Waar? Politie Kennemerland, jeugdagent in met name Hoofddorp.

Wat typeert uw werk? „Ik heb veel contact met jeugdgroepen. Ik probeer te voorkomen dat jongeren afglijden naar criminaliteit. Dat het ene broertje het andere aansteekt. Van belang is samenwerking met bijvoorbeeld leerplichtambtenaren, jeugdzorg, jeugdreclassering. Eens per twee weken ga ik langs op enkele scholen in Hoofddorp om contact te houden met leraren, conciërges, maar vooral ook jongeren. Een deel van hen kom je weer tegen op hangplekken.”

Waar maken jongeren zich schuldig aan? „Geweldpleging, vaak onder invloed van drank. We hebben ook te maken gehad met een golf woninginbraken, gepleegd door jeugdige daders. Ze stelen sieraden, mobieltjes, geld. Een ander probleem is dat kinderen van amper 13 jaar in ruil voor een paar honderd euro hun bankrekening aan criminelen ter beschikking stellen.”

Relatief veel allochtone jongeren plegen misdrijven. Hoe dat aan te pakken?„Van belang is dat de ouders van criminele jongeren worden ingeschakeld. Dat hebben we te lang laten liggen. Ouders hebben vaak geen flauw benul van wat hun kinderen doen. Ze schrikken als we hen met de feiten confronteren. Achter een aanhouding voor winkeldiefstal zit vaak een heel verhaal. Een jongere blijkt bijvoorbeeld al twintig, dertig diefstallen te hebben gepleegd. In een wijk waar veel jeugd van Marokkaanse afkomst woont, hebben we goede contacten met het moskeebestuur en met vaders. Zij gaan onder meer tijdens de jaarwisseling de straat op om te voorkomen dat er brandjes worden gesticht en vernielingen worden gepleegd.”

Hoe zet u sociale media in? „Het is van groot belang om je in de digitale wereld te begeven. Dat is de wereld van jongeren. Op Twitter heb ik 800 volgers. Via Twitter kwam ik er bijvoorbeeld achter waar illegaal vuurwerk lag opgeslagen. Op kleine schaal doe ik aan internetsurveillance. Zo organiseerden twee scholen op internet een groepsgevecht. Toen wij dat ontdekten, konden we dat gevecht in de kiem smoren.”

Hoogtepunt?„Het mooist is om inbrekers op heterdaad te betrappen. Toen ik ’s nachts per fiets surveilleerde, hoorde ik gekraak. Ik kon drie jongvolwassenen betrappen die met breekijzers bezig waren met een inbraak. Onlangs belde een 12-jarige jongen. Hij had een inbreker bij de buren zien binnengaan. Toen we erop afgingen, vonden we die man in de kast. Hij had dikke druppels van angstzweet op zijn gezicht. Een geweldig moment.”

Dieptepunt?„Soms wordt gekscherend gezegd dat een criminele jongere zeker weer een slechte jeugd heeft gehad. Ik praat crimineel gedrag niet goed, maar soms heeft een jongere echt een ellendig verleden. Ouders tuigen elkaar af, zijn verslaafd. Dan vind ik het niet verwonderlijk dat jongeren op het slechte pad raken.”

Dit is deel 6 in een serie over politiewerk.