Zwarte doos in auto wapen tegen wegpiraat
Als iedere auto verplicht een zwarte doos heeft, is het veel makkelijker om bij verkeersongevallen de schuld vast te stellen, schrijft Jan Labruyere. Dat weegt zwaarder dan de gevolgen voor onze privacy.
”De auto kan straks zomaar een spion zijn”, aldus een kop in RD 13-8. Het desbetreffende artikel gaat over de gevolgen van het verplicht stellen van een zwarte doos in de auto. Momenteel is daar in de media veel aandacht voor. In de berichtgeving over deze Event Data Recorder (EDR) voeren vooral privacyaspecten de boventoon. ”Politie wil digitaal in uw auto wroeten”, zo luidt een andere kop. Vincent Böhre van de stichting Privacy First reageert in genoemd artikel dan ook afwijzend.
Graag wil ik evenwicht aanbrengen door een aantal andere aspecten te benoemen. Vooropgesteld, privacy is een groot goed, waar we zuinig op moeten zijn. In allerlei systemen wordt informatie over ons bewaard. Daar zijn risico’s aan verbonden, vooral wanneer bestanden aan elkaar gekoppeld worden. Daarom is het noodzakelijk dat wettelijk goed geregeld wordt welke gegevens mogen worden vastgelegd en hoe ze worden gebruikt. Zo worden we beschermd tegen misbruik.
Het vastleggen van informatie over ons rijgedrag is niet helemaal nieuw. Al tientallen jaren hebben bijna alle vrachtauto’s en bussen verplicht een tachograaf, die de snelheid registreert. Tegenwoordig gaat dat meest digitaal. Ook vele andere gegevens van (vracht)auto’s, bussen en motorfietsen worden digitaal vastgelegd. Fabrikanten kunnen daarbij meer data verzamelen –en gebruiken voor onderzoeks- en marketingdoeleinden– dan publiek bekend is.
ABS
De EDR is vooral belangrijk na verkeersongevallen. Rond het onderzoek van ongevallen is er de laatste tijd veel veranderd. Een groot aantal voertuigen is uitgerust met een antiblokkeersysteem (ABS) en andere veiligheidssystemen. Sinds dit jaar is een ABS ook verplicht voor nieuwe motorfietsen. Prima!
Een ABS heeft bewijstechnisch echter een keerzijde. Vroeger stonden er na bijna ieder ongeval dikke remsporen op de weg als gevolg van blokkerende wielen. Aan de hand hiervan werd de snelheid vastgesteld. Tegenwoordig treft men bij voertuigen met een ABS alleen nog onder gunstige omstandigheden (moeilijk waarneembare) sporen aan.
Bij veel ongevallen blijven slechts beperkte mogelijkheden over om de gereden snelheid vast te stellen. En als het al lukt, is dat vaak met een dusdanige marge dat het resultaat voor justitie nauwelijks bruikbaar is. Een rechter kan door die ruime marge niet tot een passende veroordeling komen. En dan heb ik het alleen nog maar over de snelheid.
Juist die bewijslast is zo belangrijk voor de afhandeling van verkeersongevallen. De Wegenverkeerswet merkt een ongeval aan als misdrijf als er sprake is van „aanmerkelijke schuld” bij de veroorzaker in combinatie met het overlijden van of aanzienlijk letsel bij het slachtoffer. Alleen dan kunnen verdergaande bevoegdheden worden toegepast zoals inverzekeringstelling en kan de rechter zwaardere sancties opleggen.
Van aanmerkelijke schuld is sprake bij bewezen onverantwoord gedrag. Dat kan bijvoorbeeld een aanzienlijke snelheidsoverschrijding zijn, alcohol- of drugsgebruik of roekeloosheid. Nu komen veroorzakers van ernstige verkeersongevallen er soms van af met minimale straffen omdat een ernstige mate van schuld eenvoudigweg niet bewijsbaar is. Wat het effect daarvan is op de nabestaanden en de samenleving, laat zich raden.
Met een zwarte doos in de auto zijn tal van gegevens nauwkeurig te achterhalen. Hoe hard werd er gereden? Is er geremd, en zo ja met welke vertraging? Werkten het ABS en andere veiligheidsopties? Werden de gordels gedragen? Waren de verlichting, remlichten en richtingaanwijzers in werking? In welke positie stond de versnelling? Wat was het toerental van de motor? Waren er relevante storingen in de auto, werden die gemeld op het dashboard? Enzovoort. Hierdoor kunnen veroorzakers van ernstige ongevallen gepast vervolgd en gestraft worden.
Preventieve werking
Böhre vraagt zich af of het inbouwen van een zwarte doos wel proportioneel en maatschappelijk noodzakelijk is. Ik denk dat uitlezen van de EDR vaker uitkomst biedt dan dat Privacy First doet vermoeden. Ook liggen de kosten waarschijnlijk niet hoger dan het traditionele onderzoek van politie en NFI. Maar wat stellen de onderzoekskosten voor in het licht van de enorme immateriële en materiële gevolgen waar de slachtoffers van verkeersongevallen en hun nabestaanden onder lijden?
De EDR heeft niet alleen ongewenste ‘bijproducten’. Er gaat een preventieve werking uit van de zwarte doos, wat de verkeersveiligheid aanzienlijk bevordert. Het voornaamste blijft dat de toedracht en de schuldvraag van met name ernstige verkeersongevallen vele malen beter en betrouwbaarder onderzocht en bewezen kunnen worden dan nu het geval is.
De auteur is medewerker bij de verkeerspolitie Zeeland/West-Brabant. Hij schrijft dit artikel op persoonlijke titel.