Opinie

Open brief Gereformeerde Bond: Geestelijke verzwakking dreigt bij hervorming kerkorde

De voorgestelde hervorming van de kerkorde leidt tot vervorming van het geestelijke zicht op kerk en ambt en daarmee tot geestelijke verzwakking van de kerk, schrijven 
ds. A. J. Mensink en drs. P. J. Vergunst in een open brief aan de leden van de synode van de Protestantse Kerk in Nederland.

ds. A. J. Mensink en drs. P. J. Vergunst
15 April 2016 22:20Gewijzigd op 16 November 2020 02:55
beeld Sjaak Verboom
beeld Sjaak Verboom

Broeders en zusters,

De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland zal zich volgende week uitspreken over voorstellen die een uitwerking zijn van het in november 2015 aanvaarde rapport ”Waar een Woord is, is een weg”. De realiteit van een krimpende kerk en een toenemend tekort aan ambtsdragers en middelen noodzaken ons, in een verlangen om ook in de toekomst onze geestelijke roeping in deze wereld te vervullen, de bestaande structuur van de kerk grondig te herzien. Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond deelt de nood van de kerk en erkent de noodzaak van ingrijpende maatregelen.

Wij zijn echter uitermate bezorgd over de theologische keuzes en geestelijke gevolgen die aan deze voorstellen verbonden zijn. Dit betreft vooral de fundamentele visie op kerk en ambt. De Bijbelse en confessionele basics hiervan zijn volkomen verdwenen. Als deze voorstellen aanvaard en verwerkelijkt worden, wordt de gemeente niet meer gevoed in een geestelijke visie op kerk, gemeente-zijn en ambt. Dit heeft niet alleen te maken met het taalgebruik in de voorstellen (flexibiliteit, kwaliteit, diversiteit, functioneren, profiel enzovoort), maar vooral met de inhoudelijke keuzes die gemaakt worden.

Ten aanzien van de gemeente wordt het voorstel gedaan de territoriale grenzen af te schaffen. In de praktijk functioneren ze helaas vaak al niet meer, omdat gemeenteleden zelf bepalen bij welke gemeente zij willen behoren. Kerk en gemeente zijn in de praktijk voorwerpen van eigen keuze geworden, ook in gemeenten die zich tot de Gereformeerde Bond rekenen. Vanuit de heilige Schrift wordt dit denken echter herhaaldelijk gekruisigd. Leden van een lichaam kiezen elkaar niet uit maar zijn aan elkaar gegeven als geroepenen, niet als kiezers. Ook zijn de eenheid en de identiteit van een gemeente niet gegeven met een éígen omschrijving daarvan: de gemeente wordt samengeroepen onder het Woord van Christus, en is gehouden in geloof en gehoorzaamheid naar dit Woord met elkaar samen te leven. De kerk dwaalt als zij in haar kerkorde een praktijk volgt en sanctioneert die door het Woord van Christus onder kritiek wordt gesteld.

De tendens om in de nieuwe structuur recht te (blijven) doen aan de pluraliteit van de kerk en daarmee iedere modaliteit haar eigen bestaansrecht te geven, is strijdig met het fundament van onze kerkorde dat iedere gemeente in de Protestantse Kerk vergaderd wordt rond het ene Woord van God, in een gezamenlijke roeping tot horigheid aan de Schrift en tot schatplicht aan onze belijdenis. Als leden van de kerk zijn wij geroepen elkaar bij de gehoorzaamheid aan het Woord van Christus te bewaren of terug te brengen. In dat licht is het eveneens onbegrijpelijk dat het kerkelijke gesprek in regionaal en/of classicaal verband wordt gereduceerd tot een enkele ontmoeting tussen enkele afgevaardigden. In de kerk van 2025 zijn wij losgelaten en hebben wij elkaar losgelaten.

Ten aanzien van het ambt wordt er gesproken over de mobiliteit van predikanten. De vraag naar kwaliteit en flexibiliteit werpt in de nota Kerk 2025 een schaduw over een ambtsbediening waarin predikanten zich met kerkenraden inzetten voor de geestelijke opbouw van de gemeente. Wij erkennen dat er in toenemende mate situaties zijn waarin spanning tussen predikant en kerkenraad beiden verlamt. In deze situaties is een gesprek nodig over de vraag of een dienaar de gemeente nog langer met stichting kan dienen. Dit gesprek wordt nu tot regel verheven. Als het functioneren van predikanten tot voorwerp van evaluatie van kerkenraad én gemeente wordt, tast dit gemakkelijk en onbedoeld hun diepste roeping aan, namelijk het gelegen én ongelegen verkondigen van Gods Woord (2 Tim. 4:2). Hoe kan de gemeente in deze visie op het ambt bewaard blijven bij de belijdenis dat de Heere ons door middel van de ambten bij de gehoorzaamheid aan Zijn Woord wil bewaren?

Wij roepen de generale synode er dringend toe op om zich grondig op deze vragen en gevolgen te bezinnen, ondanks de tijdsdruk die ervaren wordt. Als de hervorming van de kerkorde leidt tot vervorming van het geestelijke zicht op kerk en ambt en daarmee tot geestelijke verzwakking van de kerk, hebben we de nood van de kerk verkeerd aangegrepen. Te vrezen valt dat op den duur ook de grondleggende artikelen van de kerkorde niet meer houdbaar zijn. Het is ons diepe verlangen dat de Protestantse Kerk voor dit ecclesiologisch verlies behoed wordt en dat zij onder Gods zegen in staat zal zijn om met nieuwe structuren de fundamentele noties van gemeente en ambt te bewaren: de gemeente is geen keuzekerk maar concrete (territoriale) vergadering rond het Woord, en de dienaren van dat Woord worden in de regel voor onbepaalde tijd aan de gemeente verbonden.

Van harte bidden we dat de Heilige Geest de ambtsdragers, de ambtelijke vergaderingen en de leden van de kerk vervult met wijsheid, geloof en moed om in het spoor van Christus te gaan.

De auteurs zijn respectievelijk voorzitter en algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer