OpinieCommentaar
Stakingen op het spoor schieten doel volledig voorbij
Voor de derde keer werd maandag een regio getroffen door stakingen van ProRail. Verkeersleiders gaan niet akkoord met een loonsverhoging van 8 procent. Ze willen meer. Dat de acties alleen gesteund worden door vakbond FNV maakt duidelijk dat de overlast ervan niet in verhouding staat tot het doel van een beperkte groep werknemers.
Hoofdredactie
Reizigers tijdens een staking van ProRail waarbij verkeersleidingsposten het traject tussen Rotterdam, Den Haag en Roosendaal tijdelijk stil leggen. beeld ANP
Verkeersleiders van ProRail hebben maandag het werk in de regio Zuidwest Nederland neergelegd voor een betere cao. Vakbond FNV eist een loonsverhoging van 13 procent, terwijl de spoorbeheerder niet verder wil gaan dan 8 procent. ProRailmedewerkers die lid zijn van vakbond CNV zijn wél akkoord gegaan met dat voorstel.
Vorige week woensdag reden er in de ochtendspits bijna geen treinen in Noord-Holland, delen van Flevoland en Utrecht. Vrijdag legde ProRailpersoneel het werk neer in Utrecht en Amersfoort en voor woensdag staan er acties gepland in Eindhoven en Maastricht en komende vrijdag in Zwolle, Groningen en Arnhem.
Dat ook verkeersleiders van ProRail worstelen met de hoge inflatie van de afgelopen tijd, is geen verrassing. Alle Nederlanders hebben hier op de een of andere manier mee te maken. De medewerkers van ProRail grijpen naar het drukmiddel van stakingen. De overlast die dat middel voor zo veel mensen oplevert, staat echter niet in verhouding tot het doel waarvoor gestaakt wordt. Er is door de werkgever 8 procent loonsverhoging geboden. Ook de verkeersleiders weten dat ProRail nu niet bepaald de werkgever is die in staat is veel extra geld uit te geven. Zo bezien is het bod van 8 procent beslist niet karig. Het feit dat het CNV het aanbod heeft geaccepteerd laat dat ook duidelijk zien.
Daarbij leveren de stakingen niet alleen grote schade op aan het imago van ProRail – en dus ook aan de Nederlandse Spoorwegen. Ook de overlast die zoveel honderdduizenden mensen ervaren, staat niet in verhouding tot het doel van de staking. Zeker in een winterperiode betekenen stakingen bij het openbaar vervoer veel grotere drukte op de weg, met alle gevolgen van dien. Tevens is het zo dat de stakingen in een bepaalde regio ook gevolgen kunnen hebben voor het treinverkeer in regio’s waar niet gestaakt wordt. Op het drukke Nederlandse spoornet hebben incidenten al snel een waterbedeffect en zijn de gevolgen soms tot in de verste uithoeken van het land merkbaar.
Staken is in Nederland een recht dat werknemers hebben. Maar ook rechten moeten met wijsheid gebruikt worden. De FNV zou er goed aan doen zich nog eens op dit middel te bezinnen. Wie ook op de lange termijn in ProRail een goede werkgever wil hebben, zou zich beter in kunnen zetten voor het bedrijf dan er op deze manier tegen te strijden .