Een graf in de natuur is blijvend
Wie voor een natuurgraf kiest, koopt niet het desbetreffende stukje grond maar het recht om in dat stukje natuur begraven te worden. Daarmee is ook geborgd dat dit plekje voor altijd natuur blijft, betoogt Roy van Boekel.
Over natuurbegraafplaatsen (RD 27-1) blijken nogal wat misverstanden te leven, onder anderen bij christenen. Zo staan de natuurbegraafplaatsen, waaronder Heidepol, open voor iedereen, welke religie of levensovertuiging ook toegedaan. Op het (vergankelijke) houten gedenkteken is iedere tekst of afbeelding toegestaan, mits niet aanstootgevend. Ook een Bijbeltekst is mogelijk. Regelmatig kiezen mensen daarvoor.
Andere vorm
Tijdens de jaarlijkse lichtjesavonden worden de overledenen herdacht en wordt, als nabestaanden dat willen, de naam van de gestorven dierbare genoemd. Op natuurbegraafplaats Heidepol wordt dat al gedaan sinds de opening, ruim vijf jaar geleden. Inmiddels blijkt er zo veel behoefte te zijn aan deze bijzondere bijeenkomsten dat we zoeken naar een andere vorm. De reden hiervoor is uitdrukkelijk niet dat er bezwaren zouden zijn tegen het uitdragen van religieuze teksten tijdens zulke bijeenkomsten.
De meeste mensen die een graf in de natuur willen, kiezen zelf een plekje dat bij hen past. De houten boomschijf die men als grafmarkering kan kiezen vergaat weliswaar, maar het is mogelijk een nieuwe boomschijf te plaatsen.
De vindbaarheid van het graf is doorgaans geen enkel probleem. Men weet meestal heel goed waar de geliefde ligt, omdat deze zelf het plekje heeft uitgekozen. De namen van de paden in het natuurgebied kunnen daarbij helpen.
De exacte locatie van elk graf is met gps-coördinaten notarieel vastgelegd in het Kadaster. De app waarmee mensen aan de hand van de gps-coördinaten het graf kunnen terugvinden, is een extra hulpmiddel.
Van problemen met de privacywetgeving is daarbij geen sprake. Een graf is alleen vindbaar via de app als daarvoor door de overledene (bij leven) of nabestaanden toestemming is gegeven.
Natuurmonumenten
Wie voor een natuurgraf kiest, koopt niet het desbetreffende stukje grond maar het recht om in dat stukje natuur begraven te worden. Daarmee is dus direct ook geborgd dat dat plekje voor altijd natuur blijft. Alleen door onteigening van overheidswege kan dat ongedaan gemaakt worden. Dat is echter niet realistisch, omdat men daarvoor langs zou moeten bij alle nabestaanden van hen die op de natuurbegraafplaats een laatste rustplaats hebben gekregen.
De natuurbegraafplaatsen Heidepol, Maashorst en Schoorsveld zijn eigendom van Natuurbegraven Nederland. Nadat de laatste uitvaart er heeft plaatsgevonden, dragen wij de natuurgebieden over aan Natuurmonumenten. Die zal daarna het natuurbeheer voor minimaal de komende honderd jaar van ons overnemen. De kosten hiervoor worden betaald vanuit de grafrechten.
Heidepol was, voordat Natuurbegraven Nederland het kocht, een gesloten landgoed in particuliere handen, met akkerbouw en productiebos als bestemming. Wij hebben het omgevormd tot een openbaar toegankelijk natuurgebied dat aansluit bij de bijzondere Veluwse natuur.
Een natuurbegraafplaats is in de eerste plaats een gewoon natuurgebied, maar dan wel een met de bijzondere tijdelijke extra functie dat mensen er een laatste rustplaats kunnen krijgen.
Een natuurbegraafplaats is net als ieder ander natuurgebied toegankelijk tussen zonsopkomst en zonsondergang. We zien alle dagen dat daar niet alleen mensen komen om hun geliefden te gedenken. Er komen ook mensen genieten van het moois dat de natuur te bieden heeft.
Als iedereen in de provincie Gelderland nu zou kiezen voor een natuurgraf, zou nog geen 2 procent van de natuur in Gelderland daarvoor gebruikt worden. Dat is voor natuur- en milieuorganisaties dus geen reden voor bezorgdheid.
Op elk van onze natuurbegraafplaatsen is het uitgangspunt dat er oog is voor zowel de natuur als de mensen. Op de natuurbegraafplaatsen hebben we juist nieuwe natuur toegevoegd. We werken zorgvuldig, op een manier waarvan natuur en milieu geen hinder ondervinden, maar baat bij hebben. Onderzoek van Wageningen University & Research heeft dat onlangs nog uitgewezen.
De auteur is directeur van Natuurbegraven Nederland.