Cultuur & boeken

Roerige dagen in Wittenberg

Het begint dag te worden op deze 31e oktober 1517. Anna moet opstaan want, vandaag is er naailes bij Frau Brigitte Naumann. Ten noorden van Wittenberg woont Brigitte. Ze is weduwe en moet dus in haar eigen onderhoud voorzien. Sinds enige jaren runt ze een naaischool voor jonge dames. Maria Kaufmann, de moeder van Anna, vond het een goed idee haar dochter daar heen te sturen.

Cobie de With
29 October 2010 16:02Gewijzigd op 14 November 2020 12:19

Kom Anna, spreekt ze zichzelf toe, je moet op gaan schieten want je moet eerst een uurtje lopen voordat je bij Brigitte bent. Heel Wittenberg door, maar dat is niet erg daar is altijd wel wat te beleven. Laatst nog was er een heleboel opschudding. Op de markt stond daar een monnik, ik geloof dat hij Tertsel heet, maar dat weet ik niet zeker. Ach wat doet dat er toe hoe hij heet, hij had een hele santenkraam bij zich en nog een aantal hulpjes, jonge monniken. Hij stond te vertellen dat hij namens en paus Leo X en namens God kwam. In korte tijd stonden er veel mensen omheen. Die kerel stond daar te schreeuwen dat hij bevoegd is om je aflaten te leveren om van je zonden af te zijn. Hij had ze bij zich en verkocht ze. „Wat je ook op je kerfstok hebt koop een aflaat en je kunt zo de hemel in. Of koop er een voor je familielid in het vagevuur. Ik verzeker je dat je ze eruit kunt kopen. Je laat je familie toch niet in het vagevuur stikken, nu je hen eruit kunt verlossen. Koop een aflaat, koop een aflaat. Als het muntje in het kistje klinkt, het zieltje in de hemel springt. Als je nu niet zoveel kunt betalen, koop dat nu een kleine aflaat. Ik kom nog terug over een half jaar en dan kun je de familie zeker uit het vagevuur loskopen.” Het aflatenverkopertje had nogal wat klanten. Morgen maar eens ziens of die ook in de kerk zijn als het Allerheiligen is.

Als Anna hier nog eens aan terugdenkt vindt ze het toch maar een rare handel. Stel je voor zeg, je gaat stelen en je denkt nou de hemel verspeel ik er niet mee, want ik koop gewoon van de opbrengst een aflaat en dan houd ik nog voldoende over om van te feesten. En als je geweten aan je gaat knagen, koop je toch gewoon weer een aflaat.

Anna, zegt moeder, neem je nog eieren mee voor Brigitte, en groet haar hartelijk van mij. Probeer je jurk vandaag af te krijgen, dan kun je die morgen aan op de hoogtijdag Allerheiligen. Vergeet ook niet bij het klooster langs te gaan en oom Frederich te vragen of hij de verfstoffen al klaar heeft, misschien heeft hij het rode verfpoeder al gereed. Dat hoop ik maar want dan kan ik de nieuwe stof verven.

Anna vertrekt met haar mand met eieren, het geld voor de naailessen van Brigitte en een brief voor oom Frederich, waarin moeder de bestelling heeft geschreven, die ze bij het klooster voor haar klaarmaken. Moeder Maria heeft een spinnerij en een weverij waar ze stoffen weeft op het weefgetouw. Daarna verft ze de stoffen ook, vaak wordt ook de gesponnen draad al voor het weven geverfd. De verfpoeder koopt moeder bij het klooster, want daar maken ze van bietenschillen rode kleurstof en van uienschillen gele kleurstof en van andere natuurproducten andere kleuren. Oom Frederich is de abt van het klooster wat nabij de slotkapel staat in Wittenberg. Hij is een broer van vader Johann Kaufmann. Vader gaat de landstreek door met zijn koophandel als een marskramer en hij neemt staaltjes van de stof mee die moeder geweven heeft. Morgen hoopt hij weer terug te zijn. Vader en moeder willen graag dat Anna jurken kan naaien, zodat ze haar talent kan ontwikkelen en voor de handel is het ook goed als er een complete jurk geleverd kan worden.

Omstreeks half tien komt Anna langs de slotkapel, waar weer veel mensen bij staan. Wat zou er nu zijn, zou die monnik met z’n aflaten nu al terug zijn? Maar eens even een kijkje nemen. Als ze dichtbij de kapel is ziet ze haar vriendin die ook op weg is naar de naailes. Dag Hildegard, weet jij al wat dit allemaal is, al die mensen? Ja, er zit een groot pamflet op de deur gespijkerd met Latijnse tekst. En er staan monniken uit het klooster bij die het lezen en vertalen. Waar het allemaal over gaat is mij niet echt duidelijk, maar kom mee, misschien kunnen we er achter komen. We gaan gewoon bij die mannen staan en desnoods vragen we wat er op staat.

Dag oom Frederich, u hier al vanmorgen? Hier is alvast de bestellingbrief van moeder. Kan ik vanmiddag de rode verfpoeder komen halen bij het klooster? Ja, die staat al klaar voor je moeder. Oom Frederich, kunt u vertellen wat daar allemaal op geschreven staat? Ja, het zijn 95 stellingen van een monnik Martin Luther, die ook in ons klooster woont. Hij vindt de aflatenhandel vreselijk en heeft hier over in die stellingen geschreven. Die monnik is heel geleerd in de Bijbel en hij is ook in Rome geweest. Hij zocht innerlijke vrede en ging toen in Rome op zijn knieën de Pilatustrap op en hij deed nog meer boetedoeningen, maar hij vond daardoor geen vrede. Nu is hij al een aantal jaren in ons klooster de bijbelteksten en de oude geschriften bestuderen van Augstinus, van Thomas van Aquino, van Geert Grote en andere bekende bijbelgeleerden uit vroeger tijden.

Martin Luther vond die vertoning van een paar weken geleden met die aflatenhandel, zo een erge volksverlakkerij dat hij zich voorgenomen had hier stelling tegen te nemen. Maar al studerende had hij nog meer vragen bij onze godsdienst en die wil hij hiermee bespreekbaar maken. Dank u wel oom Frederich voor de uitleg, wij moeten nu naar onze naailessen bij Brigitte. Tot vanmiddag, dan haal ik in het klooster de verfstof voor moeder op. Dag jonge dames, ik wens jullie een goede leerzame dag.

Goede morgen Brigitte, hier zijn de eieren die moeder meegaf voor u. En hier is ook het lesgeld. Dag dames wat zijn jullie laat, hoe was jullie wandeling hierheen? Nou er was weer drukte bij de slotkapel, we dachten eerst dat die monnik met zijn santenkraam er weer was. Maar het was nu wat anders. Een pamflet op de slotkapel deur met daarop 95 stellingen van een zekere meneer Martin Luther. Volgens oom Frederich vindt die monnik de aflatenhandel vreselijk en het is ook tegen wat in de bijbelboeken staat. Die geleerde Martin Luther wil graag een discussie opgang brengen bij de geestelijkheid of het wel goed gaat in de kerk omdat hij zich hierover zorgen maakt.

Nou, zegt Brigitte, het zal mij benieuwen waar dit nog eens op uitloopt. Ik vraag me af wat de heilige vader in Rome hiermee voor heeft om dat toe te staan. Maar misschien heeft hij er ook wel de hand in. Hij zal het wel weten, tenslotte is hij de plaatsvervanger van de heilige Petrus. En de Heere Jezus zei ooit eens dat hij zijn gemeente zou bouwen op de heilige Petrus.

Nou, Brigitte, vanmiddag ga ik naar oom Frederich in het klooster. Ik zal hem eens vragen wat hij daarvan vindt. Maar laten we aan de slag gaan. De laatste hand aan mijn japon. Morgen kan ik die dan aantrekken voor de Allerheiligenviering. En dan zal ik goed nadenken wat ik nog van je wil leren, voordat ik aan de slag ga met jurken maken voor anderen bij moeder in de zaak.

Anna en Hildegard jullie lessen zitten er weer op voor vandaag. Gelukkig is je jurk gereed. Die kun je meenemen. Tot volgende week dan maar weer. Bedank je moeder voor de eieren en groet haar van mij. Hildegard loop je met mij mee naar het klooster of moet je direct naar huis gaan. Ja, laat ik even meegaan. Ik ben wel benieuwd wat die oom van jou nog vertellen kan over dat gebeuren met die 95 stellingen.

Bijna zijn Hildegard en Anna weer bij de slotkapel, nu staan er weer veel mensen bij die proberen te ontcijferen wat er op het pamflet staat. Er staan ook nu een paar monniken bij – laten we even luisteren wat deze mannen te zeggen hebben.

„Ik kan nergens in de Heilige Schriften vinden dat wij mensen zonden kunnen vergeven, zeker niet door geld daarvoor aan te nemen. Mensen laat u niet bedriegen, die monnik Tertsel probeert geld in te zamelen voor de grote Sint Pieterskerk in Rome, voor de troon van paus Leo X. En dat onder vals voorwendselen, want hij weet dat hij veel minder of misschien wel niets zou krijgen voor dat doel als hij eerlijk de bedoelingen van de geldinzameling zou melden. Dus maakt hij gebruik van leugens voor zijn doel. Door de Schrift te bestuderen kun je weten dat God het gebruikmaken van leugens niet toestaat; er rust geen zegen op. Nee het is zelfs een middel van de vader der leugenen. In de Schrift staat ook dat ene Simon de Tovenaar geld aanbood aan de apostelen om de gaven van de Heilige Geest te ontvangen. Het antwoord wat hij kreeg was: Uw geld zij met u ten verderve, omdat je meent dat de gave van de Heilige Geest met geld te koop is. Jammer dat u die lezen kunt het Woord van God niet zelf kunt lezen, dan zou u kunnen weten dat ik de waarheid spreek.”

Kom Anna, laten we naar het klooster gaan. Misschien weet je oom inmiddels meer. Ze bellen aan bij het klooster. Oom Frederich doet open. Ha, daar zijn de dames. De boodschap staat al klaar, het is wel redelijk zwaar hoor. Ik zal een monnik vragen het bij je moeder te brengen Goed oom dat vind ik nog eens een meevaller. Maar vertelt u eens wat vindt u nu van die 95 stellingen?

Oom Frederich kucht eens en gaat er goed voor zitten. Nou dames, ik vind het heel moedig van die Martin Luther dat hij de dingen waar hij het niet mee eens zo in het openbaar ter discussie stelt. Maar ik ben bang dat die paus Leo X zich hier niet zo lekker bij voelt. Misschien voelt hij zijn leergezag aangetast. En dan Karel V, die zit echt niet op onrust te wachten in zijn rijk. Maar afwachten hoe dit allemaal gaat aflopen.

Oom Frederich, toen we terugkwamen stonden er weer veel mensen bij de slotkapel. Er stond nu ook een monnik bij die het pamflet verdedigde met bijbelwoorden. Hij sprak de wens uit dat ieder die kan lezen de Bijbel in het Duits zou kunnen lezen. Maar Anna en Hildegard dan hebben jullie meneer Martin Luther zelf horen spreken. O, jammer dat we het niet wisten.

Maar nu moeten we snel naar huis, anders is het straks nog donker voor we thuis zijn. Dank u wel oom Frederich dat u die monnik met de vracht naar moeder heeft gestuurd. Nou Hildegard tot mogen ik zie je met Allerheiligen in de kerk. Dag Anna, slaap lekker

Dag moeder, eindelijk thuis. Wat een dag weer vandaag. U heeft ook wel gehoord van die 95 stellingen, denk ik. Ja, meisje, dat ging vanmorgen al als een lopend vuurtje door Wittenberg. Ik denk dat iedereen die maar kon lopen er wel is gaan kijken. Moeder, vanmiddag stond die monnik Luther zelf uit te leggen wat hij geschreven heeft. Hij zei: ook jullie moesten de Bijbel in het Duits hebben, dan kunnen jullie zelf lezen hoe de dingen in de Bijbel staan.

Maar goed, we wisten het niet. Oom Frederich zei het. Vriendelijk van hem dat hij de verfstof heeft laten bezorgen. Moeder, kijk, de jurk is af. Ik heb deze meegenomen. Fijn Anna, dan kun je deze morgen op het Allerheiligen hoogtijdag aandoen. Tenslotte denken we dan ook aan de heilige Anna.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer