Conferentie over hulp aan Oost-Europa: Wederkerigheid van groot belang
Hulpverleningsorganisaties moeten met verstand en wijsheid opereren in Oost-Europa. Omdat christenen van West- en Oost-Europa tot het ene Lichaam van Christus behoren, moet liefdevol hulpbetoon altijd relationeel en wederkerig zijn.
Dit stelde de Hongaarse predikant ds. Levente Horváth donderdag in de eerste lezing op de conferentie van het Christelijk Platform Oost- Europa (CPOE) in de Roemeense stad Cluj-Napoca.
De conferentie heeft als thema ”Eigenaarschap in ontwikkeling” en wordt bijgewoond door 85 mensen. Behalve uit Nederland komen de deelnemers uit Hongarije, Oekraïne, Roemenië, Servië, Bosnië-Herzegovina, Albanië, Bulgarije en Moldavië.
Het CPOE werd in 2012 opgericht om de samenwerking te bevorderen tussen de diaconale- en hulpverleningsorganisaties die in Oost-Europa werken. Voor het eerst wordt de conferentie in een voormalig Oostblokland gehouden. De bijeenkomst vindt plaats in het Diaconaal Centrum van de Hongaars-Hervormde Kerk in Cluj-Napoca. In deze stad, die voor 1920 de Hongaarse naam Kolozsvár droeg, woont een Hongaarse minderheid van 20 procent van de bevolking.
Bijbelse liefde
Bijbelse liefde is „liefde met verstand en wijsheid”, zei ds. Horváth, die voorzitter is van een stichting die hulp biedt aan verslaafden. Hij hield een lezing met de titel ”Het verkrijgen van een heldere visie: over de gemeenschappelijke roeping van christenen in Europa”. Omdat liefde nooit blind kan zijn, moeten Westerse christenen in hun liefde tot Oost-Europese christenen nooit lukraak hulp bieden, maar liefdeblijken altijd in het kader van Gods koninkrijk stellen, aldus de predikant. „Dan is de christelijke hulpverlening geen zaak van koophandel, maar heeft het mededelen en uitwisselen van geld en goed het karakter van vrije gave.”
Omdat elke christen genade ontvangt als een onverdiende erfenis, moet ook het uitdelen van geld en goed in het teken staan van Gods Koninkrijk. De Hongaars-hervormde predikant benadrukte dat bij elke hulpverlening sprake moet zijn van een persoonlijke relatie tussen gever en ontvanger.
Ds. Horváth noemde twee valkuilen: Als de gever met zijn doneren alleen zijn eigen ego wil strelen, dan wordt de ontvanger niet meer dan een object; en als ontwikkelingswerkers aan eigen hulpprogramma’s „verslaafd raken.” Dan ontstaat het iets wat hij aanduidde al het „hulpverlenersyndroom.” Hulp wordt daarin een doel op zich en goed-doen een vorm van zelfbevrediging.
In het slot van zijn rede gaf de Hongaarse predikant zijn visie op de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en de gezamenlijke roeping in de ontwikkelingshulp. Volgens ds. Horváth is horizontaal dienstbetoon alleen mogelijk vanuit de verticale relatie, door dicht bij de Heere te leven.
Passieve houding
Oleksandr Malov, directeur van de Oekraïense liefdadigheidorganisatie ”Licht van de Opstanding”, laakte de passieve houding van zijn landgenoten. Zij ontvangen volgens hem al jarenlang Westerse hulp, zonder dat dit leidt tot een mentaliteitsverandering. Hij noemde het een paradox dat Oekraïne, ondanks de aanwezigheid van grondstoffen, een vruchtbare bodem en een gunstig klimaat, blijft steken in schrijnende armoede.
Malov zoekt de oorzaak van de mentaliteit in de door de Oosters-Orthodoxe Kerk gevormde cultuur. In alle landen waar deze kerk actief is, is er sprake van armoede, corruptie en gebrekkige aandacht voor mensenrechten en burgerlijke vrijheden. Hij noemde Rusland, Albanië, Roemenië, Servië, Bulgarije en het door de schuldencrisis getroffen Griekenland als voorbeelden. „Zolang er geen mentaliteitsverandering optreedt, heeft hulpverlening geen effect”, aldus Malov. Hij adviseerde hulporganisaties in die landen dan ook om te werken via christelijke gemeenten, omdat daar een identiteitsverandering kan optreden.
Barmhartige Samaritaan
Directeur Karst de Vries van de Nederlandse hulporganisatie Kom over en Help (KOEH) –en tevens voorzitter van het CPOE–, opende de conferentie met een meditatie over de Barmhartige Samaritaan. Daaruit valt volgens hem af te leiden dat goede hulp altijd gepaard gaat met overdracht van verantwoordelijkheid.