De brexittrein rijdt, maar niemand weet waarheen
De trein die Groot-Brittannië uit de Europese Unie moet voeren, is maandagochtend vertrokken. Eindelijk, bijna een jaar na het referendum op 23 juni, zijn de gesprekken over de ‘echtscheiding’ begonnen.
Voor alle betrokkenen wordt dit een spannende reis. Onderhandelingen over nieuwe toetredingen tot de EU worden vrijwel doorlopend gevoerd. Maar gesprekken over een vertrek hebben nog niet eerder plaatsgevonden.
Duidelijk is wel dat de Europese onderhandelaars veel ontspannener aan de tafel zitten dan de Britse. De Britten zijn de vragende partij; de EU hoeft alleen maar te kijken of die wensen in haar programma passen.
Daarnaast vertegenwoordigt de EU maar liefst 27 landen. Daar zitten kleine landen tussen, zoals Malta en Luxemburg, maar ook economische reuzen zoals Duitsland en Frankrijk. Het Verenigd Koninkrijk mag dan zelf ook een groot land zijn, toch zijn de verhoudingen aan tafel bij voorbaat ongelijk.
Tegelijk doet de EU er goed aan de Britse positie in deze wereld niet te onderschatten. Op het Europese continent klinken hier en daar commentaren dat de Britten zich buiten de wereld plaatsen.
Dat is typisch een blik vanuit Europa. Het is eigenlijk het tegenovergestelde van het oude grapje dat je in een Engelse krant de volgende kop kunt treffen: ”Mist boven het Kanaal: continent geïsoleerd”. Als één EU-lidstaat ook buiten de EU een (goed belegde) boterham kan verdienen, is dat Groot-Brittannië. Daar valt niet alleen België, maar ook Nederland echt bij in het niet.
Als de brexittrein maandag gaat rijden, zal iedereen beseffen dat de positie van de Britse regering momenteel zwak is. Premier May had gehoopt haar Conservatieve Partij door vervroegde verkiezingen te versterken, maar dat viel bitter tegen. Op dit moment lopen er nog steeds gesprekken met de Noord-Ierse DUP. Elke dag dat een verklaring over deze samenwerking uitblijft, ontstaat er meer twijfel over de stabiliteit van de Britse regering. Ook zijn er doorlopend berichten in Engelse media dat veel partijgenoten van May af willen. Het is afwachten hoe dat verloopt, maar de geschiedenis leert dat in de Britse politiek de messen doorgaans scherper geslepen worden dan in Nederland.
En last but not least is er nog de inhoud van de onderhandelingen. Sommige punten –zoals die over Europese burgers in Groot-Brittannië en andersom– zijn zeer ingewikkeld. En op andere punten –zoals de brexitfactuur van 60 miljard euro– staan de partijen lijnrecht tegenover elkaar. En de gedachte dat de EU en het Verenigd Koninkrijk het voor eind 2018 eens zijn over de toekomstige handelsrelatie –waarover met andere partners soms tien jaar wordt onderhandeld– noemde The Economist vorige week „fantasie.”
Kortom, de brexittrein rijdt. En we weten ook hoe lang deze trein rijdt: tot 29 maart 2019 (tenzij de termijn wordt verlengd). Maar tot die dag is volkomen onduidelijk of de Britten op een fatsoenlijk station mogen uitstappen, of dat de EU hen ergens midden in de wildernis achterlaten.