Oma’s knipjes blijven lekker
Voor Marjan Hoek (39) uit Katwijk aan Zee is Katwijkse knip nauw verweven met haar inmiddels overleden oma Groen. Die bakte elke week twee volle bakplaten van de langwerpige, gesuikerde koekjes, die elders in Nederland janhagel heten.
„Als ik Katwijkse knip bak, denk ik altijd aan mijn oma Groen. Als meisje van een jaar of tien ging ik ’s zaterdags naar oma toe. Ik haalde dan boodschappen voor haar en deed klusjes, zoals koper poetsen of haar straatje boenen. ’s Middags bleef ik bij haar eten: grof gesneden spinazie met een gehaktbal of ei, blote billetjes in het gras –zoute snijbonen met witte bonen– of patat met een gegrild kippetje. Bomvol kwam ik altijd thuis. Als oma te moe was, deed ik voor haar de vaat en boende haar rood-wit geruite gootsteentje uit. Als oma dan haar middagslaapje had gedaan, belde ze me vaak thuis op om me te bedanken en te zeggen dat ik het zo „keurig” had achtergelaten.
Elke zaterdag bakte oma twee bakplaten knip. Ook daarvoor zette ze mij aan het werk. Ik weet nog hoe het voelde om het deeg te kneden. Het deeg is best droog aan het begin en je moet stevig kneden voor het een goede bal is. Het laatste stukje is het moeilijkst, dat deed oma vaak voor me. Het deeg moet heel dun worden uitgerold, tot een dikte van ongeveer 3 millimeter. Dat is zwaar werk en niet echt leuk.
Misschien is het ook wel de reden dat mijn kinderen –de oudste is bijna zeventien– me zelden helpen bij het knip bakken. Ze maken liever cupcakes. Of chocoladebonbons. Zelf bak ik ongeveer eens per maand knipjes. De laatste tijd ben ik het weer wat vaker gaan doen. Als bedankje voor een juf. Of om mee te nemen als we bij iemand op bezoek gaan. Ik merk dat iedereen het leuk vindt om een bakje zelfgebakken knip te krijgen. Ze zijn gewoon ook lekker. Mijn bakkunsten zijn voor de rest niet bijzonder, maar deze koekjes zijn echt heel goed. Ik heb vijf kinderen en ik moet de knipjes altijd bewaken en zeggen: Je mag er twee nemen, meer niet.
Oma was er zelf ook dol op. O ja, bij elk bakje koffie was er een knipje. En op zondag uit de kerk kwam een deel van de familie –oma had acht kinderen en een heleboel kleinkinderen– knip eten bij oma. Ze keek dan tevreden het kringetje rond. Het was haar nooit te druk. Sterker nog: als er een paar mensen van de vaste club ontbraken, bleef ze uit het raam kijken of ze misschien nog kwamen.
Toen ik wat ouder werd en een zaterdagbaantje kreeg, ging ik elke zondag bij oma eten. Tot aan mijn trouwen. Van oma leerde ik koken. Het recept van de knip heeft ze mij verteld en ik heb het toen meteen opgeschreven. Want ik wilde wel knip kunnen bakken. Toen ik elf jaar geleden van mijn oudste dochter voor Moederdag een receptenschriftje kreeg, schreef ik daar als eerste de recepten voor oma’s knip en oma’s pudding in.
Het recept dat ik van oma kreeg, is genoeg voor twee grote ovenbakplaten. Zelf heb ik het recept aangepast voor de kleine bakplaat van mijn combimagnetron. Nu heb ik net een nieuwe combi met weer andere afmetingen. Ik heb het originele recept van oma door tien gedeeld en daarna maal vierenhalf gedaan. Nu klopt het weer. De koekjes worden met dit recept net wat dikker dan dat oma ze bakte. Ik vind dat wel lekker. Iedereen geeft toch zijn eigen smaak aan de koekjes, daar ontkom je niet aan. Mijn knipjes smaakten altijd al net iets anders dan die van oma. Dat heb je al als je iets meer of minder kaneel toevoegt. Ik snijd de koekjes ook wat kleiner dan oma dat deed.
Mijn moeder bakt trouwens helemaal geen knip. Ze is er „te lui” voor, zegt ze zelf. Maar dat geloof ik niet, want ze bakt wel cake en andere koekjes. Oma heeft tot op hoge leeftijd knipjes gebakken. Ook toen ze naar een aanleunwoning verhuisde, bleef ze elke zaterdag die twee platen bakken. De laatste jaren –oma overleed in 2009 op 94-jarige leeftijd– nam mijn nicht het bakken van de knipjes over.
Ik ben inmiddels bijna veertig maar ik, en ik denk al haar kinderen en kleinkinderen, bewaar warme herinneringen aan mijn lieve oma Groen. Ze was voor ons de spil in de familie. Nog altijd als ik het deeg aan het uitduwen ben, denk ik aan mijn oma.
----
Katwijkse knip
Ingrediënten (voor 2 grote bakplaten of voor een bakplaat van 34x34 cm)
- 500 of 225 g zelfrijzend bakmeel
- 250 of 110 g witte basterdsuiker
- 340 of 150 g boter
- snufje zout
- kleine tl of flinke snuf kaneel
- ei, om te bestrijken
- greinsuiker (hagelsuiker/parelsuiker), om te bestrooien
Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius.
Snijd de boter in kleine stukje. Voeg de overige ingrediënten, behalve het ei en de greinsuiker, toe en kneed tot een bal. Vet de bakplaat in en rol het deeg hierop uit tot een lap die (bijna) de hele bakplaat bedekt. Het deeg moet ongeveer 3 millimeter dik zijn.
Klop het ei los in een kopje. Bestrijk de deeglap ermee en bestrooi met de greinsuiker.
Bak de koek in ongeveer 20 minuten gaar en bruin. Haal de koek direct uit de oven en snijd hem in stukken van ongeveer 4 bij 6 centimeter.
Tip: in plaats van met ei kun je de deeglap eventueel ook met melk insmeren.