Zonder de Geest gehoorzamen wij de Bijbel niet
In een tweedelige briefwisseling wisselen dr. J. M. Burger en dr. G. A. van den Brink met elkaar van gedachten over hermeneutiek, het verstaan van de Bijbel. Zaterdag volgt deel 2.
Geachte dr. Burger, beste Hans,
Erg bedankt voor je brief. Ik vind het een voorrecht dat we van gedachten kunnen wisselen over wat hermeneutiek is. Deze briefwisseling vloeit voort uit en sluit aan bij de kritische en zelfs verontwaardigde recensie die ik schreef over ”Gereformeerde hermeneutiek vandaag”.
Ik sluit mij aan bij twee dingen die jij ter sprake brengt: allereerst de relatie tussen Bijbel en hermeneutiek, vervolgens wedergeboorte en hermeneutiek. Zij geven aanleiding om jouw veranderde omschrijving van hermeneutiek te bevragen.
Allereerst dus Bijbel en hermeneutiek. Jij schrijft: „Hermeneutiek moet bij God beginnen.” Dat is volgens jou de enige zinvolle manier om over hermeneutiek te spreken. Ik begrijp niet goed hoe je dat dan ziet. Hermeneutiek is bezinning op het vraagstuk hoe wij betekenis (meaning, sense) toekennen aan een tekst. Dat speelt toch bij élke tekst, en niet alleen bij de Bijbel? Ik zou zeggen: genáde moet bij God beginnen, en openbaring, redding, verlossing – maar niet hermeneutiek.
Hier wreekt zich de verbreding die je aan het begrip hermeneutiek geeft; het lijkt bij jou gewoonweg een ander woord voor theologie te zijn geworden, wat mij betreft ten onrechte. Ik zie hermeneutiek als een onderdeel van de filosofie. Hermeneutiek behoort, om zo te zeggen, tot Gods algemene genade, niet tot Zijn bijzondere genade. De Bijbel is een uniek boek, omdat God er de eerste auteur van is – niet omdat wij er een afzonderlijke, heilige hermeneutiek op toepassen.
Jouw veranderde omschrijving van hermeneutiek zie ik doorwerken in mijn tweede punt: de betekenis van de wedergeboorte. Het diepe probleem van de zonde erkennen wij beiden. Toch zou ik de invloed van de zonde anders willen benoemen dan jij. De natuurlijke mens heeft namelijk niet allereerst een leesprobleem, een hermeneutisch manco, maar een moreel probleem – want hij weigert om Gods Woord te gehoorzamen en te vertrouwen (Matth. 7:36; Rom. 2:13; 1 Kor. 2:14; Jak. 1:22). Jezus veronderstelt dat de Schrift helder en duidelijk is, maar stelt dat de Schriftgeleerden weigeren hem te lezen zoals zij zouden moeten doen (Mark. 12:24). Het is niet zo dat wedergeboren mensen de Bijbel wel kunnen lezen en begrijpen maar onwedergeboren mensen niet. Allen kunnen de Bijbel lezen en begrijpen; anders had Jezus niet kunnen zeggen dat het Woord ons zal oordelen (Joh. 12:48)! „Hebt u niet gelezen...!?” zegt Hij keer op keer (Matth. 12:3 en 5; 19:4; 22:31; Mark. 12:26). Hij verwijt de Schriftgeleerden dat zij niet doen wat zij weten. De wedergeboorte is, kortom, niet nodig om de Bijbel te begrijpen maar om haar te geloven en gehoorzamen. Alleen wedergeboren mensen zullen zich eraan onderwerpen (Luk. 16:29-31).
Mogelijk zeg jij nu: „Wij erkennen beiden de noodzaak van wedergeboorte en vernieuwing. De rest is dan toch hooguit een woordenstrijd?” Ik denk dat er meer aan de hand is. In jouw benadering lijkt de Bijbel een boek dat alleen voor wedergeboren mensen geschikt is en bedoeld. Dat zou een vorm van subjectivisme zijn, en daarmee ook van relativisme. Het zou de rol van de Bijbel in het aanspreken van onwedergeboren mensen (in prediking, evangelisatie, zending) feitelijk onmogelijk maken. Naar mijn overtuiging openbaart God Zich hoe dan ook in de Schrift – er is niet pas sprake van openbaring als de hoorder is wedergeboren (Rom. 10:18).
Als we jouw nieuwe, verbrede invulling van het begrip hermeneutiek toepassen op het lezen van de Bijbel, leidt dat dus tot een aantal problemen. Ten eerste geeft het spraakverwarring. Ten tweede verschuift het de aandacht van het morele probleem naar een leesprobleem. Ten derde is er het gevaar (ik zeg maar eerlijk hoe ik het zie) dat er met allerlei godsdienstige woorden over hermeneutiek wordt gesproken, terwijl in de praktijk simpelweg de postmoderne filosofische hermeneutiek op de Bijbel wordt toegepast.
Ook nu zijn er veel gereformeerde theologen, zoals Packer en Carson, die de klassieke gereformeerde hermeneutiek hanteren. Zij sluiten zich nog meer bij Owen aan dan jij. Mijn kernvraag is dan ook eenvoudig deze: Waarom houd je het niet gewoon bij de klassieke gereformeerde hermeneutiek?
Met broederlijke groet,
Gert van den Brink
Dr. G. A. van den Brink is hersteld hervormd predikant in Kralingseveer.