Mennonieten in Bolivia leven zonder mobieltje en internet
APELDOORN – Een schooldag begint met gebed, hardop in koor en uit het hoofd opgezegd. Karin de Bont fotografeerde het leven van de Altkoloniër Mennonieten in Bolivia.
Er is geen elektriciteitsnet: men werkt met generatoren en accu’s. Voor verlichting wordt gebruikgemaakt van gaslampen. Telefoon, radio en televisie zijn er niet, internet evenmin. De mensen verplaatsen zich met paard-en-wagen. Kleren worden zelf gemaakt. En bij alles geldt: je voegt je naar de regels van de kolonie, en je maakt je eigen wil ondergeschikt aan het algemeen belang. Dat is niet zomaar een principe, maar een godsdienstig uitgangspunt. ”Gelassenheit”, noemen de Altkoloniër Mennonieten het.
Theologe Karin de Bont woonde in 1992 vier maanden in Bolivia aan de rand van een kolonie. Regelmatig bezocht ze een Altkoloniër familie waar ze kon logeren. Daarmee kreeg ze de kans hun leefwijze in zich op te nemen. „Hun zo centraal gestelde geloofsleven, dat in alle dagelijkse zaken resoneert, heeft achteraf gezien een onuitwisbare indruk gemaakt en me wezenlijk beïnvloed”, schrijft ze. De Bont keerde terug naar Bolivia in 2004, 2006 en 2008. Haar bezoeken vormden de basis voor het fotoboek ”Geen ander fundament. Altkoloniër Mennonieten in Bolivia” (uitg. Lecturis, 2013).
Bolivia ligt in het hart van Zuid-Amerika. Het land heeft ruim 9 miljoen inwoners en er worden dertig talen gesproken. In totaal wonen er zo’n 60.000 mennonieten in Bolivia, verspreid over 65 kolonies. De zogeheten Altkoloniër vormen veruit de grootste en de meest conservatieve groep. Vanaf 1967 zijn ze vanuit Mexico naar Bolivia geëmigreerd.
De titel van De Bonts fotoboek is ontleend aan 1 Korinthe 3:11: „Daer en magh geen ander fondament geleyt worden, dan datter geleyt is, het welck is Christus Jesus.” Oude taal, maar de mennonieten zijn dan ook een eeuwenoude beweging. Ze hebben hun wortels in de Nederlanden van de zestiende eeuw. Naamgever van de beweging is de Friese priester Menno Simons. Die schreef de tekst uit 1 Korinthe 3:11 boven al zijn geschriften. Menselijke openbaringen en visioenen keurde hij af. Daar had Menno Simons goede argumenten voor: een groep geloofsgenoten had er in Münster een potje van gemaakt, door zich op „hemelse tekenen” te beroepen. Ze hadden het Koninkrijk van God op aarde willen stichten, maar het was uitgelopen op wantoestanden.
De foto’s van De Bont laten een sober, toegewijd leven zien: een klaslokaal met kinderen, met opa op de paard-en-wagen, vrouwen bij de wastobbe, werken op het platteland, lezen in de Heilige Schrift. In deze afzondering slagen de Altkoloniër Mennonieten erin het erfgoed van Simons te bewaren. De kerk heeft simpele houten banken. Vrouwen en mannen zitten gescheiden. Er is een verhoging met stoelen voor de voorzangers en predikers. Er wordt slepend gezongen, in het Duits. De prediker draagt zwarte kleren en zwarte laarzen. Die laarzen zijn een gebruik meegenomen uit Rusland. Efeze 6:15 wordt letterlijk uitgelegd: Geschoeid met de ijver voor het Evangelie.