Het kasteel van Pierregourde is een populaire vakantiebestemming van de familie Bac. Niet alleen omdat het schitterend gelegen is in de Ardèche in het zuiden van Frankrijk, maar vooral omdat in de zeventiende eeuw Alexander Bac er kasteelheer was.
Van het kasteel, dat in de dertiende eeuw werd gebouwd, is alleen nog maar een ruïne over. Lange tijd heeft de bouwval dienst gedaan als steengroeve. De omgeving is nu totaal verlaten; vanuit Saint-Laurent-de-Pape is de ruïne via een smalle bergpas slechts te voet bereikbaar. Het uitzicht is echter fenomenaal, met zicht op onder meer het Rhônedal en de Mont Ventoux.
In 1630 werd het kasteel tijdens de Franse godsdienstoorlogen verwoest in opdracht van kardinaal Richelieu. Het was in die tijd een bolwerk van protestantisme en een toevluchtsoord voor vervolgde hugenoten.
Dat de Bacs afstammen van hugenoten was in de familie wel bekend, vertelt dr. D. J. Bac uit Renswoude. „Het verhaal deed de ronde dat een Franse predikant Bac in de zeventiende eeuw naar Nederland was gevlucht vanwege de geloofsvervolging. Handlangers van Lodewijk XIV wisten hem met een sluwe leugen weer naar Frankrijk te halen, waar hij en zijn vrouw werden gevierendeeld. Twee zoons zouden in Nederland zijn gebleven.”
Hoe het werkelijk zat was echter onbekend. Het balletje kwam aan het rollen toe een verre achternicht uit Frankrijk eind 1988 reageerde op een overlijdensadvertentie die haar vader kort voor zijn dood uit dagblad Trouw had geknipt. „Deze mevrouw Vermeulen had vaak op de boerderij van opa Bac in Moerkapelle gelogeerd en wilde via ons graag meer over het familieverleden te weten komen. Mijn schoonvader J. Heijboer heeft toen in de Nederlandse archieven onderzoek gedaan naar onze voorouders.”
Vernoeming
Het spoor leidde echter niet naar een gevluchte predikant. „Het bleek dat we afstamden van een zekere Simon Bac uit Den Haag. In zijn trouwakte stond dat hij een „jongeman” was uit Vivarais, een toenmalige provincie van Frankrijk. Hij trouwde op 20 februari 1712 met een Frans meisje uit de hugenotengemeenschap in Den Haag: de tien jaar jongere Elizabeth Cahais. Simon was toen 33 jaar oud en werkte als „broodbacker” in de hofstad. Het is misschien aardig om te vertellen dat we onze jongste zoon hebben vernoemd naar deze Simon. Deze naam komt in ons voorgeslacht verder niet voor.”
Dankzij intensief speurwerk van mevrouw Vermeulen in Frankrijk, met wie de familie in Nederland een intensieve briefwisseling onderhield, kon worden achterhaald dat Simon moest zijn geboren in het dorp Pierregourde in de Ardèche. „Zijn doopakte is teruggevonden. Daarin staat dat Simon het levenslicht zag op 2 februari 1679; de doop had twee dagen later plaats in het nabijgelegen dorp Saint-Laurent-du-Pape. Zijn ouders waren François Bac, „procureur” in Pierregourde, en Marie Perrin, dochter van een linnenwever.”
Dr. Bac zegt dat niet duidelijk is wanneer Simon Bac precies naar Nederland is gekomen. „In 1685 werd het Edict van Nantes herroepen dat koning Hendrik IV in 1598 had uitgevaardigd en dat de hugenoten vrijheid gaf om hun geloof uit te oefenen. Daardoor ontstond er een enorme vluchtelingenstroom richting protestantse landen in het noorden, zoals de Nederlanden. Simon was toen een jaar of zes. Het is denkbaar dat hij uit Pierregourde is vertrokken na het overlijden van zijn vader in 1703.”
Omzwervingen
Simon Bac begon in Den Haag een nieuw bestaan als broodbakker. Met Elizabeth Cahais is hij zo’n vier jaar getrouwd geweest; zij overleed omstreeks 1716, nog maar 27 jaar oud.
Een jaar later trad Simon in de Waalse hervormde kerk in het huwelijk met de 24-jarige Petronella van Putten, een Nederlandse vrouw die ook al eerder getrouwd was geweest.
Uit Simons tweede huwelijk werd in 1721 zoon Theodore (Dirk) geboren. Theodore maakte nogal wat omzwervingen door Nederland. Nadat hij in 1740 belijdenis van het geloof had afgelegd in de Waalse kerk van Den Haag, vertrok hij naar Rotterdam. Vijftien jaar later verhuisde hij naar Maaslandsluis (Maassluis). Hij was in de tussentijd –op 15 november 1747– in Nijmgen getrouwd met Elizabeth Couilette, dochter van hugenoten uit Saint-Quentin. In 1768 woonde Theodore toch weer in Den Haag. Niet bekend is of hij, net als zijn vader, broodbakker was.
Wel staat vast dat Theodores zoon Dirk Bac het ambacht van zijn grootvader uitoefende. Dirk trouwde in 1783 in Den Haag met Cornelia Maria Mees. In de jaren daarna moet hij zich in Valkenburg hebben gevestigd, want in 1786 werd zoon Jan Hendrik hier geboren.
Jan Hendrik kwam door zijn huwelijk met Sophia Johanna van der Boon in 1818 in Voorschoten terecht. In die plaats werd ook hij broodbakker.
Hun zoon Dirk Jacobus (1825-1888) koos voor een ander ambacht: hij werd grof- en hoefsmid. Na eerder getrouwd te zijn geweest met Geertje Visser uit Bergschenhoek, kwam hij via zijn tweede vrouw, Maartje van der Spek, in Moerkapelle terecht. In die plaats werd in 1878 zoon Arie geboren, de grootvader van dr. Bac. Arie trouwde eveneens met een Van der Spek –Anna– en werd landbouwer in Moerkapelle. Hun zoon Jacobus, die in 1919 werd geboren, zou handelaar in veevoer worden.
Reformatie
Het Franse deel van de familiegeschiedenis moet nog verder worden uitgezocht, zegt dr. Bac. „We weten dat Simons vader François rond 1633 werd geboren in het dorp Saint-Laurent-du-Pape en dat hij later „Procureur d’Office de la Jurisdiction de Pierregourde” (advocaat of openbaar aanklager) was. Bij zijn geboorte was het kasteel, waar zijn vader Alexander kasteelheer was geweest, dus al door Richelieu verwoest. Omdat zij tot de notabelen van het dorp behoorden, zal er over hen vast veel meer informatie in de archieven te vinden zijn. Het is ook interessant om uit te zoeken wanneer de familie tot de Reformatie overging en welke rol zij daarin speelde.”
serie Verre voorouders
Dit is het tweede deel in een serie over onderzoek naar familiegeschiedenis
Dr. D. J. Bac
Dr. D. J. Bac (1956) is als maag-darm-leverarts verbonden aan Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede. Hij is getrouwd met Hendrika Cornelia Heijboer. In 1981 haalde hij zijn artsexamen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Van 1982 tot 1987 was hij werkzaam in het Donald Fraser Ziekenhuis in Vhufuli, Venda (Zuid-Afrika). Drie van hun vier kinderen zijn in Zuid-Afrika geboren.