„Duyvendak mentor van terreurgroepen”
Kamerlid Wijnand Duyvendak van GroenLinks heeft zich in korte tijd ontwikkeld tot een gerespecteerd politicus. Hinderlijke vragen van journalisten over zijn extreem linkse verleden komen hem daarom extra slecht uit. Hij doet ze af met de bewering dat hij destijds juist een matigende rol heeft gespeeld. Dat verweer is door nieuwe publicaties wel erg ongeloofwaardig geworden.
Binnenkort behandelt de Tweede Kamer de nieuwe Wet terroristische misdrijven. Die wet biedt meer ruimte om terroristen de voet dwars te zetten. Opmerkelijk is de definitie van terrorisme die de wet hanteert. Gewelddadige actiegroepen zoals RaRa zouden nu ook onder de wet vallen.
Enkele weken geleden hoorde de Tweede Kamer een aantal deskundigen over het wetsvoorstel. Ze kwamen van buiten de Kamer. Er had echter ook een eigen expert gevraagd kunnen worden: het kamerlid Wijnand Duyvendak van GroenLinks. Hij was jarenlang het brein achter een extreem links milieu dat steeds gewelddadiger werd.
Schiphol
Duyvendak is sinds mei vorig jaar lid van de Tweede Kamer. Hij stond vierde op de lijst van GroenLinks, direct na Rosenmöller, Femke Halsema en Marijke Vos. Hij houdt zich in de Kamer vooral bezig met verkeer en waterstaat. Als weinig anderen is hij thuis in het Schiphol-dossier. Niet zo verwonderlijk, want als staflid van Milieudefensie studeerde hij jarenlang op mogelijkheden om uitbreiding van de luchthaven via legale en illegale acties te verijdelen.
Lastige vragen van journalisten over zijn achtergrond bevallen hem steeds minder. Van enige spijtbetuiging is geen sprake. Hij zegt „strontchagrijnig” te worden van de „verdachtmakingen.” Toch zal zijn humeur de komende tijd nog verder op de proef worden gesteld. Over het verleden van Duyvendak blijkt het laatste woord nog lang niet gezegd en zeker niet geschreven te zijn.
Het kamerlid kwam voor het eerst in opspraak in 1996 door een publicatie in De Telegraaf. Duyvendak is dan campagneleider bij Milieudefensie, waar zijn ster snel rijst. Het blad heeft zijn doopceel gelicht en komt tot de verbijsterende ontdekking dat Duyvendak nog een tijdje is verdacht van directe betrokkenheid bij RaRa. Dat was een netwerk van extreem radicale activisten die in de tweede helft van de jaren tachtig voor grote paniek in dit land zorgden.
Bij aanslagen op Makro-vestigingen, tankstations en andere doelwitten werd voor meer dan 100 miljoen gulden schade veroorzaakt. Ook aanslagen op ministeries, marechausseekazernes en het huis van een staatssecretaris werden aan RaRa toegeschreven.
De mogelijke betrokkenheid van Duyvendak bij RaRa was niet zomaar een gerucht. De Telegraaf staafde die onthulling met politiedocumenten. De publicatie slaat -om het in RaRa-termen te zeggen- in als een bom. Toch kan dit alles niet verhinderen dat Duyvendak het bij Milieudefensie tot directeur schopt.
Op heterdaad
Vlak voor zijn verkiezing tot lid van de Tweede Kamer volgt in deze krant een nieuw bericht over het verleden van Duyvendak. Hij blijkt tot gevangenisstraf te zijn veroordeeld nadat hij op heterdaad was betrapt bij een inbraak in een militair complex. Dat gebeurde in zijn hoedanigheid van activist van Onkruit.
Ook die publicatie had geen verdere gevolgen voor zijn carrière. Aan kamerleden worden geen nadere eisen gesteld. Alleen als ze door de rechter zijn uitgesloten van het kiesrecht, wordt toelating tot het parlement geweigerd. Zoiets komt eigenlijk nooit voor. Zelfs een strafblad is geen probleem.
GroenLinks had als enige de intrede van Duyvendak in het parlement kunnen verhinderen door vroegtijdig onderzoek te doen. Maar de partij heeft nooit enige aandrang in die richting aan de dag gelegd. Geen wonder. Voorzitter van de partij was tot voor kort Mirjam de Rijk, de levensgezellin van Wijnand, die bovendien zelf als activiste betrokken was bij harde acties.
Daar komt bij dat GroenLinks een verleden als radicaal activist niet als een beletsel ziet voor een politieke carrière. Zo is Mirjam de Rijk tegenwoordig lid van de Senaat, waar ze zich in het gezelschap bevindt van fractiegenoot Sam Pormes. Hij behoorde ooit tot de militante Molukse jeugdbeweging.
Strateeg
De jongste journalistieke productie over Wijnand Duyvendaks roemruchte verleden is te vinden in HP/De Tijd van deze week. Het blad heeft gesproken met activisten die destijds in zijn omgeving verkeerden. Hij komt uit het relaas naar voren als een strateeg, iemand die de grote lijnen uitzette.
Zo is hij volgens vroegere vrienden de bedenker van het concept van basisgroepen. De belangrijkste extreem linkse organisaties uit die tijd splitsten zich op in kleine cellen. Het Dierenbevrijdingsfront werkt nog steeds zo. Dat politie en justitie nauwelijks vat op deze bewegingen kregen, is aan die strategie toe te schrijven.
HP/De Tijd heeft ook geprobeerd te achterhalen of hij een rol in RaRa heeft gespeeld. „Misschien”, zo vervolgt het blad, „moeten we de vraag omdraaien: hoe zou hij niet gelieerd kunnen zijn aan RaRa?” Aanwijzingen zijn er voldoende. Maar bewijzen ontbreken. In zijn weerwoord houdt het kamerlid vol dat hij nimmer bij RaRa betrokken was.
Bluf!
Ontkenningen van hem zeggen overigens niet zo veel. Duyvendak blijkt wel vaker flexibel met de waarheid om te gaan. In De Groene Amsterdammer van 23 oktober 1996 zei hij bijvoorbeeld: „Ik heb me altijd verzet tegen ondergrondse structuren en geweld.” Enkele maanden geleden liet hij Vrij Nederland weten „extra gekrenkt” te zijn over de belastende publicaties „omdat ik me indertijd in de actiebladen juist tegen het geweld van RaRa heb gekeerd.”
Een lachsalvo weerklinkt in het kantoor van onderzoeker Peter Siebelt als hij van die uitspraak kennisneemt. „Hij wordt al een echte politicus: Draaien en liegen”, concludeert de auteur van het spraakmakende boek ”Eco Nostra”.
In dat boek schetst hij het milieu waaruit Fortuyns moordenaar Volkert van der G. voortkwam. Het droeg ertoe bij dat het dierenactivisme op de politieke agenda kwam te staan en voor het eerst door een kamermeerderheid als terrorisme werd bestempeld.
Volgende week zal onder de titel ”RaRa wie ben ik?” een nieuwe publicatie van Siebelt op de markt komen die geheel aan Duyvendak is gewijd. Daarin gaat hij uitvoerig in op de rol van het actieblad Bluf! Van dat blad was Duyvendak volgens Siebelt een van de meest prominente figuren. Publicaties waarin geweld werd veroordeeld, is hij niet tegengekomen.
Integendeel, het blad riep juist op tot harde acties, sabotage, het plunderen van winkels en inbraak bij overheidsinstellingen. Ook gaf het instructies voor het gebruik van valse legitimatiebewijzen en grossierde het in recepten voor explosieven en brandbommen.
„Duyvendak was een belangrijke mentor van terreurgroepen. Via Bluf! wist hij zijn strategie van sabotage, chantage en geweld over te brengen op generaties radicalen in ons land. Veel methoden en tactieken die zij vandaag de dag hanteren, komen voor een belangrijk deel uit zijn koker”, stelt Siebelt. Voor de definitie van terreur verwijst Siebelt naar de Van Dale: „Georganiseerde geweldpleging ter bereiking van politieke doelen.”
Hij werpt de vraag op „waarom een parlementariër die blijft liegen over zijn terroristische verleden welkom blijft op het Binnenhof?” Die vraag zal in eerste instantie door GroenLinks zelf beantwoord moeten worden.