Naïef
De Chinese autoriteiten behoeven zich geen zorgen te maken. De Nederlandse regering wil begin augustus aanwezig zijn bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Peking.
Een poging van de ChristenUnie om het kabinet en de Kamer over te halen tot een boycot van de plechtigheid vanwege de slechte mensenrechtensituatie in China, is mislukt.
Dat er in China veel mis is op het terrein van de mensenrechten, ontkent niemand in politiek Den Haag. Iedereen vindt ook dat de belabberde toestand reden moet zijn om te protesteren bij de regering in Peking. Alleen over de manier waarop dit moet gebeuren, lopen de meningen fors uiteen.
Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken en de meeste fractiewoordvoerders denken dat een boycot van de openingsceremonie het gesprek met de Chinese leiders over de mensenrechtenproblematiek voor jaren onmogelijk maakt. Bovendien kan het afslaan van de Chinese uitnodiging voor de festiviteiten economische gevolgen hebben, zo wordt in Den Haag gezegd. Dat zou ook wel heel vervelend zijn.
Met recht stelde de CU-woordvoerder gisteren dat de koopman het weer van de dominee heeft gewonnen. Met andere woorden, de principiële opstelling ten aanzien van de mensenrechten verbleekt heel snel als geld en genot in het geding zijn.
Daarbij komt dat sommige politici ook erg goedgelovig zijn. Verschillenden van hen stelden gisteren dat de mensenrechtensituatie in China de laatste tijd verbeterd is. Daarom wilden zij de Chinese regering beslist niet voor het hoofd stoten, maar eerder een aai over de bol geven.
Dat is toch wel erg naïef. Allereerst begrijpt iedereen dat China als gastland voor de Olympische Spelen zijn best zal doen om zich enigszins te ontdoen van het imago een repressief bewind te voeren.
Dat er dus enkele positieve ontwikkelingen zijn -vooral in de regio’s waar de Spelen worden gehouden- ligt voor de hand. Iedereen voelt echter aan dat deze verbetering een dun laagje cosmetica is dat het werkelijke gezicht van China verhult. Van een politicus mag worden verwacht dat hij daar doorheen prikt.
Daar komt bij dat er de laatste weken weer voldoende berichten zijn die bepaald niet geruststellen. Vorige week werd in het Zweedse Göteborg op het internationale congres van kranten (WAN) aan de Chinese journalist Li Changqing de ”Gouden pen van de vrijheid” uitgereikt. Alleen: de winnaar zelf was er niet en zijn vrouw en dochter evenmin. Li zat drie jaar gevangen omdat hij gepubliceerd had over een uitbraak van de knokkelkoorts in China. Zijn vrouw, die hem in Zweden zou vertegenwoordigen, werd bij vertrek uit haar land op het vliegveld tegengehouden. China zelf heeft weinig moeite internationale bijeenkomsten te boycotten.
Bij de hulpverlening in het aardbevingsgebied regisseert de overheid de berichtgeving volledig. Vrije nieuwsgaring is niet toegestaan. Deze week werd bekend dat de Chinese leiders de christelijke huisgemeenten harder gaan aanpakken. Hoezo enige verbetering van de mensenrechtensituatie? Die is er nauwelijks.