Synode GG staat stil bij afscheid van Utrecht
De laatste tonen van een orgelkoraal over Psalm 43 klinken. Klokgelui sterft langzaam weg. De laatste vergadering van de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten in de Utrechtse Westerkerk staat op het punt van beginnen.
De vergadertafels in de kerkzaal staan in de kerkzaal keurig in het gelid. Afgevaardigden hebben hun plaatsen ingenomen, evenals enkele tientallen belangstellenden. De vergadering op deze donderdagmorgen wordt geopend door preses ds. J. J. van Eckeveld (Zeist). Hij vraagt de tweede voorzitter, ds. P. Mulder, een openingswoord te spreken. Deze laat zingen Psalm 66:5: „…maar Gij deed ons ’t gevaar ontkomen; Verkwikkend ons, ter goeder uur.” De predikant uit Geldermalsen mediteert over Markus 9:14-29.
Het was donderdag voor het laatst dat de breedste kerkvergadering van de Gereformeerde Gemeenten bijeen kwam in Utrecht. De Westerkerk, sinds 1971 de vergaderlocatie, is verkocht. De eigenaar, de gereformeerde gemeente in Utrecht, laat een nieuw bedehuis bouwen in de Vinexwijk Leidsche Rijn. De synode van 2019 wordt daarom in Gouda gehouden.
In de ochtendvergadering komen onder meer de bestuursstructuur aan de orde van De Vluchtheuvel, de kerkelijke instelling voor psychosociale zorg en de kerkelijke omgang met overdoop. In de middagvergadering wordt nog een laatste rapport behandeld, over het belang van de zondagsrust. En de onvermijdelijke verrekening van de onkosten. Die worden vastgesteld op 5 euro per lid en dooplid per drie jaar.
Aansluitend wordt het vertrek uit Utrecht gememoreerd. „Een bijzondere sluiting, zoals we die hier nooit eerder meemaakten”, aldus preses ds. Van Eckeveld. „Het moderamen kijkt met blijdschap en erkentelijkheid terug op wat de Heere gaf. Onverdiende goedheid. Dat neemt niet weg dat er zorgen en problemen zijn. Dat kan ook niet anders in de tijd waarin we leven, waarin de wind van de secularisatie waait door Nederland, door de Gereformeerde Gemeenten, door onze jongeren en ook door ons hart.”
De predikant wijst op de noodzaak van gebed „om getrouw te zijn op de post waarop de Heere ons stelde. De verborgen omgang met de Heere mag niet ontbreken. Wat is het een wonder als er een ontmoeting mag zijn tussen God en mijn hart, tussen Jezus en mijn ziel. Dan zal dat merkbaar zijn aan onze levenswandel.”
De helpers van de synode krijgen een cadeaubon van het moderamen. Ook Utrechtse kerkenraad wordt hartelijk bedankt. In totaal vergaderde de synode 25 keer in Utrecht, memoreert de plaatselijke predikant, ds. L. Terlouw. Negen keer gebeurde dat in het vorige kerkgebouw, in de Boothstraat, en zestien keer in de in 1967 aangekochte Westerkerk. De Utrechters –kerkenraad, kosters en assistenten– zingen de synode Psalm 20 vers 1 toe.
Ds. Van Eckeveld memoreert dat er zowel verblijdende als bedroevende momenten waren in de tijd dat in Utrecht vergaderd werd. De bidstond voor de eerste synode in Utrecht in 1944, werd geleid door ds. R. Kok. Het was ook in de Domstad dat deze predikant enkele jaren later geschorst werd en dat in 1953 zich een scheuring voltrok in de Gereformeerde Gemeenten.
Ds. Van Eckeveld: „Dat we hier vertrekken geeft ook ons een gevoel van weemoed. Er zit ook een prediking in: Dat alles hier voorbijgaat. Gisteren spraken we over Malechi 3:6 „Ik de Heere word niet veranderd.” Niets is hier blijvend dat het hart verheugt. Maar boven alles staat dit machtige Woord van God. Hij verandert niet in Zijn liefde, genade, trouw, heerlijkheid, heiligheid en rechtvaardigheid. Daarom zijt gij kinderen Jacobs niet verteerd. Laat ons kleine ik maar opgaan in de grote Ik. Dat is niet makkelijk, maar wel een gezegende weg.”
Ds. Terlouw memoreert dat de gereformeerde gemeente in Utrecht altijd gastvrij de synode heeft willen ontvangen. „Wat wij als kerkenraad en vrijwilligers deden was niet zo belangrijk, al was het wel noodzakelijk. Het gebeurde uit de liefde van het hart, met het oog erop om te mogen dienen. In de kerkbodes vindt je nooit een oproep voor vrijwilligers. Het ging als het ware vanzelf.”
Aansluitend overhandigt W. B. Kranendonk, uitgever bij De Banier en hoofdredacteur van deze krant, een boek. Onder de titel ”Broeders bijeen”, wordt aan de hand van oude verslagen uit kerkblad De Saambinder en vele foto’s teruggeblikt op de vergaderingen in Utrecht. „Het is iets van gewicht. Ruim drie kilo”, zo stelt hij. „In De Saambinder verschenen vroeger levendige synodeverslagen. Ds. Kersten schrijft dat de sfeer goed was en een andere keer dat er stevig werd gediscussieerd. Zo’n impressie geeft kleur aan een vergadering.”
Dan is het echt voorbij. Ds. Van Eckeveld vraagt aan eerste scriba ds. A. Schreuder (Beekbergen) om de vergadering te beëindigen. De aanwezigen zingen Psalm 132:9 en 12, waarna de predikant eindigt met gebed. Aansluitend zet de organist Psalm 134 in. „Dat ’s Heeren zegen op U daal. Zijn gunst uit Sion u bestraal.”