Virtueel volksgericht
De laffe moord op de 12-jarige Milly Boele uit Dordrecht door haar buurman heeft de samenleving zwaar geschokt. Welk een onpeilbaar verdriet heeft hij de ouders van Milly aangedaan. Hoe kan iemand die tot taak heeft het recht te handhaven en de burger veiligheid te bieden zich zo bruut gedragen? „Die moet zwaar worden gestraft”, is de eenparige conclusie van de Nederlandse bevolking. En dat is beslist terecht. Deze man verdient niet anders.
Normaal gesproken komt het bij dit soort misdrijven vaak pas na enkele maanden tot een rechtszaak. Voordat de rechter een oordeel kan gaan vormen, is allerlei onderzoek noodzakelijk. Dat kost tijd, maar past wel in een wettelijk vastgelegde procesgang die onze rechtsstaat onderscheidt van dictaturen.
Bij de moord op Milly Boele ligt dat anders. De rechtszaak is al in volle gang. Het verschil is alleen dat de eisers en rechters geen juridische opleiding hebben genoten. Zij laten zich niet zozeer leiden door hun gewone, nuchtere verstand, maar meer door hun emotie. Tegen de moordenaar van Milly is sinds woensdagochtend vroeg een volkgericht gaande. Weliswaar komt de menigte niet samen op een marktplein van Dordrecht waar de verdachte Sander V. op een verhoogde vlonder staat, maar de massa verzamelt zich op internet.
Tien minuten nadat in de nacht van dinsdag op woensdag de politie bekendmaakte dat het lichaam van Milly gevonden was, plaatste nieuwslog GeenStijl een reeks foto’s van de politieman en zijn huis op internet, met daarbij ook nog eens zijn voor- en achternaam.
De volgende morgen waren er voor negen uur al meer dan duizend reacties onder het bericht geplaatst. Het overgrote deel daarvan bestond uit krachttermen en verwensingen, aangevuld met tientallen suggesties voor middeleeuws aandoende vormen van executie. Een publieke virtuele lynchpartij, waarbij slechts een enkeling aandrong op bezonnen gedrag of het opnam voor de familie van de agent. Enkelen wezen erop dat de politieagent op dit moment nog verdachte is en de rechter zich eerst nog moet uitspreken over de zaak.
Tien jaar geleden was een dergelijke gang van zaken in de ‘klassieke’ media onbestaanbaar. Hoe moeten we deze ontwikkeling beoordelen? Aan de ene kant functioneert zo’n digitale uitlaatklep als middel om lucht te geven aan allerlei gevoelens van onvrede. Tegelijkertijd bewijst dit voorbeeld hoe zoiets kan ontsporen in een moderne vorm van eigenrichting.
Deze agent heeft al levenslang gekregen voor hij überhaupt verhoord is. Hoezo rechtsstaat? Daarin is toch fundamenteel dat elke verdachte, wat hij ook gedaan heeft, recht heeft op een eerlijk proces. De kwestie doet denken aan het drama op Koninginnedag, vorig jaar. Ook daar hielden digitale media een klopjacht op Karst T., wat zelfs leidde tot agressie tegen eigenaars van een zwarte Suzuki.
De digitale revolutie biedt allerlei mooie mogelijkheden, maar tegelijk lijkt internet een vrij veld waar respect afwezig is en normloosheid heerst. Bij digitale communicatie blijkt de drempel om je mening te geven plotseling een stuk lager. Dat is niet zo vreemd: je kunt meestal anoniem reageren, je wordt niet in de rede gevallen en vaak verschijnt je reactie onmiddellijk op een website zodat je het gevoel hebt dat je bijdraagt aan de discussie.
Maar de vrijheid van meningsuiting eist in dit geval een hoge tol. Een deel van de traditionele media hanteert nog algemene regels van fatsoen en respect. Dat geldt niet voor internetfora, waar ieder mag roepen wat hij wil. De oproep tot fatsoenlijk internetgebruik wordt achteloos terzijde geschoven zodra er sensatienieuws te halen valt. Het laat zien hoe flinterdun het laagje van onze beschaving is.