
Barneveldse bibliotheek een en al bedrijvigheid
Achter de historische gevel van het voormalige concertgebouw in Barneveld gaat een moderne bibltioheek schuil. De fysieke boeken zijn verbannen naar de bovenverdieping, waar ze keurig in kasten staan opgesteld. De ruimte beneden is omgevormd tot publieke ruimte. Op comfortabele stoelen zitten mensen aan tafels een krant te lezen, koffie te drinken of een gesprek te voeren. Sommigen zijn vaste klant.
Medewerkers van Stichting Ons Bedrijf, een instelling voor begeleid werken, bemensen de balie van het Toeristich Informatiepunt. Ze verkopen souvenirs en streekgebonden producten en beheren de koffiecorner. Als de bibliotheek gesloten is zorgen ze voor de schoonmaak van het gebouw.
Afgelopen najaar is op initiatief van de plaatselijke hervormde gemeente inloophuis Open Boek in de bibliotheek geopend. Vrijwilligers bieden –vooralsnog alleen op dinsdagmorgen– een luisterend oor aan mensen die eenzaam zijn of hulp nodig hebben.
Op dinsdagmorgen geeft het Sociaal Juridisch Steunpunt in de bibliotheek kosteloos informatie en advies over onder meer uitkeringen, kinderbijslag en belastingen. Ook helpt het steunpunt met het invullen van formulieren, het schrijven of begrijpen van (ambtelijke) brieven en het contact leggen met instanties.
Sinds half november kunnen mensen ook in de bibliotheek terecht bij Taalhuis Barneveld voor hulp bij lezen, schrijven, rekenen of bij het werken met de computer.
„Onze kennissamenleving is constant in ontwikkeling en doet een steeds groter beroep op de zelfredzaamheid van mensen”, constateert de bibliotheek in het meerjarenbeleidsplan ”Naar een Brede Maatschappelijke Bibliotheek” (2017-2020). Daarom wil de bibliotheek ervoor zorgen dat alle inwoners van Barneveld op een goede en vanzelfsprekende manier kunnen meedraaien in de (lokale) samenleving.
Boekenboom
De bibliotheek organiseert niet alleen activiteiten in het pand aan de Nieuwstraat zelf. Ze treedt ook naar buiten. Er is een logeerkoffer beschikbaar met boeken die geschikt zijn voor kinderen van 0 tot 6 jaar. Handig voor oma’s en opa’s die op een kleinkind passen of voor kinderen die uit logeren gaan.
En mensen die vanwege ziekte, hoge leeftijd of een handicap niet in staat zijn naar de bibliotheek te gaan kunnen gebruikmaken van de service Boek aan Huis. Scholen kunnen een beroep doen op de bibliotheek voor leesprogramma’s als Boekstart en Bibliotheek op School.
Begin dit jaar heeft de bibliotheek de Boekenbomen –uitleenkasten in de vorm van een boom– in vier plaatselijke supermarkten aangevuld met boeken „die toe waren aan een tweede leven.” De boeken in de Boekenbomen mogen gratis worden meegenomen of geruild voor een ander exemplaar. „Zo worden het lezen van boeken en het plezier dat je aan het lezen kunt beleven, een stuk toegankelijker voor iedereen.”