Een graf onder een boomschijf
Begraven in de vrije natuur is gewild. Voor 2011 gebeurde dit niet. Maar sindsdien nemen de aantallen elk jaar toe. In 2016 ging dat om 617 gevallen.
Op de natuurbegraafplaats Maashorst buiten het Noord-Brabantse dorp Schaijk start Roy van Boekel zijn elektrische Boskar voor een rondrit langs de graven. „Ik geloof in de kracht van de natuur. De natuur kan mensen bijstaan op moeilijke momenten van het leven, dus ook als we een geliefde zijn verloren, als we van iemand afscheid moeten nemen. De natuur heeft ieder seizoen een eigen gezicht en elk voorjaar is er weer nieuw leven. Als het leven eindigt, gaat de natuur altijd verder. Dat helpt mensen bij het verwerken van rouw en verdriet.”
Van Boekel is een van de initiatiefnemers van Natuurbegraven Nederland en directielid van de natuurbegraafplaats Maashorst. In mei 2016 werd Maashorst geopend. Inmiddels zijn er 200 mensen begraven in de vrije natuur. De Maashorst is het grootste aaneengesloten natuurgebied van Noord-Brabant. Natuurbegraven Nederland beheert drie natuurbegraafplaatsen: Maashorst in Schaijk, Heidepol bij Arnhem en Schoorsveld in Heeze (bij Eindhoven).
Natuurbegraafplaats Maashorst is nergens met een hek afgezet. Het gebied is openbaar toegankelijk, op de openingstijden van de natuur zelf, van zonsopgang tot zonsondergang.
Ver verleden
Begraven in de vrije natuur is niet nieuw, zegt Van Boekel. „In dit stuk van Brabant kun je nog sporen vinden van graven uit een ver verleden. Begraven in de natuur is vele jaren buiten beeld geweest, maar sinds 2011 worden er in Nederland weer mensen in de natuur begraven. We zetten hiermee een oude traditie voort.”
Ieder graf op Maashorst wordt gemarkeerd met een platte boomschijf. „Daar kan een naam in worden gegraveerd, plus de geboorte- en de sterfdatum, en indien gewenst nog een dichtregel of zo. Binnen tien jaar is zo’n boomschijf verdwenen, opgegaan in de natuur, zoals het ook de bedoeling is. Op een reguliere begraafplaats is altijd zichtbaar waar iemand begraven ligt. Op deze natuurbegraafplaats is dat dus na verloop van enkele jaren niet meer het geval. Maar alle paden in het gebied hebben namen aan de hand waarvan een graf toch teruggevonden kan worden. Sinds kort is er ook een app met gps beschikbaar, waarmee je graven, ook in de toekomst, kunt terugvinden.”
Een van de voordelen van een natuurgraf is, volgens Natuurbegraven Nederland, het ‘eeuwigdurende grafrecht’. Van Boekel: „Familieleden wordt hier dus nooit gevraagd of men het grafrecht wil verlengen. Aan het grafrecht is geen einddatum verbonden, dat is voor ieder graf notarieel in het Kadaster vastgelegd.”
De stichting Natuurbegraafplaats-waaromniet.nl heeft veel bezwaren tegen begraven in de natuur en heeft haar twijfels bij het zogeheten eeuwigdurend grafrecht. Hoe zou een ondernemer een stukje van de aarde voor eeuwig kunnen verkopen?
„De natuurgraven op een natuurbegraafplaats hebben eeuwigdurende grafrust. Dat betekent dat op een bepaald moment een keer de laatste begrafenis zal plaatsvinden. Daarna zal onze partner Natuurmonumenten het natuurbeheer van ons overnemen. En in de omgeving van een natuurbegraafplaats blijft het natuurlijk bekend dat hier mensen hun laatste rustplaats hebben. Daar blijven mensen altijd respect voor hebben.”
Maar wat als de overheid een natuurbegraafplaats onteigent, om een snelweg of een nieuwe woonwijk aan te leggen?
„Dan is de overheid verplicht om alle nabestaanden langs te gaan om ieder graf afzonderlijk te onteigenen. Dat wordt een onontwarbare kluwen. Die gedachte is niet realistisch.”
In Hoek van Holland protesteren omwonenden zeer tegen de aanleg van natuurbegraafplaats Bonnenpolder.
„Ik kan mij voorstellen dat het emotie oproept bij mensen als er een natuurbegraafplaats in hun directe omgeving komt. Begraven roept altijd emotie op. Maar dat geldt ook voor begraven op een reguliere begraafplaats.”
Begraven in de natuur is ook business. Wie verdient er iets aan?
„Wij zijn een particuliere organisatie die heeft geïnvesteerd in het herinrichten van de natuur, zodat er op Maashorst een natuurbegraafplaats kon komen. We hebben een informatiecentrum gebouwd, paden en een parkeerplaats aangelegd. Wij hebben onze lasten, hebben personeel in dienst. Zoals iedere organisatie moeten we meer inkomsten hebben dan uitgaven. Daar doen we ons best voor.”
Vennen en houtsingels
Van Boekel stuurt zijn Boskar over de paden –Veldlaan, Bosdreef, Spechtenpad–, langs vennen, houtsingels en open plekken in het bos. Ergens in een heideveld staat een vrouw op leeftijd minutenlang naar een platte boomschijf te kijken. Hier en daar ligt een vers gedolven graf met een berg bloemstukken erbovenop. „Dat mag, die bloemen, maar na twee weken halen we het weg. Bloemen verwelken. Dat past niet in de vrije natuur. Kaarsjes en beeldjes en andere voorwerpen zijn hier niet toegestaan.”
Aan de een van de paden staat een soort schuilhut. „Sommige mensen gaan hier ’s morgens vroeg zitten om reeën of dassen te zien. Soms gaan mensen daar picknicken, bijvoorbeeld op de verjaardag van iemand die hier begraven ligt. Er komen wel mensen met een tuinstoeltje en een boek. Die gaan zitten lezen en voelen zich ondertussen dicht bij hun dierbaren.”
„Begraven in de natuur past een christen niet”
Ds. P. Vermaat, emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland, houdt zich al heel lang bezig met het levenseinde van de mens. Meerdere publicaties daarover staan op zijn naam.
Het valt de Veenendaalse predikant op dat steeds meer christenen argeloos voor een natuurbegrafenis kiezen. „Net zoals de crematie in onze kringen binnensluipt, zo gaat dat ook met begraven in de natuur. Pas hoorde ik van een christen die tijdens het hardlopen in het bos was overleden. De familie koos voor een natuurbegrafenis. Dat vonden ze mooi, omdat die man altijd zo dicht bij de natuur had geleefd. Ze vonden dat ook Bijbels, want een mens is toch uit de aarde genomen en keert in de vrije natuur weer tot de aarde terug.”
Bij de vraag of het een christen past om zich in de vrije natuur te laten begraven, plaatst ds. Vermaat kanttekeningen. Zijn eerste aarzeling betreft de vindbaarheid van een graf. „Op een natuurgraf ligt meestal een platte boomschijf. Er mag dus geen steen op. Ik had onlangs een gesprek met de beheerder van natuurbegraafplaats Heidepol in Arnhem. Zo’n houten schijf is met vijf jaar vergaan, zei hij. En er komt ook geen ander herdenkingsteken voor in de plaats, hooguit nog één keer voor vijf jaar tegen betaling van 200 euro. Om nu te voorkomen dat een graf voor nabestaanden onvindbaar wordt, komt er een gps-systeem waarmee de plek kan worden teruggevonden. Alleen zijn er op dit moment nog problemen met de privacywetgeving.”
Een christelijke begraafplaats biedt meer, denkt ds. Vermaat: „Een begraafplaats, waar je christelijke symbolen en Bijbelse teksten aantreft, getuigt van de wederopstanding der doden en van het christelijk geloof. Daarmee is een graf ook een geloofsbelijdenis. Dat is zeker in onze tijd, waarbij het christelijk geloof steeds meer achter de voordeur wordt teruggedrongen, van grote betekenis. Met een christelijk graf leggen nabestaanden getuigenis af van het geloof. Iedereen die er langsloopt, kan het zien: „Hier ligt begraven… tot de wederopstanding der doden…””
Op een natuurbegraafplaats zijn volgens ds. Vermaat religieuze teksten verboden. „Op die houten boomschijf kun je net een naam schrijven en twee jaartallen. Meer ruimte is er niet. Zeker voor een Bijbeltekst is geen plaats. Een natuurbegraafplaats moet uiteindelijk weer opgaan in de natuur. Heidepol wil een neutrale begraafplaats zijn. De naam van Jezus ontbreekt dus overal. De naam van Hem Die de enige troost is in leven en in sterven, schittert door afwezigheid.”
In november werd op Heidepol voor het eerst een gedachtenisbijeenkomst gehouden voor degenen die daar in dat jaar waren begraven. Ds. Vermaat: „Omdat ieder mens een religieus wezen is, spraken sommige nabestaanden op dat moment religieuze teksten uit. Maar dat mocht niet. Het was direct de laatste gedachtenisbijeenkomst. Er wordt naar een andere vorm gezocht, waarin voor religieuze muziek echter geen plaats is. Je mag dus wel treuren, wel herinneringen ophalen, maar niet iets uit de Bijbel aanhalen. Dat is toch wel arm. Heidepol wil niet geconfronteerd worden met het christelijk geloof. Hoe kan een christen zich argeloos laten meevoeren in deze trend?”
Een van de voordelen van begraven in de natuur zou zijn dat een graf in de vrije natuur ‘eeuwigdurend’ is.
„Heidepol heeft dat stuk bos voor veertig jaar gehuurd van Natuurmonumenten. Het zou dus goed kunnen dat Natuurmonumenten over veertig jaar het contract beëindigt omdat er ruimte moet komen voor een weg of een nieuwe stadswijk van Arnhem. Dat eeuwigdurend blijkt opeens maar zeer beperkt, hoezeer het eigendom ook notarieel vastligt.”
De mens is de kroon op de schepping, zegt ds. Vermaat. „Het menselijk lichaam is meer dan een boom of een plant die eens vergaat. Bij het begraven in de natuur lijkt ieder onderscheid uitgewist. De belofte van God, dat de zee haar doden teruggeeft (Openbaring 20:13) moet voor ons een oproep zijn om er uiterst zorgvuldig mee om te gaan. Voor God, in Wiens handen onze tijden zijn, is een mens nooit voor niets in het leven aanwezig geweest. De namen van Zijn kinderen heeft Hij zelfs geschreven in het Boek des levens, zelfs geschreven in Zijn beide handpalmen.”
Een menselijk lichaam mag je niet zomaar op elke willekeurige plaats begraven, vindt ds. Vermaat. „God heeft er een ziel in gelegd. Hij heeft ons de adem gegeven. Het lichaam van een kind van God mag niet zomaar opgaan in de natuur. De beheerder van een officiële begraafplaats moet alle namen van iedereen die er begraven ligt nauwkeurig bijhouden, ook nadat er graven zijn geruimd. Die informatie wordt allemaal bewaard. Kennelijk vindt ook onze overheid dat van belang. Planten en dieren vergaan, maar de namen van mensen blijven bestaan. Daar past niet bij dat je mensen zomaar naamloos in de natuur laat opgaan.”
Bezwaren tegen begraven in de natuur
Niet iedereen is blij met begraven in de natuur. In 2014 werd de stichting Natuurbegraafplaats-waaromniet.nl opgericht. De stichting heeft als doel het tegengaan van begraafplaatsen in de natuur, op landgoederen, in cultuurlandschap en recreatiegebieden.
„Nederland is dichtbevolkt en er is maar weinig natuur. De recreatiedruk op natuurterreinen is dan ook groot. Hoe gaat dat als er in diezelfde gebieden ook nog begrafenissen gaan plaatsvinden? Hoe is het voor wandelaars om regelmatig verzeild te raken in een begrafenisstoet? Is het nog prettig recreëren op een begraafplaats? Hoe ervaren rouwenden het als zij tussen spelende kinderen en loslopende honden terechtkomen? Mogen kinderen nog hutten bouwen en kuilen graven op een natuurbegraafplaats?”
Als het aantal begrafenissen in de natuur sterk toeneemt, gaat dat serieuze schade aanrichten aan de bosbodem, stelt de stichting. Boomwortels raken beschadigd, het verstoort het broedseizoen en de rust in de gebieden voor wild. Bij begraven in de natuur gaan ook ongewenste stoffen de grond in, zoals protheses, amalgamen uit het gebit, cadmium, lood en kwik. De stichting Natuurbegraafplaats-waaromniet.nl wijst ook op het risico dat konijnen en vossen stoffelijke overschotten opgraven.
P. Schoe, voorzitter van de stichting, wijst erop dat 12 procent van Nederland uit natuurgebied bestaat. „Hoeveel procent willen we eigenlijk omvormen tot begraafplaats? Als de prognoses van de natuurbegraafexploitanten werkelijkheid worden, begraven we binnenkort jaarlijks 5 tot 15 procent van onze dierbaren in kwetsbaar natuur- en cultuurlandschap. Daar gaan we toch in ons dichtbevolkte landje niet aan beginnen?”