„Wij zijn geen FARC-strijders, jullie zijn vrij”
Geheel volgens plan, en zonder dat er slachtoffers vielen, zijn woensdag de Frans-Colombiaanse Ingrid Betancourt en veertien andere gijzelaars uit handen van de FARC bevrijd. „De commandant die ons zo vaak wreed behandelde, lag plotseling naakt en geboeid op de vloer.”
De voorbereidingen voor de gewaagde bevrijdingsoperatie -Operatie Schaakmat genoemd- startten begin dit jaar met de infiltratie van de FARC met leden van het Colombiaanse leger en de geheime dienst. Tot op het hoogste niveau, het zogenaamde „secretariaat”, wist men binnen te dringen. Ook werd een groep rebellen die geleid werd door een zekere ”commandant Cesar” geïnfiltreerd. Hij was belast met de bewaking van een groep gijzelaars die voor de FARC hoge waarde had als wisselgeld bij onderhandelingen.
Een belangrijke rol speelde de laptop die bij een eerdere militaire operatie was buitgemaakt. Met gegevens die daarop stonden werd de commandostructuur volledig in kaart gebracht. Verder stuurde men vervalste bevelen van het secretariaat de jungle in.
Een Colombiaanse woordvoerder beweerde woensdag dat geen van de rebellen die bij de infiltratie tot meewerken waren overgehaald, werden omgekocht. „Het zijn mannen die er zich van bewust waren dat de FARC geen toekomst meer heeft.”
Probleem voor de uitvoerders van de operatie was dat de groep gijzelaars waartoe ook Betancourt hoorde, op drie verschillende locaties werden vastgehouden. Het eerste wat dan ook moest gebeuren was ze op één plek verzamelen. Daarom werd een bevel „van het secretariaat” uitgevaardigd dat dit op een locatie in de zuidelijke provincie Guaviare moest gebeuren. Vandaar zouden ze worden vervoerd, om onder toezicht van rebellenleider Alfonso Cano te worden geplaatst. De guerillaleiders was wijsgemaakt dat „een neutrale niet-gouvernementele organisatie” een helikopter beschikbaar zou stellen om de vijftien op te halen.
Woensdag was het zover. Een met witte verf overgespoten helikopter landde op een kale plek in de jungle. Militairen, uitgedost als rebellen, stapten uit en onder het toeziend oog van zo’n zestig guerillaleden duwden ze de vijftien geboeide gijzelaars het toestel in. Ook twee FARC-rebellen, onder wie commandant Cesar, gingen aan boord. De hele operatie aan de grond duurde ruim twintig minuten. Betancourt en de veertien andere gijzelaars wisten op dat moment niet dat de helikopter werd bestuurd door leden van het Colombiaanse leger. Die deden er alles aan om de zaak geheim te houden.
Nadat de helikopter was opgestegen, slaagden de als rebellen vermomde soldaten om de twee FARC-rebellen over te halen hun wapens af te geven. Direct daarna werden ze overmeesterd, en in een oogwenk lagen de twee naakt en geboeid op de vloer van het toestel. „Ik zag de guerillacommandant die ons zo vaak wreed behandelde plots op de vloer liggen”, vertelde Betancourt woensdag. Voordat zij besefte wat er aan de hand was, maakten de vermomde soldaten hun ware identiteit bekend. „Wij zijn soldaten van het Colombiaanse leger, jullie zijn vrij.” „Toen tot ons doordrong wat er aan de hand was, stortte de helikopter bijna neer van ons gejuich”, herinnerde Betancourt zich.
De list die het leger gebruikte, verliep feilloos volgens plan en bij de uitvoering viel geen enkel slachtoffer, meldden de Colombiaanse autoriteiten.
Woensdag begon op diplomatiek niveau het getouwtrek om het prestige dat de spectaculaire actie als vanzelf met zich meebrengt. Zo liet de Amerikaanse ambassadeur in Colombia, William Brownfield, weten dat er sprake was geweest van nauwe samenwerking met de Colombianen. De Colombiaanse minister van Defensie, Juan Manuel Santos, stelde daar woensdag tegenover dat de operatie „100 procent Colombiaans was geweest.” Toch werd even later ook dat genuanceerd. De ontvangstceremonie werd afgesloten met een indrukwekkend dankgebed tot God.