”Gereformeerde hermeneutiek vandaag” begint bij de mens
In het boek ”Gereformeerde hermeneutiek vandaag” geven tien docenten van de Theologische Universiteit in Kampen (TUK) van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) hun kijk op hermeneutiek. Dat roept belangstelling op, want er is in de GKV veel gaande.
De bijdrage van dr. Hans Burger (hoofdstuk 2) wordt als „dragend voor deze bundel” aangemerkt, en als „de sturende visie”. Mijn bespreking richt zich dan ook vooral op wat Burger schrijft, en ik besef dat mijn beoordeling daarmee zeker niet voor alle andere schrijvers geldt.
Elk van de drie woorden van de titel vraagt om aandacht. Het woord ”hermeneutiek” is het kernwoord. Vroeger werd met hermeneutiek de bezinning op de relatie tussen taal en betekenis bedoeld: hoe krijgen gesproken of geschreven woorden hun betekenis? Hoe maakt de spreker aan de hoorder duidelijk wat hij wil overdragen? Bijbelse hermeneutiek betekent dan: bezinning op het karakter van de Bijbel als het Woord van God aan ons mensen.
Maar de auteurs in dit boek geven een andere invulling. Zij vatten hermeneutiek op als kritische bezinning op verstaansprocessen. En met verstaan bedoelt men dan niet begrijpen, maar duiden, interpreteren. Het boek gaat dus niet zozeer (zoals de lezer zou verwachten) over het begrijpen van de inhoud van de Bijbel, maar over Godsverstaan, wereldverstaan, zelfverstaan, Schriftverstaan. De nadruk ligt daarmee niet op God als de eerste Auteur van de Schrift maar op de gelovige hoorder. De vraag is niet: hoe maakt God Zijn wil bekend? Maar: hoe komt de gelovige aan zijn visie op God, de wereld, de Bijbel en zichzelf?
Inhaalslag
Welbewust is daarom het woord ”vandaag” aan de titel toegevoegd: de hermeneutiek van vandaag is anders dan die van vroeger, zo willen de auteurs zeggen. Zij geven aan dat er vroeger in de GKV weinig aandacht was voor hermeneutiek en nu veel meer. Er is sprake van een inhaalslag. Maar de bewering reikt ook verder: vroeger was de benadering te veel op de Bijbel gericht, te veel op beweringen en proposities, en „te weinig op de wisselwerking tussen woord en hoorder.” De hermeneutiek van het postmodernisme mag worden gebruikt om de Bijbel te interpreteren.
Dit roept de vraag op waarom de auteurs het woord ”gereformeerd” in de titel hebben opgenomen. Is het woord alleen beschrijvend bedoeld (eenvoudigweg een verwijzing naar het feit dat hun kerkverband gereformeerd heet)? Of is het historisch: wij sluiten ons aan bij de hermeneutische principes die in de gereformeerde tradities altijd normatief zijn geweest? Of is het de claim dat wie vandaag nog gereformeerd wil zijn van hermeneutiek moet veranderen? Het lijkt erop dat het vooral het laatste is. Het tweede is het in ieder geval niet.
Schriftgezag
De nieuwgekozen invulling van het begrip hermeneutiek heeft tot gevolg dat je in dit boek niet vindt wat je zou verwachten. Dit boek gaat, kennelijk bewust, niet over vragen naar de onfeilbaarheid van de Bijbel, het principe van ”sola Scriptura”, het gezag van de Schrift, of het zelfgetuigenis daarvan (met de bijdrage van prof. Kamphuis over de duidelijkheid van de Schrift als uitzondering).
Als lezer verwacht ik dat een boek over gereformeerde hermeneutiek juist daar uitvoerige aandacht aan geeft. Dat zijn immers de vragen die altijd in de gereformeerde hermeneutiek werden gesteld. Als dat niet gebeurt, rijst de vraag: Waarom niet? Het onlangs onder redactie van D. A. Carson verschenen boek ”The enduring authority of the Christian Scriptures”, een magistraal werk over het gezag van de Schrift, wordt door niet een van de schrijvers genoemd. Dat is op zijn minst opvallend, om niet te zeggen zorgwekkend.
Breed publiek
Er is nog een punt dat mij bij het lezen van dit boek opviel. De studie maakt deel uit van de TU-bezinningsreeks. Deze reeks (ik citeer) „presenteert theologische onderzoeksresultaten uit Kampen aan een breed publiek, vooral predikanten en geïnteresseerde gemeenteleden.” Ook zij moeten dus in staat zijn te begrijpen wat erin staat.
Met dit boek wil de universiteit antwoord geven op een vraag die blijkbaar met regelmaat wordt gesteld, namelijk hoe aan de TUK de hermeneutiek functioneert. Hoofdstuk 2 is, zoals gezegd, een kernhoofdstuk, en juist van dat hoofdstuk zou je dus verwachten dat het begrijpelijk en leesbaar is. Het tegendeel is echter waar. Didactisch gezien is het onder de maat. Het hoofdstuk wemelt van de moeilijke woorden, is onduidelijk over de betekenis van kernbegrippen, en de schrijver is beslist niet helder over zijn doel. In slechts drie bladzijden worden de concepten locutie, illocutie, perlocutie, referentie, sense en significance vermeld, evenals de syntactische, semantische, pragmatische en materiële dimensie in teksten. Wie snapt dat?
Ik heb het hoofdstuk minstens driemaal gelezen, en nog steeds is mij niet duidelijk wat Burger eigenlijk wil zeggen. Laat staan dat een ”gewoon gemeentelid” hier iets van zou begrijpen. Zoiets vind ik een kwalijke misser: wie schrijft over verstaan, kan het niet maken om onverstaanbaar te zijn.
Openbaring
Mijn meest kritische opmerking gaat over openbaring. Ik krijg de indruk dat er in dit boek sprake is van een andere visie op de openbaring. De focus lijkt niet meer te liggen bij het spreken van God in Zijn Woord, waarmee Hij bepaalde waarheden onfeilbaar en adequaat heeft bekendgemaakt. De aandacht gaat vooral uit naar de interactie tussen de mens en de Bijbel, naar de uitwerking van heilshistorische gebeurtenissen op de gelovige, naar de beelden die de lezer zich vormt als hij zich door de Bijbel laat inspireren, en (niet te vergeten) naar de rol van de theoloog.
De aandacht is verlegd van ”meaning” naar ”significance”; van de betekenis (”meaning”) van de tekst naar de betekenis (”significance”) voor de gelovige. Openbaring lijkt niet meer zozeer bekendmaking van goddelijke waarheden te zijn, maar verlichting (illuminatie) van de mens die nu anders naar alles kijkt (”het perspectief van het geloof”).
Van de drie woorden in de titel is, kortom, alleen het woord ”vandaag” duidelijk. Het boek slaagt er niet in om de lezer uit te leggen wat Bijbelse hermeneutiek is, en al helemaal niet waarom de visie van de auteurs als gereformeerd zou moeten worden beschouwd. Wie gereformeerde hermeneutiek vandaag wil beoefenen, moet duidelijk maken dat hij zich ten minste verbonden voelt met de gereformeerde hermeneutiek van vroeger. En helaas is dat in dit boek niet gebeurd.
Aan de Theologische Universiteit Kampen heeft op vrijdag 29 september een symposium naar aanleiding van dit boek plaats.
Boekgegevens
”Gereformeerde hermeneutiek vandaag. Theologische perspectieven”, TU bezinningsreeks nr. 18, Ad de Bruijne & Hans Burger (red.); uitg. Vuurbaak, Barneveld, 2017; ISBN 978 90 556 0533 0; 284 blz.; € 22,50.