Vermomd als Dragan Dabic bleef Radovan Karadzic dertien jaar gevrijwaard van arrestatie. Door de gegroeide macht van prowesterse hervormers werkte de klassieke verdwijntruc niet meer.
„Het zal nog wel even duren voordat dergelijke vragen beantwoord worden”, meent Bibi van Ginkel, jurist bij Instituut Clingendael in Den Haag. „Karadzic bewoog zich blijkbaar vrijelijk door Belgrado en bracht enkele bezoeken aan Oostenrijk, dus er moet een kring van invloedrijke mensen om hem heen hebben gestaan die hem trouw bleven en hem beschermden.”
Die conclusie wordt versterkt door het tijdstip van de arrestatie. Die vond plaats binnen een week nadat de begin dit jaar tot president gekozen Boris Tadic een nieuwe directeur van de veiligheidsdiensten had aangesteld: Sasa Vukadinovic. Een nieuwe, prowesterse president en een nieuwe directeur van de veiligheidsdiensten waren blijkbaar nodig om de beschermende kring rond Karadzic te doorbreken. Van Ginkel: „De geheime dienst die hem uiteindelijk arresteerde, is dezelfde die hem al die jaren beschermde. Ik verwacht binnenkort ook de arrestatie van Ratko Mladic, de andere Bosnisch Servische oorlogsmisdadiger die door het Joegoslaviëtribunaal wordt gezocht.”
Baard
Het was eigenlijk een klassieke verdwijntruc: een baard, een bril, een andere naam. Maar het werkte. Karadzic speelde met verve zijn nieuwe rol als Dragan Dabic.
Ook in die hoedanigheid trad hij graag op de voorgrond. Hij gaf als alternatief genezer lezingen in openbare gelegenheden en schreef geregeld artikelen voor gezondheidsmagazines. In zijn vrije tijd bezocht hij vaak een restaurant in Belgrado met de naam The Madhouse. Aan de muur van dit restaurant hangen foto’s van Karadzic en Mladic.
Volgens andere stamgasten zong Dabic er vaak liederen terwijl hij de gusle, een eensnarig Servisch muziekinstrument, bespeelde. Niemand wist dat Dabic in werkelijkheid Karadzic was, die met foto’s van zichzelf op de achtergrond Servische liederen zong.
De intimi van Karadzic en andere voortvluchtigen konden hen de hand boven het hoofd houden omdat het Servische politieke landschap jarenlang min of meer evenwichtig was verdeeld tussen prowesterse hervormers en Servische nationalisten. De kloof liep dwars door de politieke elite en verdeelde bijvoorbeeld ook gezagsdragers zoals de politie en de geheime diensten. Die gespletenheid zorgde ervoor dat mensen in gescheiden werelden leefden.
Impasse
De politieke impasse deed de nationalisten uiteindelijk de das om, want de impasse zorgde er ook voor dat Servië nauwelijks tot economische ontwikkeling kwam. De gemiddelde Serviër heeft het tegenwoordig beter dan tien jaar geleden, maar daar kijkt hij niet naar. Serviërs vergelijken hun economische positie met de welvaart die mensen in andere Oost-Europese landen genieten. Dankzij hulp van de EU gaat het landen als Polen, Roemenië en Bulgarije voor de wind. Met lede ogen zien Serviërs toe hoe steeds meer Oost-Europeanen visa kunnen aanvragen voor reizen naar beloofde landen in het rijke West-Europa.
Daarom groeide langzamerhand de steun voor prowesterse partijen. De afkalvende aanhang van nationalistische partijen was voor iedereen zichtbaar tijdens de demonstraties in Servië tegen de arrestatie en uitlevering van Karadzic aan het Joegoslaviëtribunaal. In februari van dit jaar waren nog honderdduizenden mensen op de been voor demonstraties tegen de onafhankelijkheid van Kosovo. Bij de demonstraties vorige week kwamen er slechts enkele tienduizenden opdagen.
Het lijkt er dus op dat Servië eindelijk een keus heeft gemaakt tussen nationalisme en aansluiting bij de EU. De balans sloeg door naar politieke hervormingen. Het tijdperk waarin oorlogsmisdadigers in Servië ongestoord een geheim nieuw leven konden leiden, lijkt met deze prowesterse veranderingen definitief voorbij.