Buiten regent het, binnen ligt een to-dolijstje dat niet korter wil worden. Even pauze. Even wegdromen bij een fotoboek dat oude natuurbelevenissen naar boven haalt. Dat over de Wadden is favoriet.
Een journalist heeft een prachtbaan. Vooral een journalist die over natuur mag schrijven. Wat is er nu mooier dan met een boswachter het veld in te trekken? Natuurlijk, er moet daarna wel een stevig artikel getikt worden, maar dat is meestal geen straf.
Sinds ik meer bezig ben met regelen –zoals het coördineren van deze serie– zijn die natuurbelevenissen fors afgenomen. Wat niet wil zeggen dat ze nooit meer voorkomen. Het blijft goed om in het veld te zijn, alleen al om te weten wat er speelt.
En dromen over de natuur kan altijd. Met of zonder boek. Als ik thuis aan het werk ben, geef ik de bureaustoel weleens een fikse duw zodat hij naast de boekenkast stilstaat. En ja, wat pak je dan?
”Wild in olieverf en aquarel”, ooit gekregen van schilder Jan van Wingerden, brengt me midden in Kroondomein Het Loo. Daar mag ik graag rondzwerven. ”Speurtocht in de wei” geschreven door J. van Reenen, met tekeningen van mijn oom, brengt me naar de Krimpenerwaard, waar ik samen met mijn vogelclubvrienden heel wat avonturen heb beleefd.
Maar vaker nog zit ik met het boek ”Wadden. Vier seizoenen van boven” in handen. Komt het door zijn forse formaat, waardoor de rug een stukje uitsteekt? Of komt het doordat ik simpelweg iets met de Wadden heb?
In ieder geval speelt mee dat ik luchtfoto’s altijd prachtig vind. Er is zo heerlijk veel op te zien. Ze geven een beeld dat je vanaf de grond niet kent. Daarom beklim ik graag een toren of uitzichtpunt. Puur alles eens vanuit een ander gezichtspunt te bekijken.
Wadlopers
Zo is het ook met dat boek van maritiem luchtfotograaf Herman IJsseling over de Wadden. Ook al regent het buiten, met een plaat van een groep wadlopers die een geul oversteekt, ben ik weer helemaal terug bij die prachtige zomerdag waarop ik hetzelfde avontuur meemaakte. Ik ruik weer de geur van het slik, voel het bij wijze van spreke weer tussen mijn tenen doorsijpelen.
Ook al zie ik vanuit mijn raam alleen maar huizen, met een luchtfoto van het eiland Zuiderduintjes ben ik weer op dit stukje streng verboden wad. Ik hoor de stilte weer, ik ruik de zeekraal.
Het wad is zo’n totaal andere natuur dan de bossen van de Veluwe en dan de veenweide van de Krimpenerwaard. Op het wad kan de verte op een warme dag verdwijnen in een trillende horizon. Op het wad kun je de bodem horen: het slikt, bubbelt en boert.
Er zijn gigantisch veel vogels op het wad, ook veel zeldzame. Toch geniet ik meer als ik in mijn eentje de veelvoorkomende bontbekplevier zijn kostje bij elkaar zie scharrelen dan wanneer ik met een hele groep vogelaars ‘jaag’ op een zeer zeldzame oosterse zwarte roodstaart.
Natuur beleef je het best in je eentje. Of ik nu door de bossen zwerf of in een kano door een afgelegen sloot peddel, alleen zie, hoor en ruik ik veel meer dan in een groep. Op de Wadden is dat niet anders. Onvergetelijk is bijvoorbeeld die nacht die ik in mijn uppie doorbracht op het eiland Richel, net onder Vlieland. Heerlijk om daar op een regenachtige dag in een warme kamer nog eens over weg te dromen.
De nationale Boekenweek heeft als thema ”Natuur”. Zeven natuurmensen vertellen in de serie natuurboek over hun favoriete boek. Gerco Verdouw is redacteur binnenland bij het Reformatorisch Dagblad en koos:
Wadden. Vier seizoenen van boven. Herman IJsseling; uitg. Flying Focus, De Cocksdorp, 2014; ISBN 978 90 79716 13 5; 127 blz.; € 34,50.
Andere leestips van Gerco:
- ”De vossen hebben holen”, Rien Poortvliet, 1973.
- ”Mannen van het buitenspoor”, Joh. Veenhof, 1975.
- ”Speurtocht in de wei”, J. van Reenen en C. Verdouw, 1985.
- ”Kroondomein Het Loo”, J. A. Bleumink en J. Neefjes, 2012.
- ”Wild in olieverf en aquarel”, Jan van Wingerden, 2012.