Commentaar: Bezinning geboden rond zondagsopening
Het kan niemand zijn ontgaan: de winkelstraat beleeft zware tijden. Veel winkeliers worstelen om het hoofd boven water te kunnen houden. Ook grote winkelnamen legden de afgelopen tijd het loodje, waaronder V&D – ooit een trotse winkelreus.
De klant blijft steeds vaker thuis. Niet alleen omdat sinds de crisis de hand sowieso wat meer op de knip lijkt te zitten, maar ook door de opmars van het webwinkelen. Net zoals in tal van andere sectoren is internet ook hier de grote uitdager en verstoorder van de bestaande orde. De vraag of er nog toekomst is voor de stenen winkel, is er daarom een die prangt.
Het gemak van 24 uur per dag vanachter een beeldscherm alles te kunnen kopen, de scherpe prijs en de snelle levering („vandaag besteld, morgen in huis”) verslaan hun duizenden. Sinds 2008 daalt het aantal fysieke winkels dan ook gestaag, terwijl het aantal webwinkels sindsdien maar liefst verzesvoudigde.
Voor winkeleigenaren die willen leven naar Gods Woord is er ook nog de koopzondag die hun concurrentiepositie verzwakt. Want terwijl het ook in ons land steeds normaler is geworden om de weekomzet in zeven dagen binnen te hengelen, geldt voor hen het heldere gebod van de Onveranderlijke: „Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen.” Hebben wij als christenen nog oog voor deze winkeliers? Of geldt ook voor ons simpelweg de laagste prijs?
Hoewel helaas steeds meer gemeenten de koopzondag vrijgeven, kán de zondagsopening in de winkelstraat in ieder geval nog worden gereguleerd. Op het web bestaan daarvoor überhaupt geen regels. Daar is het al jarenlang iedere zondag koopzondag.
Waar reformatorische winkeliers hun fysieke zaak op zondag principieel gesloten houden, blijkt dit beeld onder christenondernemers met een webshop diverser. Zo sluiten sommige winkeliers hun webwinkel op zondag af, laten anderen de klant wel kijken, maar niet kopen, en zijn er ook christenondernemers die hun webshop openhouden. Fysieke arbeid komt er in de geautomatiseerde shop immers niet aan te pas en of er op zondag een aankoop wordt gedaan, is volgens hen de eigen verantwoordelijkheid van de klant.
Het is de vraag of die keuze, zoals ook de voorzitter van de reformatorische ondernemersvereniging VRO het in deze krant verwoordde, wel altijd even goed doordacht is. Wie op zondag via het web een aankoop doet, gaat een commerciële transactie aan die ook naar de verkoper toe verplichtingen schept. Zonder al te veel inlegkunde lijkt het sabbatsgebod dit kopen en verkopen op de dag des Heeren uit te sluiten. In die zin staat de 24 uurseconomie van de moderne maatschappij ook volledig haaks op het vierde gebod. Voor christenen blijft het echter zaak om de grens tussen de zondag en de andere dagen niet te laten vervagen. Want wat is anders, afgezien van de levering, het verschil nog tussen het op zondag openhouden van een webshop en, bijvoorbeeld, een onbemand tankstation?
Bezinning op dit punt lijkt gewenst. Niet vanuit een kil wetticisme, maar vanuit het diepe besef dat Gods geboden heilzaam zijn voor alle mensen. Niet slechts voor de winkelier zelf, of voor diens personeel, maar ook voor „de vreemdeling” in zijn ‘digitale’ poorten.