ZAVENTEM. “Terroristen zijn boze boeven die zomaar mensen dooddoen”, aldus een 5-jarige kleuter op Zavo Basisschool in Zaventem. De aanslagen op het vliegveld hielden de kinderen dinsdag bezig. Van lesgeven is niet veel gekomen, aldus een van de juffen.
Dinsdagmiddag halfvier. De bel gaat. In rijen van twee aan twee komen de kinderen van Zavo-basisschool –twee kilometer van vliegveld Zaventem– naar buiten, waar ze door hun vader of moeder in de armen worden gesloten. Er omheen verdringen journalisten met camera’s zich om niets te hoeven missen. Enkele zwaarbewapende agenten houden een oogje in het zeil.
Vincent (44) haalt dochter Fanny (3) op. Zij zit sinds januari op school. “Ik werk bij Cargo, de vrachtafdeling op de luchthaven”, zegt Vincent. “Normaal ga ik rond een uur of vier ’s middags naar huis en haal mijn dochter op. Nu ben ik wat eerder, ’t is zo’n rare dag.”
Tussen de Cargo en de aankomsthal zitten de landingsbanen. “Ik heb geen explosies gehoord”, zegt de Vlaming. “Ik hoorde op het nieuws dat er iets was gebeurd. Bizar. Normaalgesproken is terrorisme een ver-van-mijn-bed-show. Nu komt het akelig dichtbij.” Al snel krijgt hij een sms van de school van zijn dochter dat alles veilig is en dat de kinderen niet hoeven worden opgehaald.
Of zijn dochter met vragen thuiskomt, betwijfelt hij. “Ik denk dat ze mij alleen vraagt waarom ik met de fiets ben en niet met de auto”, lacht hij. Serieus: “Kinderen van drie beseffen nauwelijks wat er is gebeurd. We gaan zien hoe ze reageert. Mijn vrouw en ik hebben besloten eerlijk tegen haar te zeggen dat stoute mensen hele erge dingen hebben gedaan.”
Terughoudend
De basisschool is aanvankelijk terughoudend over de aanslagen. “De meeste kinderen wisten ’s morgens van niks”, zegt directeur Brigitte Devroye. “Dat hebben we bewust zo gehouden. Na de middagpauze was dat anders. Kinderen die dichtbij wonen, kwamen terug met verhalen. In diverse klassen is er vervolgens over doorgepraat.”
De directeur hoorde het nieuws vanmorgen van een collega die haar thuis opbelde. “Ik ben toen meteen naar school gekomen. Ik heb met de politie overlegd. Zij hebben goede tips gegeven. Een van de dingen die we snel hebben gedaan, is alle ouders per mail en sms informeren dat hun kinderen veilig zijn.”
Het ministerie van onderwijs reageerde adequaat met tips, aldus Devroye. “En morgen komen er ook twee hulpverleners naar onze school voor leerlingenbegeleiding. We verwachten dat de kinderen dan veel vragen gaan stellen. En het kan natuurlijk ook dat er onder de slachtoffers ouders zijn van onze leerlingen.”
Sommige kinderen waren in paniek, zegt Tinne van Wilderode, leerkracht van groep 3. “Bij enkelen heb ik tranen gezien. Een aantal woont vlak bij de school. Zij gingen pas tegen halfnegen van thuis weg. Twee kinderen wisten toen al te melden dat er twee bommen waren ontploft op de luchthaven. Heel rustig is het bij mij dus niet geweest in de klas.”
Fantaseren
Ook in groep 2 van juf Bossier Aldegonde en groep 5 van Vanessa Vandenbosch verliep de dag allerminst kalm. “Dat kon ook bijna niet anders”, zegt Aldegonde. “Er kwamen telkens auto’s voorbij met sirenes. En je zag zwaarbewapende agenten op straat. Zoiets zie je hier zelden, dus dat valt natuurlijk op. Ik heb wat afleidende dingen bedacht, zoals zingen met elkaar.”
Morgen komen de vragen, weten ze alle drie. Hoe gaan ze zich daarop voorbereiden? “Brigitte heeft ons tips van het ministerie doorgestuurd”, zegt Van Wilderode. Vandenbosch: “Het Karrewiet (Vlaams jeugdjournaal, BP) geeft ook veel informatie op kinderniveau. Belangrijk is om kinderen op hun niveau te bereiken. Oudere kinderen mogen meer weten.”
Aldegonde: “Het valt op dat sommige kinderen vrijwel álles mogen zien en andere kinderen bijna niets. “Terroristen zijn boze boeven die zomaar mensen dooddoen”, hoorde ik een kleuter van 5 zeggen. Ook van de aanslag op het Bataclan-theater in Parijs wisten sommigen opvallend veel te melden. Anderen weten er nóg meer bij te fantaseren.”