Beheerdersechtpaar Van Selm over laatste synode GG in Westerkerk
De synode van de Gereformeerde Gemeenten vergaderde deze week voor het laatst in de Westerkerk te Utrecht. Het bedehuis wordt verkocht. Het beheerdersechtpaar van de Utrechtse kerk, Reinier en Ans van Selm-Imminkhuizen, kijkt terug op mooie dagen en neemt met weemoed afscheid van de synodes.
TOEN
De generale synode vergadert sinds 1971 in de Utrechtse Westerkerk. „In 1992 ben ik gaan meehelpen in het synodeteam: een groep vrouwen uit onze gemeente die uit liefde voor de kerk de zorg voor de maaltijden en het drinken op zich nam”, zegt zij. „Het begon met koffie en thee, daar kwam later soep bij. Nu krijgen de afgevaardigden, emeritus predikanten en de studenten van de Theologische School een warme maaltijd. De kneepjes van het vak heb ik geleerd van koster T. van Middelkoop, koster J. Pols en van hun echtgenotes. Het was een hecht team, en dat is het nog steeds.
In 2014 besloot de kerkenraad dat de gemeente niet langer een vaste koster zou hebben. Dat kon niet meer, gezien het teruglopende aantal leden en doopleden. De kerkenraad zocht een beheerder die met vrijwilligers de kerk zou onderhouden. Mijn man en ik zijn toen het beheerdersechtpaar geworden. Daarmee kregen we ook officieel de taak om alles rond de synodevergadering te organiseren.
NU
Het is heel mooi werk. Er komt veel kijken bij zo’n synodezitting. Een jaar van tevoren reserveren we de geluidsinstallatie met vertaalsets al. Dat moet je vroeg doen. Later ga je ook kookgerei, koffiecontainers, schenkkannen en meubilair regelen. We slaan ook vroegtijdig voorraad in bij de groothandel. We letten op aanbiedingen. Dat kan heel wat schelen.
Verder benader ik vrouwen uit de gemeente die altijd in het synodeteam meedraaien. Het lukte elke keer weer om genoeg leden van onze gemeente te vinden. Sommigen nemen er vrij voor. Dat is mooi.
Op de maandagavond voor de synodedagen komt een groep mannen naar de kerk. Zij schroeven de voorste banken los. Dat is een hele klus. Zij stapelen de banken achter in de kerk op en zetten de vergadertafels klaar.
Op de synodedagen zelf beginnen we vroeg. Om 8.30 uur komen de eerste vrouwen om broodjes te smeren en te beleggen: 400 bruin, 400 wit, en 400 krentenbollen. Halverwege de morgen beginnen we met het voorbereiden van de warme maaltijd. Het verzorgen van de maaltijd is de piek van de dag. Het is altijd spannend of alles op tijd klaar is en of de vergadering uitloopt. We hebben de pan met aardappels weleens in een moltondeken gewikkeld om het eten warm te houden.”
Hij: „We verzorgen de predikanten en ouderlingen graag goed. Dat hebben ze verdiend. Ze doen zo veel voor onze gemeenten, onze jeugd.”
„We hebben al veel meegemaakt rond de synode”, zegt zij. „Neem al die zwarte jassen aan de kapstok. Dan loopt er een ambtsdrager te zoeken: „het is die jas met in de rechterzak pepermunt.” Tja, dat valt niet mee. Of een bezoeker belt na een paar dagen dat hij niet de goede jas heeft. Of een predikant komt terug omdat hij niet genoeg geld voor de parkeergarage bij zich heeft.
Soms gaat het ook om persoonlijke zorg. Ds. G. J. van Aalst vroeg mij een keer ouderling G. H. Verweij uit Den Haag te verzorgen toen die zijn arm in een mitella had. Dat zijn mooie dingen om te doen.
De contacten met de predikanten en andere ambtsdragers zijn altijd goed geweest. Het zijn Gods knechten, maar ook gewone mensen. Regelmatig loopt een predikant bij het synodeteam binnen om te vragen hoe het gaat. Of een predikant die niet van de bespreking van de financiën houdt, loopt de kerkzaal uit om even bij ons een praatje te maken. Door de jaren heen is er met verschillende afgevaardigden een hartelijke band ontstaan.
De synodevergaderingen zijn door de jaren heen hetzelfde gebleven, maar de gezichten veranderen wel. Predikanten worden ouder en vallen weg. Vooral die predikanten van vroeger staan op mijn netvlies: de oude ds. J. Karens uit Opheusden, de beide dominees Honkoop. De predikanten die in Utrecht gediend hebben, liepen ook vaak bij ons binnen, zoals ds. M. Golverdingen en ds. A. B. van der Heiden.
Het afscheid donderdagmiddag stemde weemoedig, zoals ds. J. J. van Eckeveld het ook verwoordde. Je weet dat het komt. Toch moest ik wel een traantje laten. En dat was ook bij afgevaardigden zo. Dan merk je dat er echt een band is.”
Hij: „Het was tegelijkertijd een prediking: alles gaat voorbij. En de synode hangt niet van ons af.”
Zij: „Wij mogen terugzien op een bijzonder afscheid, er klonken woorden van waardering tijdens de afsluiting in de kerkzaal. Dit werk is uit liefde geboren en was een deel van ons leven. We mochten dit in afhankelijkheid doen tot eer van God én het welzijn van de gemeenten. De Heere gaf ons de kracht.”
STRAKS
Hij: „We hopen als gemeente dat de vergunningen voor de nieuwbouw van de kerk in Leidsche Rijn in mei, juni zullen komen. Als de koper van de Westerkerk een vergunning krijgt voor het realiseren van een horecagelegenheid in deze kerk, dan zullen we die in april, mei moeten verlaten. We moeten dan tot eind 2018 een tijdelijk onderkomen vinden. Daar zijn we druk mee bezig.
De nieuwe kerk komt vlak bij het Amaliapark. Ernaast realiseren we levensloopbestendige appartementen; 20 van de 24 zijn al toegewezen. De kerk staat straks vlak bij winkels en er is een goede busverbinding. En aan de andere kant van het park staat de reformatorische Eben-Haëzerschool.”
Zij: „We zien de laatste jaren dat studenten na hun studie vaker in Utrecht blijven wonen. Dat is fijn. We hopen dat mede hierdoor de gemeente mag groeien.”