Johannes 3:7
„Verwonder u niet dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden.”
Het zal een vlekkeloze heiligheid zijn, want hiervan zal de hemel vervuld zijn. Hoe zal deze dan een onheilige ziel kunnen genieten? „Verwonder u niet dat Ik u gezegd heb: Gij moet wederom geboren worden.”
Dit is derhalve een onmisbare verandering. Bedenk tevens hoe zij naar de mens onmogelijk is. Onderzoek ieder filosofisch systeem, ga ieder plan van opvoeding na, zoek van het ene eind der aarde tot het andere: waar zult u een kracht vinden die u heilig maakt? „De afgrond zegt: Zij is in mij niet; en de zee zegt: Zij is niet bij mij. Het gesloten goud kan voor haar niet gegeven worden, en met zilver kan haar prijs niet worden opgewogen. Men kan het goud of het kristal haar niet gelijk waarderen. Want de trek der wijsheid is meerder dan der robijnen”__(Job 28:14-18).
Een mens mag in staat zijn om zijn zonde te veranderen, maar wie is in staat zijn hart te veranderen? De reden waarom dit bepaald naar de mens onmogelijk is, is dat hij niet alleen een lust heeft in de voorwerpen van de zonde, maar zelfs in zijn eigen zondig hart. Hij is niet alleen slecht, maar hij bemint zijn slechtigheid; niet alleen een spotter, maar begeert de spotternij; niet alleen een zot, maar hij haat juist die wetenschap die hem wijs zou maken tot zaligheid.
_Robert Murray M’Cheyne,
predikant te Dundee
(”Leerredenen”, 1862)_